Valentijnsdag: het geheim van een langdurige relatie

27 mei 2016Leestijd: 12 minuten
Foto: ANP

Waarom houden veel stellen het maximaal vijftien jaar met elkaar uit? Veel heeft te maken met te hooggespannen verwachtingen en (on)vermogen tot intimiteit. Hoe vermijdt u de belangrijkste liefdesvalkuilen en blijft u duurzaam gelukkig?

Dit stuk verscheen eerder in Elsevier op 27 mei 2016

Het is voor velen de meest enerverende fase van een relatie: ontluikende verliefdheid. Als we er even van uitgaan dat het wederzijds is, breekt een gepassioneerde periode aan waarin de verliefden barsten van de energie en de gedachte aan ‘de ander’ alles opslokt.

Terwijl wij denken dat we onze zielsverwant hebben gevonden die ons voortaan woordloos zal begrijpen, zeggen wetenschappers dat de passie die we voelen, deels biochemisch is. Wanneer we iemand tegenkomen die ons in vuur en vlam zet, komt ­fenylethylamine vrij, een lichaamseigen stof die in de hersenen het startsein vormt voor de aanmaak van stoffen als dopamine, serotonine en noradrenaline. Die maken dat geliefden zich extatisch voelen.

Wie dit al teleurstellende informatie vindt, wordt zeker niet blij van het vervolg: we houden deze staat van zijn niet heel lang vol. Natuurlijk, er zijn stellen genoeg die decennialang een relatie hebben – volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vierden 118.000 Nederlanders in 2015 hun zilveren (25-jarige) huwelijk, 116.000 mensen waren dat jaar veertig jaar getrouwd.

Maar één op de drie huwelijken strandt, gemiddeld is vijftien jaar het breekpunt. Terwijl stellen hun autonomie hebben opgeofferd ten gunste van het samenzijn, weten ze niet de momenten te overleven die hun relatie onder druk zetten – van de komst van kinderen tot overspel.

Waarom navigeren sommige mensen in een relatie moeiteloos en hoppen anderen van de een naar de ander? Is alleen-zijn – Nederland telt 2,6 miljoen eenpersoonshuishoudens – het nieuwe normaal? Vijf relatiepijlers en -bedreigingen, verklaard door psychologen en relatietherapeuten.

1. Het romantische model

Ideaal zit ons dwars

Voordat het over de liefde gaat, is het goed te beseffen hoe cultureel bepaald onze ideeën daarover zijn. We lopen collectief met ons hoofd in de wolken, waarschuwt filosoof Alain de Botton in zijn boek Weg van liefde. In de westerse wereld laten we ons verblinden door ‘de romantische illusie’. Terwijl pakweg een eeuw geleden het verstandshuwelijk de normaalste zaak van de wereld was, leren we nu uit boeken en films dat liefde de basis is van alles en dat die niets minder dan groots en meeslepend moet zijn. Doordat we op deze manier gehersenspoeld zijn, begrijpen we liefde helemaal verkeerd, vindt De Botton. We zoeken spontaniteit en zielsverwantschap, maar kunnen lastig een partner vinden die ons dat brengt.

Kameraadschap

De Botton staat niet alleen in zijn analyse van het westerse relatiemodel. Ook Aziz Ansari laat in zijn boek Moderne romantiek zien hoezeer de ideeën over liefde binnen één generatie zijn veranderd. Ansari is een 33-jarige Amerikaanse komiek en misschien niet de eerste die u zou vertrouwen als relatie-expert. Maar voor dit boek nam hij socioloog Eric Klinenberg in de arm; samen interviewden ze honderden Amerikanen, jong en oud.

Voor de senioren vormden kameraadschap en vriendschap een voldoende basis voor een relatie. Wachten op echte liefde was halverwege de vorige eeuw een luxe. Mensen trouwden omdat het hoorde en om wat je ervoor kreeg. Het huwelijk bood vele voordelen: je kreeg er sociale status door en – via het op de wereld zetten van kinderen – voortzetting van je naam.

Tegenwoordig is het radicaal anders: al dan niet opgejut door leeftijdgenoten op sociale media zoeken twintigers en dertigers én comfort én avontuur, ze willen een vriend én een hartstochtelijke minnaar. Ze zoeken versmelting en doen het niet voor minder.

Liefdesstijl

Anzari en De Botton zijn niet de eersten die wijzen op de enorme nadruk op romantische liefde, die het meest is ‘gepropageerd’, beschreven en bezongen, maar het minst wordt beleefd. Al in 1973 beschreef de Canadese socioloog John Alan Lee in The Colours of Love dat er naast deze ‘erotische liefdes­stijl’ nog vijf andere liefdesstijlen mogelijk zijn. Zo is er de ‘pragmatische liefde’ – mensen kiezen voor een bepaalde levensstijl en zoeken een partner die daarbij past – en de altruïstische stijl van overgave en wegcijferen.

Dan is er nog de ‘Ludus-stijl’ van de mensen die van opwinding houden en graag een spel van aantrekken en afstoten spelen. Tot slot onderscheidt Lee de ‘manische’ stijl, waarin sprake is van extreme pieken en dalen, en de ‘Storge’-stijl – die van vriendschap en zonder al te veel passie. Je kunt dus best een ander soort liefde beleven dan die uit de film en daarmee tevreden zijn.

2. Groter jachtterrein

Hoe we kiezen

De manier waarop toekomstige geliefden elkaar ontmoeten, is in rap tempo veranderd. Vroeger keken mensen bij het zoeken naar een partner niet verder dan hun neus lang was. Uit onderzoek uit 1932 van socioloog James Bossard naar vijfduizend huwelijksakten in Philadelphia bleek bijvoorbeeld dat eenderde van de stellen in een straal van vijf straten bij elkaar vandaan woonde voordat ze elkaar ontmoetten. Eén op de zes zelfs in dezelfde straat.

Hoe anders is het nu: met dank aan internet is het aantal potentiële partners exponentieel gestegen. Omdat alles digitaal kan en gaat, hoeven de huidige twintigers en dertigers niet meer de stad af te schuimen op zoek naar een leuk iemand, ze hebben een café in hun tas: de mobiele telefoon.

Sociologisch onderzoek van de University of Chicago, gedaan tussen 2005 en 2012, laat zien dat het romantische leven van Amerikanen zich steeds meer online gaat afspelen: voor 35 procent was online daten de manier om een partner te vinden, heel wat meer dan via werk (14 procent) of vrienden (12,4 procent).

Uitmaak-sms

Het jachtveld is met dank aan technologie dus enorm uitgebreid, maar daaraan kleven ook risico’s: er is eenvoudigweg te veel om uit te kiezen en te weinig dat voldoet aan het ideaal. Verder is snel gewonnen ook snel geronnen: uit een enquête uit 2014 onder 2.712 Amerikanen tussen de 18 en 30 jaar, bleek dat 25 procent het uitmaakte via een sms, 20 procent via sociale media en 11 procent via e-mail. Op die manier konden ze de redenen van uitmaken beter uitleggen, zo zeiden ze. Opmerkelijk: 73 procent van de ondervraagden die het zo hadden uitgemaakt, gaf aan het niet prettig te vinden als hunzelf zo de wacht werd aangezegd.

Online communiceren met potentiële partners heeft bijwerkingen: jongeren zijn zo gewend aan communiceren via tekst dat een spontane conversatie er niet meer in zit. Lastig voor wie een relatie wil, tenzij je het prima vindt om samen op de bank naar een schermpje te staren.

3. Botsende relatiestijlen

Recept voor ellende

Wie de datinghobbels heeft genomen en een partner heeft, kan niet op zijn lauweren rusten. Want als u en uw partner verschillende hechtingsstijlen hebben, is dat bijna een recept voor relatie-ellende. En dat komt vaker voor dan u denkt.

De Britse psychiater John Bowlby (1907-1990) ontwikkelde een theorie over de manier waarop kinderen zich aan hun ouders hechten. Als een opvoeder – Bowlby had het vooral over moeders – zich sensitief toont en oog heeft voor de behoeften van een kind, zal het zich op een veilige manier hechten. Een kind met afstandelijke en starre ouders kan een vermijdende hechtingsstijl ontwikkelen, en later problemen krijgen met intimiteit. Kinderen met inconsequente ouders maken kans op een angstige hechtingsstijl: ze zijn bang niet geliefd te zijn.

De theorie is wijdverspreid en geadopteerd en uitgebreid door veel psychologen. Volgens de Amerikaanse neurowetenschapper en psychiater Amir Levine heeft meer dan 50 procent van de mensen een veilige hechtingsstijl, circa 20 procent is angstig, 25 procent is vermijdend en de resterende 3 tot 5 procent behoort tot de categorie gedesorganiseerd (een combinatie van angstig en vermijdend).

Nu zou je denken dat iedereen aast op de veilig gehechte 50 procent van de mensen – immers het beste ‘materiaal’ voor een rustige en langdurige relatie: ze spelen geen spelletjes, dagen elkaar niet uit, zijn niet bang voor echte intimiteit. Het tegendeel is het geval, zegt Levine. Allereerst zijn de ‘veiligen’ minder beschikbaar op de relatie markt, simpelweg omdat ze al onder de pannen zijn.

Dan is er nog een interessant punt: mensen met een angstige of vermijdende hechtingsstijl lopen veilig gehechte mensen liever voorbij omdat ze die saai vinden. Iemand met een vermijdende hechtingsstijl die niet voortdurend beschikbaar is, heeft iets spannends. Angstige en vermijdende mensen zoeken elkaar op, maar raken al snel verzeild in een tango van aantrekken en afstoten. Zo’n relatie moet wel schipbreuk lijden. Elke volgende keer dat iemand met een onveilige stijl een ander treft die een vermijdende stijl heeft, gaan de alarmbellen af. Zou je denken. In werkelijkheid gaan die alarmbellen wel af, maar worden ze verkeerd geïnterpreteerd: als passie.

Dit is geen reden om te wanhopen; hechtingsstijlen zijn niet statisch, ze kunnen veranderen. Uiteraard komt een beetje zelfkennis daarbij goed van pas (doe de test op pagina 72 om te zien welke hechtingsstijl u hebt).

4. Doen jullie het nog?

Relaties en seks

Het was zachtgezegd een verrassende brandbrief die Pinkcloud.nu in oktober 2015 aan gemeenten stuurde. Hij bevatte een serieuze oproep aan de gemeenten om aanstaande ouders te waarschuwen voor de druk die de komst van kinderen op hun relaties kan zetten. Hoewel circa 70.000 kinderen jaarlijks een scheiding meemaken en ze daardoor in de toekomst ook zelf sneller zullen scheiden, lijkt het geen goed plan dat de overheid zich met onze intieme relaties gaat bemoeien.

Helemaal onzinnig is de waarschuwing niet: 83 procent van de stellen krijgt een relatiecrisis na de komst van een eerste baby. Nachtelijke voedingen, slecht slapen, en zorgen om het welzijn van de baby kunnen zorgen voor gestresste en oververmoeide ouders. Niet zelden betekent een baby het einde van een daarvoor bloeiend seksleven.

‘Doen jullie het nog?’ was een veelgestelde vraag aan de vrouw van relatietherapeut Jean-Pierre van de Ven (48) op het schoolplein als ze wachtte tot de kinderen uit school kwamen. Hij verhief het tot de titel van zijn boek over seks en relaties. ‘Seks is overal en tegelijk eng geworden,’ zegt hij. ‘Kinderen zijn alleen al logistiek een lastige kwestie. Dan treden allemaal automatismen in werking. Je gaat het net zo doen als je ouders het deden. Er ontstaat ruzie over taakverdeling in huis: hoeveel doen we samen, hoeveel alleen? Onder druk blijkt pas echt wat mensen van iets vinden en dat beïnvloedt ook het seksleven.’

Hoewel de statistieken licht variëren – veel onderzoeken gaan uit van zelfrapportage en over seks zijn mensen niet altijd eerlijk – is het geen geheim dat stellen minder vrijen naarmate een relatie langer duurt. De Amerikaanse onderzoeker Vaughn Call berekende twintig jaar geleden dat jonge echtparen tussen de 19 en 24 jaar gemiddeld 11,7 keer per maand seks hebben. Per leeftijdsgroep daalt de seksfrequentie gradueel tot 2,4 keer per jaar voor 65- tot 69-jarigen. Dat is niet alleen gewenning, maar ook gewoon leeftijd: de concentratie van het libido­hormoon neemt in de loop van de jaren af.

‘Seks wordt vaak afgeschilderd als het hoogst haalbare in een relatie. Gemiddeld doen Nederlanders het 1,2 keer per week. Als dat gemiddelde niet wordt gehaald, slaat de paniek toe, zegt Van de Ven. De therapeut vindt vergelijken niet zo zinvol. Wel moet je volgens hem praktisch zijn: ‘Voor een goed seksleven moet je tijd maken, niet te druk zijn met zorgtaken of in een gehorig huis wonen.’

5. Goed ruziën

Negativiteit is dodelijk

Staat verwaarloosde tederheid hoog op de lijst van relatieproblemen, er zijn meer bedreigingen. Bijvoorbeeld de onderhandelingen over wiens carrière voorgaat. Van de Ven ziet in zijn praktijk dat mensen zich op hun werk storten en weinig thuis zijn. ‘De partner denkt: jij kiest voor jezelf, dat ga ik ook doen. Er is wrijving en een soort ongenoegen, maar dat wordt niet uitgesproken. Dan krijg je ruzie over alles en wordt de vaatwasmachine ineens ook iets om je mening over te geven.’

In de twintig jaar dat hij relatietherapeut is, heeft hij de rolpatronen zien veranderen: ‘Tegenwoordig klagen ook mannen dat hun vrouw na het avondeten meteen weer haar werkkamer induikt. Of dat er geen cultuur is van samen dingen doen met de kinderen.’ De Duitse wetenschapsjournalist Bas Kast bracht in het boek De liefde en waar de hartstocht vandaan komt (2006) onder meer in kaart wat echtelieden uit elkaar drijft. Het begint met afname van interesse in elkaar: hoe langer een huwelijk duurt, hoe minder de echtelieden zich in elkaar verdiepen. Omdat ze al denken te weten wat hun partner denkt en voelt, luisteren ze niet meer.

De Amerikaanse psycholoog John Gottman onderscheidde vijf soorten gedrag die een relatie kunnen ruïneren: kritiek, tegenaanval, minachting, muren optrekken (en zo niet alleen ruzie, maar ook de hele relatie vermijden), of juist machtsvertoon (over de ander heen walsen).

Deze vijf soorten gedrag kunnen een relatie langzaam vergiftigen en ervoor zorgen dat een stel afzakt naar de situatie dat de partners langs elkaar heen leven en eenzaam met zijn tweeën zijn. Dit dieptepunt leidt nogal eens tot het overspel dat veel gehuwden vrezen: als binnen de relatie intimiteit niet langer vanzelfsprekend is, zoeken mensen die op een gegeven moment daarbuiten.

Hoe moet het dan wel? Goed ruziemaken helpt. Natuurlijk ergeren gelukkige stellen zich tijdens een ruzie aan elkaar, maar ze spelen het klaar om het aantal negatieve uitingen binnen de perken te houden. Sterker, zelfs in een conflictsituatie vertonen ze nog positieve gedragingen, bevrijden zich bijvoorbeeld met een grapje uit de neerwaartse spiraal.

Happy single

Als het allemaal zo moeizaam is, dan maar alleen? Het idee van de happy single die volop geniet van het nachtleven, is eerder een mediacreatie dan dat het klopt, schrijft Kast. Alleenstaanden zijn ongelukkiger, voelen zich vaker eenzaam, zijn egocentrischer, eigenzinniger en minder optimistisch dan paren. ‘De jonge single tot ongeveer dertig jaar is emotioneel vaak labiel, sociaal geremd, terughoudend en zijn eigenwaarde is niet bijzonder hoog,’ citeert Kast relatieonderzoeker Franz Neyer van de Humboldt Universiteit in Berlijn.

Ook Van de Ven gelooft niet in het beeld van de happy single: ‘Weinig mensen zijn tevreden alleen. Ik zie natuurlijk slechts een selectie, maar mijn indruk is dat mensen het heel onaangenaam vinden om alleen te wonen. Ze vragen zich af: is er iets mis met mij?’

Kunnen we dan ten minste leren van relaties die mislopen, kun je er beter in worden naarmate je ouder wordt? Van de Ven: ‘Mensen kunnen beter worden in relaties, als ze ook hun eigen aandeel in wat er misging, erkennen. Dat zijn de gelukkigen. Maar je hebt zeker ook de mensen die keer op keer dezelfde fouten maken. Ze wisselen van paardje, maar draaien steeds weer in dezelfde carrousel rond.’

De grijze scheidingsgolfWas vroeger weglopen uit een huwelijk onfatsoenlijk, tegenwoordig gebeurt dat steeds makkelijker en vertrekt eenderde van de mensen als een relatie tegenvalt. Oók mensen die boven de vijftig zijn. Sterker: er is wereldwijd sprake van een grijze scheidingsgolf.
Een greep uit de cijfers: in de Verenigde Staten scheidden in 2014 tweemaal zoveel vijftigplussers als in 1990. In het Verenigd Koninkrijk daalde het scheidingspercentage in alle leeftijdsgroepen, maar steeg dat onder vijftigplussers. In Nederland was in 2014 één op de drie gehuwden die uit elkaar gingen vijftig jaar of ouder. Tien jaar eerder was dat nog één op de vijf. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nam de gemiddelde scheidingsleeftijd bij mannen tussen 2004 en 2014 toe van 43 naar 46 jaar, bij vrouwen van 40 naar 43 jaar.
Wat is er aan de hand? Er wordt later getrouwd, zegt het CBS. Gemiddeld duurt een huwelijk vijftien jaar voordat het strandt en dus is de ‘eindleeftijd’ meeverschoven.
Maar er zijn ook andere, sociologische verklaringen denkbaar, die het voor vijftigplussers logischer maken om uit elkaar te gaan. Het moderne huwelijk draait niet langer om stabiliteit, maar heeft liefde als fundament. ‘We zijn in enkele generaties anders tegen het huwelijk aan gaan kijken,’ zegt Jan Latten (63), hoofddemograaf van het CBS en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Vroeger was een huwelijk de verzekering van een maatschappelijke positie, mensen wilden onder de pannen zijn. De sociale controle was sterk en ook in religieuze zin waren er duidelijke richtlijnen. De omgeving zei: eens gekozen, altijd gekozen, en dus scheidden mensen minder makkelijk ’
Deden mensen dertig jaar geleden nog alles voor het gezin, tegenwoordig is genieten het belangrijkst. Latten: ‘Je moet het leuk met elkaar hebben. Zo niet, dan is er iets mis en ga je uit elkaar. Het gaat nu om het vinden van de ideale partner, daar besteden mensen veel tijd aan.’ Bij samenwonen zijn overigens meer scheidingen dan bij huwelijken. ‘Dat is logisch: samenwonen is een soort oefentijd. Seksualiteit begint rond het vijftiende, zestiende levensjaar, mensen trouwen als ze dertig zijn. Wat doen ze in de tussentijd? Ze proberen partners uit, gaan een eerste keer samenwonen.’
Een belangrijke oorzaak waardoor relaties en huwelijken stranden, is dat mensen, zeker vrouwen, de afgelopen decennia economisch zelfstandig zijn gewor­den. Wie voor zichzelf kan zorgen, blijft niet bij zijn partner omdat hij armoede vreest.
Dat relaties en geld niet los van elkaar staan, blijkt uit de daling van het aantal scheidingen tussen 2008 en 2016, de periode van de financiële malaise: ‘Je zag dat mensen hun echtscheidingen uitstelden.’ Er is wel een inhaaleffect: in 2014 eindigden 35.000 huwelijken in een echtscheiding en was het aantal weer terug op het niveau van 2008.
In de toekomst is nog een verandering te verwachten: ‘Jonge hoogopgeleide vrouwen verdienen nu al meer dan jonge hoogopgeleide mannen. Over twintig jaar zijn dat veertigers. Dan verdient ze meer dan hij en moet hij wel braaf zijn,’ grapt Latten.