De feiten: Nieuwe glyfosaatstudie naar kanker gepubliceerd
Bron: Environmental Health, Trouw, LTOEr is een verband tussen het bestrijdingsmiddel glyfosaat en het risico op kanker bij ratten. Althans, dat concludeert een internationale groep wetenschappers van het Ramazzini Instituut, King’s College London en Boston College in een nieuwe studie.
Glyfosaat blokkeert de vorming van bepaalde enzymen in planten, waardoor ze afsterven.
LTO slaat alarm
De Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) roept op tot een onmiddellijke stop van glyfosaat als blijkt dat de resultaten kloppen, schrijft Trouw.
De organisatie vraagt de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) om de nieuwe studie met ‘de hoogste prioriteit’ te beoordelen.
Zo zit het onderzoek in elkaar
De onderzoekers voerden een langetermijnstudie uit bij bijna duizend ratten. Ze testten drie verschillende doses van puur glyfosaat of een van twee merkvarianten (Roundup en Ranger Pro). Omgerekend ging het om 0,5 milligram, 5 mg en 50 mg per kilo lichaamsgewicht per dag.
De proefdieren kregen het bestrijdingsmiddel via het drinkwater toegediend. Ook was er één controlegroep ratten die geen glyfosaat kreeg, maar puur drinkwater.
Volgens de onderzoekers ontwikkelden de ratten in de behandelgroepen een vorm van kanker, variërend van huid- en leverkanker tot leukemie, terwijl dit in de controlegroep niet gebeurde. Ze spreken van een statistisch significant verband. Oftewel dat het gevonden effect niet te wijten is aan toeval.
Wie zegt wat over de glyfosaatstudie?
Bron: Zembla, FD, X- ‘Deze studie legt zo veel gewicht in de schaal,’ zegt toxicoloog Paul Scheepers (Radboud Universiteit Nijmegen) tegen Zembla. ‘Er is nu voldoende reden om aan te nemen dat het middel kankerverwekkend is. Ook bij lage concentraties, waarvan we dachten dat ze veilig zijn.’
- ‘En natuurlijk miste het wakkere duo [en Zembla-journalisten] Ton van der Ham en Vincent Harmsen weer een ronduit verdachte fout in dit (door biologische landbouw gefinancierde!) onderzoek’, schrijft wetenschapsjournalist Maarten Keulemans van de Volkskrant op X.
- ‘De daadwerkelijke blootstelling in en via het milieu is veel lager dan in het onderzoek. Dus op basis van wat we nu weten, is er geen direct gevaar,’ zegt hoogleraar Ad Ragas (humaan en ecologische risicobeoordeling, Radboud Universiteit Nijmegen) tegen Het Financieele Dagblad.
- ‘Ach ja, “significant”. Als je even naar de cijfers in dat onderzoek kijkt, zie je dat dat hier niets voorstelt en denk ik zelfs wiskundig niet deugt,’ schrijft journalist en wiskundige Pepijn van Erp op X.
- ‘Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden gaat, op verzoek van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, naar deze studie kijken en toelating van glyfosaat heroverwegen. Als ik kijk naar hoe deze studie is uitgevoerd, denk ik dat dit geen gevolgen gaat hebben,’ zegt Pieter de Wolf, onderzoeker aan Wageningen University & Research en projectleider van de Boerderij van de Toekomst, tegen EW.
EW’s visie: Glyfosaatstudie rammelt aan alle kanten
Door: Laurien Onderwater, redacteur VooruitgangsgeloofAls iets een controversieel onderwerp is binnen de wetenschap, is het wel het gebruik van glyfosaat. Wetenschappers zijn bijna gedwongen een kant te kiezen: of je bent vóór of je bent tegen het gebruik van de herbicide.
Deze studie in Environmental Health doet dan ook een hoop stof opwaaien. Televisieprogramma Zembla – dat veel aandacht besteedt aan glyfosaat – schrijft dat experts de bevindingen ‘baanbrekend’ en ‘zorgwekkend’ noemen.
Ook NPO Radio 1 spreekt van een ‘baanbrekend onderzoek’. Presentator Natasja Gibbs zegt in een uitzending van De Nieuws BV zelfs dat nu ‘voor het eerst onomstotelijk is aangetoond’ dat glyfosaat kankerverwekkend is.
Zwakke resultaten
Maar wie in de resultaten duikt, ziet dat die helemaal niet zo baanbrekend zijn. Zo lees je in tabel 1 in het wetenschappelijke artikel dat er in de controlegroep nul gevallen van leukemie zijn.
In de behandelgroep met de hoogste dosis is er sprake van 1, hooguit 2 ratten met kanker, van de 102 in totaal. Dan kun je niet spreken van een statistisch significant verband tussen glyfosaat en het krijgen van kanker – iets wat de onderzoekers wel doen.
Dubieuze claims Zembla over glyfosaat
Een ander voorbeeld. In de Zembla-uitzending zegt hoofdonderzoeker Daniele Mandrioli van het Ramazzini Instituut: ‘Hoe groter de dosis, hoe sterker de effecten.’
Maar de resultaten laten deze zogeheten dosis-effectrelatie helemaal niet zien: het aantal kankergevallen in ratten neemt niet toe met een hogere glyfosaatconcentratie.
Verder noemt Zembla de toegepaste doseringen ‘relatief laag’, terwijl die juist behoorlijk hoog zijn. ‘De doses die zij hebben toegediend, zijn vele malen hoger dan doseringen waaraan mensen worden blootgesteld,’ zegt Pieter de Wolf van Wageningen University & Research.
Ook twijfels over eerdere studies
Daarnaast hebben onderzoekers voor hun studie gebruikgemaakt van zogenoemde Sprague-Dawley-ratten. Deze proefdieren worden vaak voor kankeronderzoek gebruikt, omdat ze gevoelig zijn voor kankerverwekkende stoffen.
Maar van dit ras is bekend dat ze spontaan tumoren kunnen ontwikkelen. Iets waar toch zeker rekening mee moet worden gehouden bij de interpretatie van de resultaten. Zo ontwikkelden ook enkele ratten in de controlegroep tumoren.
Tot slot is dit onderzoek uitgevoerd aan het Italiaanse Ramazzini Instituut, dat bekendstaat als activistisch en methodologisch omstreden.
Eerder trok de Europese autoriteit voor voedselveiligheid EFSA al onderzoeksresultaten van het Ramazzini Instituut in twijfel. Het gaat onder meer om een onderzoek naar de kunstmatige zoetstof aspartaam.
Kortom, de studie blijkt aan alle kanten te rammelen.
Zaai geen paniek over glyfosaat
Het is goed dat wetenschappers onderzoek blijven doen naar glyfosaat, en andere bestrijdingsmiddelen, en de mogelijke gevolgen voor de gezondheid. Wetenschap is altijd in beweging. Opgedane kennis wordt voortdurend uitgebreid, waar nodig aangepast en soms zelfs volledig herzien.
Maar nu gaat het om één studie, die ook nog eens slecht is uitgevoerd. Om dan gelijk te spreken van ‘baanbrekend onderzoek’ is absurd.
Onderzoeker De Wolf: ‘Je ziet dat mensen die altijd al een mening over het gebruik van glyfosaat hadden, meteen deze studie aangrijpen en zeggen: “Zie je wel, er is toch wat aan de hand. Dus dan moet je het maar alvast verbieden.”
‘Maar glyfosaat is sinds de jaren zeventig op de markt, heeft tot op heden alle toelatingstoetsen goed doorstaan en is een van de meest onderzochte stoffen die we kennen.’
Beoordelingsverzoek LTO is overtrokken
Het is dan ook overdreven dat de LTO het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) en de EFSA vraagt om de glyfosaatstudie zo snel mogelijk te beoordelen.
Het Ctgb is een zeer betrouwbare organisatie, en een stof moet aan strenge eisen voldoen om in Europa te worden toegelaten. Eén belabberde studie die iets anders beweert, verandert daar niks aan.
Verdere verdieping: Nog geen goede alternatieven voor glyfosaat
Bron: Ctgb, WURHoewel het goed is om niet afhankelijk te zijn van één onkruidverdelger, is het maar de vraag of alternatieve gewasbeschermingsmiddelen en -methoden beter zijn.
Wetenschappers doen aan de lopende band onderzoek naar chemische en niet-chemische alternatieven om onkruid effectief te bestrijden. Een niet-chemisch alternatief is het eggen en omploegen van land, maar dat komt de bodemkwaliteit en de biodiversiteit vaak niet ten goede.
Alternatieven voor glyfosaat vaak schadelijker
Voorbeelden van chemische alternatieven voor glyfosaat zijn diquat en glufosinaat-ammonium. Het Ctgb heeft echter de risico’s van het gebruik van deze stoffen vergeleken met glyfosaat en kwam tot het besluit dat die nadeliger zijn dan glyfosaat.
‘Wanneer deze alternatieven worden afgezet tegen glyfosaat op basis van de ecotoxicologische en humaan toxicologische effecten, dan zijn diverse nadelen zichtbaar ten opzichte van glyfosaat,’ schrijft de organisatie in een rapport.
Zo zijn diquat en glufosinaat-ammonium ‘kritischer voor vogels en zoogdieren en voor bijen en andere niet-doelwit-arthropoden’. En van diquat is bekend dat het veel langer in de bodem blijft zitten dan glyfosaat.
Glyfosaat-alternatief ‘kan vruchtbaarheid schaden’
Verder heeft het Europees Agentschap voor chemische stoffen glufosinaat de classificatie H360Fd toegekend: ‘Kan de vruchtbaarheid schaden. Wordt ervan verdacht het ongeboren kind te schaden.’
Een totaalverbod op glyfosaat leidt er volgens het Ctgb toe dat telers meer verschillende chemische middelen inzetten, en bovendien vaker. ‘Gezien de minder gunstige risicoprofielen van diquat en glufosinaat-ammonium leidt dat niet tot het verbeteren van de veiligheid van mens, dier en milieu.’
Om die reden zijn glufosinaat-ammonium en diquat verboden in Nederland.