Neem de vleesadviezen van de WHO met een korreltje zout

27 oktober 2015Leestijd: 3 minuten
'ANP'

Vleeswaren zijn kankerverwekkend, concludeert de wereldgezondheidsorganisatie na enquête-onderzoek. Oud nieuws. En bovendien: de meeste ‘kankerverwekkende’ stoffen verwekken helemaal geen kanker.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO zijn vleeswaren kankerverwekkend. Ophef alom.

Wat raar. Het is allereerst geen nieuws. Al twintig, dertig jaar wordt er in de wetenschappelijke literatuur gepubliceerd over de veronderstelde relatie tussen het eten van vlees (en vleeswaren) en het optreden van kanker – en dan vooral darmkanker.

Zo kwam in oktober 2007 het World Cancer Research Fund met een studie die toen het meest omvattende onderzoek op het gebied van kankerpreventie werd genoemd.

Er werd geadviseerd om helemaal te stoppen met ham, worst en gehakt, en de consumptie van rood vlees te beperken tot 500 gram per week, overigens nog steeds een flinke hoeveelheid. Elsevier wijdde er op 1 december 2007 een omslagartikel aan.

Opzienbarend

L’histoire se repète. Het enige verschil is dat het nu de WHO is die het zegt. Mocht dit al opzienbarend zijn, dan eerder vanwege het feit dat de WHO nu pas tot dit inzicht komt.

U dient een en ander met een flinke korrel zout te nemen. Bij voeding gaat het altijd om de combinatie. Een taartje met slagroom, een flesje wijn, een biefstuk, een zak patat, een reep chocola, het kan geen kwaad, mits met mate.

Epidemiologie

De relatie tussen vleeswaren en darmkanker is bovendien gelegd middels epidemiologie. Dat is niet altijd de betrouwbaarste vorm van onderzoek: het betreft doorgaans enquêtes waarbij wordt gezocht naar verbanden. Maar die kunnen ook toeval zijn.

Misschien hebben mensen die veel vlees eten wel andere ongezonde gewoonten, waardoor ze gemiddeld iets meer darmkanker krijgen dan zij die liever een plakje Oude Beemster op hun bammetje deponeren.

Natuurlijk wordt epidemiologisch onderzoek beter naarmate meer mensen worden geïnterviewd – de WHO heeft honderden studies onder de loep genomen – maar de geschiedenis stemt niet vrolijk: door dit soort onderzoek hebben we in het verleden ten onrechte gemeend dat we moesten uitkijken met vet en met eieren.

Proefdieren

Het begrip ‘kankerverwekkend’ zegt bovendien weinig. De meeste kankerverwekkende stoffen verwekken helemaal geen kanker. Ja, bij proefdieren, wanneer die worden volgestopt met onnatuurlijke hoeveelheden van een substantie.

Kanker is sowieso een ziekte die op de terugtocht is. We zijn steeds beter in staat om kanker aan te tonen en te bestrijden.

Dat het in sommige landen en voor sommige bevolkingsgroepen killer nummer 1 is, komt doordat de daling in sterfte bij andere ziekten (hartaanvallen) nog groter is en we steeds ouder worden: kanker is – op de spreekwoordelijke uitzonderingen na – een ouderdomsziekte.

Op scherp

Dan zit het menselijk lichaam ook nog eens vol met verdedigingsmechanismen tegen kanker. Die moeten op scherp worden gesteld.

Dus is het wellicht juist goed wanneer wij af en toe een hapje ‘kankerverwekkende’ worst tot ons nemen – mits, alweer, met mate. Dat voorkomt dat al die ‘kankerverwekkende’ voedingsmiddelen ook daadwerkelijk kanker verwekken.

De soep wordt dus niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend.