Rutte: ‘Nederlanders kijken anders naar de EU dan Britten’

25 juni 2016Leestijd: 3 minuten
Premier Mark Rutte (VVD) in Brussel. Foto: ANP

Premier Mark Rutte (VVD) begrijpt de Nederlandse onvrede over de Europese Unie (EU), maar gelooft dat de Unie voor Nederland nog altijd veel voordelen biedt. Dat zei hij in gesprek met Nederlandse journalisten in Brussel, na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.

‘Ik betreur het besluit van Groot-Brittannië, dat ze uit de EU willen, maar we respecteren dat uiteraard wel. Wat voor mij vooropstaat, is het Nederlandse belang. Dat is dat er een stap-voor-stap proces zal volgen. We hebben met Juncker, Tusk en Schulz gezegd: het zou goed zijn als Groot-Brittannië zo snel mogelijk begint met de procedure voor artikel 50.’

Heeft u spijt?
‘Het afgelopen half jaar hebben we een consequente Nederlandse agenda doorgevoerd. We hebben gemeenschappelijke antwoorden geformuleerd op de migratiestroom en daar grote vooruitgang geboekt. Dat laat zien dat Europa waarde toevoegt. En ook als je met Conservatieven in Engeland praat, is dat het Europa dat ze willen. Maar het is natuurlijk een Brits referendum, ik kan niet zomaar de verkiezingen invullen.’

De EU kampt toch gewoon met een democratisch tekort? Mensen willen macht terug.
‘Er gebeurt momenteel heel veel. Nationale parlementen hebben macht naar zich toegetrokken. Terecht. Kijk naar de Kamerdebatten. Maar van het allergrootste belang, zo voel ik het zelf, zijn de thema’s veiligheid, banen, inkomensgroei en lagere belastingen in plaats van hogere.’

Sommige landen willen nu een stap maken naar verdieping van de EU.
‘In 2014, bij het aantreden van de Europese Commissie, hebben wij als Europese Raad duidelijke richtlijnen meegegeven. Dat heeft geleid tot tien punten die, als je ze verder samenvat, neerkomen op veiligheid, markt en simplificatie. Die hebben allemaal als invalshoek: hoe maak je Europa relevant in het dagelijkse leven van mensen.’

‘Even geen grote verhalen meer over conventies, verdragen en een ‘ever closer union’. Ik merk bij mensen grote vermoeidheid rond dat taalgebruik. Dat zijn langzamerhand fopspenen geworden. Iedereen zuigt erop, maar er komt geen smaak meer uit. Het moet relevant zijn.’

In VK telden feitelijke argumenten niet. Het was emotie. ‘Wij willen ons land terug.’ Dat speelt ook in Nederland.
‘Het enige antwoord dat ik kan geven: dat voel ik zelf ook. Het Europa van de lege speeches, grote plannen die uiteindelijk tot een klein boertje leiden. Maar ik denk dat we de goede weg zijn ingeslagen. Het Europees Parlement moppert dat ze te weinig te doen hebben. Dat vind ik fantastisch. Dat betekent namelijk dat we gestopt zijn met grote nieuwe wetgeving. En dat zie je in peilingen, als je mensen op straat spreekt en bij politieke partijen.

‘Er zijn nu mensen die zeggen: ook een referendum in Nederland organiseren. Dat zou grote gevolgen voor Nederland hebben, voor de stabiliteit, het herstel en onze welvaart. Ik ben daar echt tegen. Dat is niet in het Nederlandse belang.’

Uw verhaal lijkt op dat van David Cameron. Die heeft op grandioze wijze een referendum verloren. U heeft eerder ook een referendum verloren. De bewijzen stapelen zich op dat het niet aanslaat.
‘Dat ben ik niet met u eens. Ons referendum ging ergens anders over. Als je het onderzoekt, is een overgrote meerderheid voor de EU. Voor onze pensioenen, onze welvaart, voor de toekomst van onze kinderen, voor de miljoenen banen die van export afhankelijk zijn. Wij zijn relatief het meest exporterende land ter wereld, na de oliestaten. Nederlanders zien dat, dat is een ander debat dan in Groot-Brittannië.’ 

Hoe moet het Britse vertrek eruit komen te zien?
‘Het zal een zoektocht zijn. Een ordelijk proces is van groot belang. De separatie van Engeland van de Europese Unie organiseren, zonder daarbij grote ruzies of conflicten te hebben. Eigenlijk in de spirit van de veertig jaar die we hebben samengewerkt, omdat dat ook de grootste kans biedt voor Europa en Groot-Brittannië om de geopolitieke stabiliteit en handelsbelangen te waarborgen. En dat is zeer in het belang van Nederland.’

Kan het Verenigd Koninkrijk toegang houden tot de interne markt, zonder verplichtingen?
‘Daarvoor is het echt te vroeg. We moeten van het Verenigd Koninkrijk eerst horen wat hun voorstellen zijn. Ik kan nu niet een wat als-vraag gaan beantwoorden.’