Terug in de tijd: reaguurders in 2009

11 maart 2016Leestijd: 10 minuten

Elsevier heeft deze week de reactiemogelijkheid uitgezet. In 2009 wijdde het weekblad nog een coverartikel aan de mensen achter de ‘reaguurders’. ‘Ik krijg veel bevestiging. Ik heb zelfs volgelingen.’

Lord Leto woont in een rijtjeshuis in een provinciestad in Noord-Holland. Er ligt een donker tapijtje op tafel, de gordijnen zijn vergeeld door sigarettenrook. In een hoek van de woonkamer ligt het speelgoed van zijn twee zoontjes. ‘Leto’, die anoniem wil blijven, is een gescheiden man van middelbare leeftijd, hij heeft een baan bij een luchtvaartmaatschappij en een grote drang om zich publiekelijk te uiten.

Lord Leto (een nickname naar een karakter uit de sciencefictionboekenserie Dune) schrijft geen ingezonden brieven, hij reageert op internet en is een bekende verschijning op de nieuws- en opiniewebsite elsevier.nl, die net als veel andere sites bezoekers de mogelijkheid biedt reacties achter te laten. Met zijn felle reacties (zo’n dertig per dag), waarin hij veelvuldig de ‘linkse kerk’ kritiseert, zoekt Leto het debat met andere webgebruikers. Die reageren soms agressief en afwerend op zijn comments , maar vaker zijn ze instemmend. Glunderend: ‘Ja, ik krijg veel bevestiging. Mensen vinden mij leuk en interessant. Ik heb zelfs volgelingen. Dat geeft me wel een kick.’

‘Reaguurders’ (samentrekking van ‘reageren’ en ‘gluren’) worden ze genoemd, de vaste bezoekers van interactieve websites die onder schuilnamen berichten achterlaten. In Nederland zijn het er honderdduizenden. Ze hebben de keuze uit een oneindig aantal websites, weblogs (internetdagboeken) en discussiefora.

Alles is onderwerp van debat: de actualiteit, politiek, sport, opvoeden, koken, seks, modelbouw, bekende Nederlanders, religie, psychiatrische stoornissen. ‘Er is geen verlangen of wens die niet op internet in een gemeenschap wordt besproken,’ zegt internetsocioloog Albert Benschop (59). Benschop heeft geprobeerd al die sites in kaart te brengen. ‘Maar alleen al bij het uitwerken van de categorieën loop je hopeloos vast.’

Sara (22), een blozende studente pedagogiek, is actief op het forum van viva.nl. Van achter haar laptop in haar kleine, rokerige zolderkamer in Zaandam wisselt zij anoniem ervaringen uit met lotgenoten. Sara had een moeilijke jeugd. ‘Ik vind herkenning op het forum,’ zegt ze. ‘Ik leer er veel.’

Waar reaguurders als Lord Leto graag een debat uitlokken over de actualiteit, is Sara op zoek naar informatie en steun. ‘In het conflict met mijn moeder was ik erg met mezelf bezig. Een meisje adviseerde me bij viva.nl om meer belangstelling voor mijn moeders situatie te tonen. Daar had ze gelijk in, maar zo had ik het nog niet bekeken.’

De discussies op viva.nl werken voor Sara ontspannend. Een beetje bijkletsen, dat is het eigenlijk. Over intellectuele zaken wil ze het op internet niet hebben. ‘Dat doe ik al genoeg tijdens mijn studie.’

Intellectueel

Leo van den Haak (60) uit Noordwijk daarentegen is niet geïnteresseerd in gesprekken over z’n zieleroerselen. Hij beleeft juist plezier aan een intellectueel debat. Het forum van de website Natuurwetenschap en Techniek (www.natutech.nl) is voor Van den Haak de ideale plek om zijn wetenschappelijke interesses uit te leven. Hij neemt er deel aan discussies over thema’s als ‘Het doel van de wetenschap’ of ‘Rationeel utilitarisme en de ethiek van chantage’. Zo’n vijf uur per dag is de afgekeurde bouwvakker, die is gefascineerd door de zeventiende-eeuwse filosoof Spinoza, op de site te vinden.

Waar komt bij mensen toch die behoefte vandaan om zich te mengen in de kakofonie op het internet? Van den Haak: ‘Het reageren en het lezen van artikelen op internet is mijn grote passie.’ Sara: ‘Het heeft iets gezelligs. Ik vind het leuk om te kijken of er reacties zijn als ik ’s avonds thuiskom van m’n werk.’ Lord Leto: ‘Op het internet heb ik vrienden gevonden, mensen die denken zoals ik.’

Dominicus Doodschop (42), eveneens een pseudoniem, plaatst serieuze comments op nieuwssites, soms ook als Stuyterkuycken. Maar hij schept er ook genoegen in om andere reaguurders te jennen. ‘Ik ben altijd benieuwd naar wat mijn reacties losmaken bij anderen: positief of negatief, dat maakt me niet uit.’

Bij sites als Natuurwetenschap en Techniek en viva.nl blijft de uitwisseling van ideeën zakelijk. Maar op andere discussiefora woeden soms kleine oorlogjes. Wie wil weten hoe fel het eraan toe kan gaan, moet meelezen op sites als geenstijl.nl of marokko.nl. Vooral het gevreesde, succesvolle weblog GeenStijl (door de oprichters omschreven als ‘tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend’) kan mensen het leven behoorlijk zuur maken.

GeenStijl is in korte tijd de schandpaal van de natie geworden en heeft zelfs politieke invloed. Zo liep de reputatie van ex-minister Ella Vogelaar (PvdA) van Wonen, Wijken en Integratie ernstige schade op toen zij in een webfilmpje van GeenStijl minutenlang weigerde te antwoorden op een vraag van verslaggever Rutger Castricum. Het krampachtige optreden van Vogelaar was voor de reaguurders aanleiding tot een golf van hoon en leedvermaak. De redactie riep de bezoekers vervolgens op om massaal op het filmpje te stemmen tijdens de verkiezing van het tv-moment van het jaar 2008 – wat gebeurde.

GroenLinkser Wijnand Duyvendak, die tussen neus en lippen door bekende ooit betrokken te zijn geweest bij een inbraak in een ministerie, werd eveneens geconfronteerd met een campagne van GeenStijl. Duyvendak trok zich uiteindelijk terug als lid van de Tweede Kamer.

Razernij

Dominicus Doodschop vindt het prachtig dat GeenStijl jan en alleman op de korrel neemt: ‘Homo, hetero, christen, moslim, man, vrouw, het maakt niet uit.’ Doodschop, die een verzekeringskantoor heeft in de Randstad, doet er zelf ook aan mee. ‘Dan noem ik andere reaguurders incompetent of ondemocratisch.’ Tegen zijn vrouw en zakelijke klanten is hij kalm en geduldig, zegt Doodschop. ‘Maar soms draai ik de knop om en kan ik achter mijn computer behoorlijk fel worden.’

In de jaren negentig ontstonden op het internet nieuwsgroepen en ‘open gemeenschappen’, waar iedereen z’n mening kon ventileren. Het was een fraaie, nieuwe vorm van directe uitwisseling, die al snel werd gesaboteerd toen anonieme reaguurders zich massaal begonnen te misdragen. ‘Er brak een soort razernij uit op het internet,’ zegt socioloog Benschop.

Het is inderdaad opmerkelijk hoe overigens keurige burgers als Doodschop en Lord Leto onder bescherming van anonimiteit tekeer kunnen gaan. Yasier Kohestani (20), student biomedische wetenschappen van Afghaanse afkomst, verbaast zich soms over zijn eigen heetgebakerde reacties. In het dagelijks leven is Yasier een rustige jongeman, maar online kan ook hij zich maar met moeite beheersen. ‘Ik kan heel kwaad worden achter de computer,’ bekent Yasier.

Hij mengt zich veel in discussies over integratie, de islam en het Palestijns/Israëlische conflict op websites als maroc.nl, wijblijvenhier.nl en afghaan.nl. Yasier: ‘Ik vind het leuk om de gedachten van andere jongeren, vooral allochtonen, te kennen. Maar ik schrik van de antisemitische reacties. Een goede vriend van mij is Joods. Als ik agressieve berichten krijg, ga ik door met reageren tot het onrecht stopt.’

In het gebrek aan respect op veel internetfora herkent cultuursocioloog Stef Aupers (39) een typisch Nederlandse anti-autoritaire traditie. In combinatie met anonimiteit kan die afkeer van hiërarchische verhoudingen een explosief mengsel opleveren, zegt hij. ‘De zelfcontrole van veel mensen neemt af. Als je een kort lontje hebt en je kunt anoniem blijven, dan krijg je dat gescheld.’

De mogelijkheid om anoniem te reageren bieden de meeste websites bewust aan. Toch wordt anonimiteit op het internet niet alleen misbruikt. Sara houdt helemaal niet van provocaties en grof taalgebruik, maar anonimiteit op het Viva forum is voor haar wél essentieel. ‘De reaguurders kennen mij niet, en ik ken hen niet. Dat is prettig omdat ik nu andere invalshoeken tot mij kan nemen. Mijn “gewone” vriendinnen kunnen mijn verhalen zo langzamerhand wel dromen. Bovendien zijn zij bevooroordeeld.’

Ook Khalid Mahdaoui (29) van de veel bezochte community-site marokko.nl, waar Nederlands-Marokkaanse en autochtone jongeren elkaar verbaal bestoken, ziet anonimiteit niet per se als een probleem. ‘Als reaguurders anoniem kunnen blijven, zeggen ze pas wat ze écht denken.’

Anoniem communiceren kent een lange traditie, zegt de jurist Anton Ekker (32), die op het onderwerp promoveerde. ‘Er is niks revolutionairs aan. Al in de zestiende eeuw had je anonieme pamfletten. In de strijd tegen de Spanjaarden, tijdens de Franse bezetting en in de Tweede Wereldoorlog hebben anonieme verzetsteksten een belangrijke rol gespeeld. Wat mij betreft gaat een identificatieplicht dan ook veel te ver. Anonimiteit op internet kan een functie hebben, bijvoorbeeld voor klokkenluiders.’

Dat de uitwisseling op webfora soepeler verloopt als elementaire fatsoensnormen in acht worden genomen, daarover is iedereen het wel eens. Daarom laten veel websites de reacties schiften door zogeheten moderators. Reaguurders bij sites als telegraaf.nl, elsevier.nl en marokko.nl moeten voldoen aan de huisregels. Racistische en extremistische uitlatingen worden verwijderd – soms vooraf, soms ná plaatsing.

Persoonlijke gegevens mogen niet openbaar worden gemaakt. Er moet in begrijpelijke taal worden gecommuniceerd. En telegraaf.nl wijst reaguurders erop dat ‘vergelijkingen met personen als Hitler, Dutroux, NSB’ers, nazi’s, Osama of de taliban’ niet worden geplaatst, evenals (vanzelfsprekend) bedreigingen. Toch hebben veel vaste reaguurders, onder wie ook Lord Leto, met bedreigingen te maken. ‘Ik ben een heftige reaguurder,’ erkent Leto achter de koffie in zijn woonkamer. ‘Vooral voor moslims dan, hè.’ Hij haalt zijn leren shagbuidel tevoorschijn en draait een sigaret. ‘Een miljoen moslims maken in Nederland de dienst uit, ze beroven ons van onze vrijheid. Ik keer me tegen de islamisering van Nederland. En dan val je op.’

Door zijn kritiek op de islam wordt Leto lastiggevallen en bedreigd. Niet alleen via internet, maar tot zijn schrik ook per telefoon. ‘Als ik opneem, word ik ineens doorverbonden naar een of andere moskee en krijg dan opruiende jihadmuziek te horen.’ Volgens Leto komen de bedreigingen van ‘radicale moslims, die bij it-bedrijven werken en via internet mijn gegevens hebben achterhaald’.

De moderators van bureau Novia Facts, dat onder meer de website telegraaf.nl in het oog houdt, keuren enkele duizenden reacties per dag. ‘Zo’n 20 procent daarvan wordt verwijderd,’ zegt woordvoerster Claudia van der Laan (38). Sommige reaguurders krijgen een ‘ban’ omdat ze alleen maar lopen te stoken. ‘Trollen’ worden die hardnekkige lastposten genoemd. Bij telegraaf.nl staan tien van die querulanten op een zwarte lijst.

Reaguurders zijn niet representatief voor de overige, ‘stille’ bezoekers van websites. Van der Laan heeft in het algemeen geen hoge pet van hen op. ‘Ik vind ze zo negatief. Zelfs aan vrolijke berichten weten die mensen een negatieve draai te geven.’

Dominicus Doodschop is ook weleens over de schreef gegaan. ‘Ik ben een keer door GeenStijl verwijderd omdat ik me met wat biertjes op misdroeg. De volgende dag heb ik gebeld om excuus aan te bieden. De ban werd teruggedraaid en sindsdien is het niet meer voorgekomen.’ Reacties van Lord Leto worden eveneens met enige regelmaat verwijderd. Zelf vindt hij dit wel terecht. ‘Soms ga ik inderdaad te ver.’

Marokko.nl maakt gebruik van dertig vrijwillige moderators, gerekruteerd uit de vaste bezoekers. Zij verwijderen wekelijks duizenden berichten. Veel controversiële en radicale meningen blijven niettemin op de site staan. Bewust: bij marokko.nl zoeken ze graag de grens op van de vrijheid van meningsuiting. Khalid Mahdaoui: ‘Zo lang de wet niet wordt overtreden, laten wij berichten die als beledigend kunnen worden opgevat, bewust staan. Dat levert vaak de interessantste discussies op.’

Die keuze kan ook problemen opleveren. De Partij voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders beschuldigde marokko.nl van haatzaaien omdat op de site ‘een feestje’ zou zijn gevierd na de dood van twee Nederlandse militairen in Afghanistan. Ook werd op het forum de Nederlands-Marokkaanse schrijfster Naima El Bazaz, die publiceert over de worsteling van moslima’s met hun streng islamitische milieu, bedreigd met ‘bespuging’ en ‘steniging’.

Volgens Mahdaoui gaat het vaak om ‘vijftien-, zestienjarige jongens die niet beseffen dat ze dingen roepen die ze in het echte leven nooit zouden zeggen’. En ach, de moderators krijgen maandelijks 1,4 miljoen berichten te verwerken, extreme uitingen zullen er altijd doorheen slippen. ‘Iemand roept: “Bin Laden is een held!” Ethisch is dat niet verantwoord, maar het is niet strafbaar. En wij zijn nu eenmaal voor vrije meningsuiting.’

Kaalkopjes

Bij GeenStijl worden thema’s soms met opzet scherp aangezet om extreme reacties uit te lokken en grote schoonmaak te houden onder de reaguurders. ‘Even aan de boom schudden en dan de rotte appels opruimen,’ zegt ‘GU’, het synoniem waaronder de moderator van GeenStijl schuilgaat, in een schriftelijke reactie. ‘Dat bant fijn.’

Wie zijn de slachtoffers van de moderators van GeenStijl? ‘GU’, in typisch GeenStijl-jargon: ‘Kaalkopjes, bedreigingen, vervelios, herhalios, spamhoeren, trollen, spellingsmongeaulen zonder doktersbriefje, schreeuwlelijkerds, fipo en pogingen tot fipo ( first posts : pogingen om als eerste te reageren) en NAW-gegevens (naam, adres, woonplaats), die halen we weg en bannen we.’

Je kunt modereren tot je erbij neervalt, je kunt een systeem bedenken dat reaguurders de mogelijkheid biedt om elkaars reacties als ‘ongepast’ te beoordelen, je kunt vertrouwen op het zelfreinigend vermogen van een gemeenschap reaguurders, er zal altijd door de mazen van het net worden geschoten. ‘Boven een bepaalde massa loopt het automatisch uit de hand,’ zegt Henk Blanken (49), schrijver over nieuwe media en adjunct-hoofdredacteur van het Dagblad van het Noorden . ‘Dat noem ik de wet van het behoud van bagger. ’

Het verbale geweld bepaalt voor een groot deel de beeldvorming rond reaguurders. Maar een meerderheid van de mensen die actief zijn op internetfora scheldt elkaar niet de huid vol. Zij willen informatie uitwisselen, een leuk gesprek voeren, de eenzaamheid verdrijven. ‘Het is een misverstand te denken dat het internet is vergeven van de idioten,’ zegt Blanken. ‘Het gaat om een handvol. Maar één trol is wel in staat om een hele gemeenschap om zeep te helpen.’

Als een site moet worden gemodereerd, hoeft het voor Leo van den Haak niet meer. Hij voelt zich er dan niet thuis. ‘Ik kom niet op een forum om veroordeeld te worden.’ Wegens zijn eigengereidheid voelt Van den Haak zich in het dagelijks leven al vaak genoeg afgewezen. ‘Met de manier waarop ik mijn mening verkondig, maak je geen vrienden.’ Ook Lord Leto stuit in het echte leven op problemen door zijn uitgesproken opvattingen. ‘Ik word door mijn omgeving moeilijk geaccepteerd en heb daardoor weinig vrienden.’

Op het internet vond Leto de gelijkgezinden die hij al zo lang zocht. Met een man of twintig deelt hij een fortuynistische visie op de samenleving, samen vormen ze een community, een virtuele gemeenschap. De meesten zijn boven de vijftig, vutters en gepensioneerden met veel vrije tijd. Leto is met zijn 45 jaar de jongste van het stel. ‘Letorianen’, noemt hij zijn medestanders gekscherend, die schuilnamen dragen als Elfenbankje, Boudica of Ricardo.

Leo van den Haak en Sara willen geen persoonlijk contact met hun anonieme internetkennissen. Maar de ‘Letorianen’ besloten onlangs om elkaar ook in levenden lijve te ontmoeten. In een Amsterdams café waar ze hadden afgesproken, voelde Leto zich alsof hij onder familieleden was. ‘We bespraken een hoop, zelfs het oprichten van een nieuwe politieke partij kwam ter sprake. Ze vonden dat ik de kar maar moest gaan trekken.’

Op het forum van de Letorianen was die bewuste zaterdag nu eens niks te beleven. ‘Nee,’ zegt Leto, ‘we waren allemaal weg.’

Dit artikel is afkomstig uit het Elsevier-nummer van 3 maart, 2009.