Dakloosheid groeit buiten beeld: de vergeten Nederlanders zonder huis

Beeld: ANP.

Een nieuwe telling toont dat het aantal daklozen in Nederland waarschijnlijk veel hoger ligt dan de schatting van het CBS. Toch blijft het stil in Den Haag.

In Almere, de stad die eind 2024 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de hoogste dakloosheid per hoofd van de bevolking kende, is het probleem tastbaar. De gemeente besloot daarom niet te wachten op landelijke initiatieven, maar zelf te experimenteren.

Zo werd afgelopen winter in samenwerking met het Leger des Heils een sporthal opengesteld voor vijftig arbeidsmigranten die anders op straat zouden zijn beland. ‘Dakloosheid is primair een woningprobleem,’ zegt een woordvoerder. ‘Als er genoeg huizen zijn, hoeft niemand buiten te slapen.’

Dakloosheid is geen thema in de verkiezingen

Ondanks verwoede pogingen als deze van gemeenten als Almere groeit de groep dak- en thuislozen in Nederland gestaag. ‘Hoeveel mensen er precies zonder stabiele woonplek leven, weten we in Nederland eigenlijk niet,’ zo stelt Judith Wolf, emeritus-hoogleraar maatschappelijke zorg aan het Radboud UMC in Nijmegen.

‘Onbegrijpelijk dat dakloosheid geen thema is in de verkiezingscampagne,’ zegt ze gefrustreerd. Want dakloosheid is direct verbonden met twee thema’s die wel domineren: migratie en woningbouw. Arbeidsmigranten verliezen vaak hun huisvesting zodra hun baan wegvalt en het tekort aan betaalbare woningen maakt dat meer mensen dakloos raken.

Waarom het CBS duizenden mensen mist

Cijfers van het CBS spreken van ruim 33.000 mensen zonder vaste woonplek, maar een recente telling volgens de internationale ETHOS-methode, uitgevoerd in slechts 57 van de 342 gemeenten, kwam al uit op 28.000 mensen. Extrapolatie naar het hele land doet vermoeden dat het er tienduizenden meer moeten zijn. Het verschil in cijfers is al jaren onderwerp van discussie.

Achter die cijfers gaan uiteenlopende verhalen schuil: van jongeren die noodgedwongen bij vrienden op de bank slapen tot arbeidsmigranten die hun woning verliezen zodra ze hun baan kwijtraken. Volgens Wolf komt dat vooral doordat het CBS een schatting maakt van enkele groepen dakloze mensen. ‘Een groot deel van de populatie blijft daardoor buiten beeld.’ Dakloosheid is volgens haar simpelweg ‘het ontbreken van een adequate woonplek’.

Dat gaat dus niet alleen om mensen op straat of in de opvang, maar ook om mensen die noodgedwongen in een auto, caravan of garagebox verblijven, of die van bank naar bank trekken bij vrienden en familie.

Kinderen zijn ‘snel stijgende’ groep daklozen

Welke definitie wordt gehanteerd, bepaalt wie meetelt in de statistieken. En daarmee ook wie toegang krijgt tot voorzieningen.

Oorzaak dakloosheid: woningcrisis met stip bovenaan

De ETHOS-telling, uitgevoerd door de Hogeschool Utrecht en het Kansfonds, kiest bewust voor een bredere benadering. Daarbij worden ook gegevens van huisartsen en woningcorporaties meegenomen.

Marjam Smeekens, onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht (HU): ‘Met deze methode krijgen we een veel beter beeld van de daklozenpopulatie. Kinderen onder de 18 en ouderen boven de 65 worden in onze tellingen wel meegenomen. We zien namelijk dat juist kinderen een snel stijgende groep zijn.’

CBS oneens met kritiek

Het CBS weerspreekt de kritiek en stelt dat het wel degelijk de Europese ETHOS-definitie hanteert, maar deze strikter afbakent. Zo blijven bepaalde groepen inderdaad buiten beeld, maar omdat de statistiek al ‘sinds 2009 op exact dezelfde manier wordt uitgevoerd, worden trends zichtbaar’, aldus een woordvoerder.

Als er aan de definitie wordt gerommeld, valt het constateren van trends weg, zo luidt het argument.

Dakloosheid is vooral een woonprobleem

Cijfers zijn maar één kant van het verhaal. De oorzaken van dakloosheid zijn structureel én individueel, en lopen vaak in elkaar over. Wolf stelt dat het tekort aan betaalbare woningen ‘met stip bovenaan staat’, gevolgd door inkomensonzekerheid.

Een kwart van de daklozen in Amsterdam heeft geen briefadres

Ze wijst daarnaast op een derde factor: maatschappelijke instituties die ‘haast contraproductief’ werken. Ze noemt het voorbeeld van het verkrijgen van een briefadres. Dat is voor veel dakloze mensen erg ingewikkeld.

‘Wettelijk zou iedereen dat moeten kunnen krijgen. Toch stellen sommige gemeenten zulke hoge eisen dat mensen er niet voor in aanmerking komen, of ze weten niet dat het kan. Zo blijven ze langer in die positie hangen.’

Onmogelijk om uitkering aan te vragen

De gevolgen zijn zichtbaar in de praktijk. HU-onderzoeker Smeekens: ‘Uit de ETHOS-telling blijkt dat ruim een kwart van de daklozen in Amsterdam geen briefadres heeft.’ Zonder adres is het vrijwel onmogelijk om een uitkering aan te vragen of toegang te krijgen tot zorg.

Bovendien zijn bepaalde groepen extra kwetsbaar. Arbeidsmigranten verliezen vaak hun huisvesting zodra ze hun baan kwijtraken. ‘Dat is de laatste jaren een van de hardst groeiende groepen,’ zegt Wolf.

Politieke wil: de sleutel die ontbreekt

Ondanks de groeiende aantallen ontbreekt het volgens Wolf aan politieke wil. Ze herinnert eraan dat begin deze eeuw veel ernstig verslaafde mensen op straat leefden. ‘Toen ontstond er politieke wil om dat terug te dringen en dat is uiteindelijk gelukt. Inmiddels groeit de groep daklozen weer, ook op straat, maar de politiek lijkt niet in te zien dat dit óók een onderdeel is van het woonprobleem.’

Een uitzondering vormt de ChristenUnie. Zes dagen na de ETHOS-telling presenteerde de partij het Deltaplan Kinderdakloosheid. Lijsttrekker Mirjam Bikker sprak in de talkshow Pauw & De Wit haar zorgen uit: ‘Als ik hoor dat er vannacht alleen al in de omgeving Den Haag vijf kinderen op straat gevonden gaan worden, dan vind ik dat onbestaanbaar.’

Sluiten andere partijen zich aan bij het plan?

Het plan heeft de ambitie om kinderdakloosheid binnen een jaar op te lossen: door een crisis uit te roepen, meer betaalbare woningen te bouwen en in elke regio een noodopvang te plaatsen. Bikker hoopt dat andere partijen zich bij het plan aansluiten. Aan tafel zei Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) dat hij het ‘blind zou tekenen’.

‘Zolang dakloosheid niet wordt erkend als onderdeel van het woningtekort en inkomensonzekerheid, zal het probleem blijven groeien,’ is de stellingname van Judith Wolf. Bikker toont aan dat er reden is voor voorzichtig optimisme. Gemeenten als Almere proberen te repareren wat landelijk beleid laat liggen, maar zonder structurele oplossingen blijven tienduizenden mensen, letterlijk én figuurlijk, buiten beeld.