De feiten: Zorginstituut schrapt kankermedicijn uit het basispakket
Bron: Zorginstituut Nederland, NOS, SkiprHet Zorginstituut Nederland heeft per 18 juni 2025 besloten dat een aantal PARP-remmers – dure medicijnen tegen borst- en eierstokkanker – gedeeltelijk uit het basispakket wordt geschrapt.
Recente internationale studies tonen aan dat gebruik van deze PARP-remmers niet leidt tot langer overleven of betere kwaliteit van leven bij bepaalde patiëntengroepen. De effectiviteit is alleen aangetoond voor een zeer specifieke groep patiënten met een zekere genmutatie bij sommige kankervormen.
Het aantal patiënten dat deze medicijnen nu krijgt, ligt rond de duizend. De verwachting is dat voor de helft van hen de vergoeding uit het basispakket komt te vervallen. Dat correspondeert met circa 30 miljoen euro.
Waarom nu deze rigoureuze beslissing?
Het besluit van het Zorginstituut komt niet uit de lucht vallen. Al jaren zijn er zorgen over de enorme stijging van de ziektekosten, waarvan kankermedicijnen een belangrijke aanjager zijn.
De uitgaven aan geneesmiddelen stegen tussen 2012 en 2021 van 1,1 miljard naar 2,6 miljard euro. De toename is grotendeels te wijten aan de uitgaven voor kankermedicijnen.
In 2012 ging 27 procent van het budget naar deze middelen, in 2021 was dat gestegen tot 59 procent. Maar ze leken nauwelijks een positief effect te hebben op de levensverwachting van patiënten.
Onder minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers (D66) werd daarom in het Integraal Zorgakkoord (IZA) afgesproken dat het Zorginstituut alle gegevens opnieuw zou bestuderen om te beoordelen óf en voor wie de middelen effectief en kostenefficiënt zijn.
Als dat niet het geval bleek, dan zou dat gevolgen moeten hebben voor de vergoeding. Nu wijst onderzoek uit dat de middelen inderdaad lang niet voor iedereen doen wat ze beloven.
Er komt wel een overgangsregeling, dus geen patiënt die deze middelen nu krijgt, zal worden verteld dat zijn behandeling niet meer wordt vergoed. Maar voor nieuwe patiënten verandert het wel.
EW's visie: verstandig besluit en een wake-upcall voor artsen
Door: Bram Hahn, redacteur Kennis & CultuurHet klinkt enorm bot en harteloos om tegen patiënten met een levensbedreigende vorm van kanker te zeggen: sorry, maar uw medicijnen worden niet meer vergoed. Maar het is wel verstandig dat het Zorginstituut een grens instelt.
Er is op tal van terreinen in de zorg een enorm tekort aan geld, dus het is onbestaanbaar dat er tientallen miljoenen worden betaald voor medicijnen die niet het beoogde resultaat opleveren. Dat geld kan veel beter worden ingezet voor zorgvormen die wél werken.
Artsen blijven buiten schot in debat over dure middelen
Er klinkt kritiek van artsen, patiëntenorganisaties en farmaceuten op het besluit, omdat het onderzoek niet goed in elkaar zou zitten. Maar het Zorginstituut is er ondanks die tekortkomingen stellig van overtuigd dat de effectiviteit van de middelen niet aantoonbaar is.
Valse hoop kost iedereen geld
In de discussie blijft de rol van artsen wat onderbelicht. Ook zij moeten in hun praktijk toch zien dat deze peperdure middelen vaak weinig meer bieden dan valse hoop. Maar blijkbaar worden ze als laatste redmiddel toch te makkelijk voorgeschreven.
Daar is de individuele patiënt niet bij gebaat, en de Nederlandse samenleving ook niet. Want de kosten worden uiteindelijk in de vorm van hogere zorgpremies over iedereen verdeeld.