Gevaarlijk: helft Nederlanders wil meer censuur door de overheid

28 september 2023Leestijd: 3 minuten
Beeld: ANP.

Onrustbarend veel Nederlanders zijn voor overheidsingrijpen tegen misinformatie, schrijft Bart Collard op EW Podium.

Een grote groep Nederlanders vindt dat de online vrijheid van meningsuiting mag worden beperkt bij misinformatie of desinformatie, bleek eind augustus in Burgerperspectieven 2023 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Bij misinformatie heeft de verspreider geen kwade intentie, bij desinformatie wel. De Europese Unie en haar lidstaten stellen doorgaans beleid op dat zich richt op desinformatie. Dat is vreemd. Hoe kan de intentie van een verspreider worden achterhaald?

Het zou vanuit overheidsperspectief logischer zijn om te kijken naar het effect van een uiting. Maar ook dan past terughoudendheid. Woorden zijn geen kogels, ze doden niet. Toch lijkt de helft van de Nederlanders dit wel degelijk te denken. Het SCP schrijft:

Een nipte meerderheid (51 procent) neigt naar ingrijpen door de overheid als mensen volgens de overheid gevaarlijke informatie delen, ook als dat ten koste gaat van de vrijheid van meningsuiting.

De redenering van deze respondenten is te volgen, mochten ze met ‘gevaarlijke informatie’ bedoelen: ‘oproepen om iemand te doden’. Maar er wordt geen definitie gegeven, en dus ontstaat het idee dat alles gevaarlijk is wat de respondenten zelf gevaarlijk achten. Denk aan onwelgevallige opinies.

En het gaat verder dan dat. De respondenten stellen dat de overheid moet bepalen wat gevaarlijke informatie is. Zij willen dat de overheid ingrijpt als die dat zelf noodzakelijk acht. Dat vereist een flink vertrouwen in de overheid:

Een meerderheid van de mensen (71 procent) dicht de Nederlandse overheid verantwoordelijkheid toe om online misinformatie en haatzaaien te bestrijden. Deze toekenning van verantwoordelijkheid hangt wel samen met vertrouwen in de overheid. Meer vertrouwen in de overheid gaat gepaard met meer verantwoordelijkheid om regels voor online gedrag en informatie te maken. Hetzelfde mechanisme speelt bij verantwoordelijkheid en vertrouwen in de EU.

Interessant dat de respondenten de overheid toevertrouwen om de waakhond van de waarheid te spelen, terwijl de afgelopen jaren in het teken stonden van tal van schandalen waarbij diezelfde overheid met de waarheid speelde.

Meerderheid bepleit juridische consequenties

Dat velen woorden als kogels zien, blijkt ook uit hieruit: 60 procent van de respondenten wil de uitingsvrijheid beperken bij belediging van groepen.

Er zijn meer mensen die de grens voor het beperken van de vrijheid van meningsuiting leggen bij het beledigen van groepen (60 procent) dan bij het delen van onware informatie (48 procent).

Bij het kwetsen op basis van geloofsovertuiging gaat het zelfs om 70 procent. Nog schokkender is dat de helft (48 procent) blijkbaar de verspreiding van onjuiste online berichten wil beperken, ongeacht intentie en effect. Onwaarheden mogen niet worden uitgesproken, volgens hen.

Voor de duidelijkheid: het gaat hen hier niet om een fatsoensnorm (‘Je hoort niet te liegen’) maar om een juridische grens, waarvan overschrijding consequenties dient te hebben. Het SCP concludeert:

Er zijn een paar mensen die vinden dat de vrijheid van meningsuiting beperkt wordt in Nederland. Daar tegenover staan mensen die zich er juist zorgen over maken dat mensen alles maar zeggen.

Maak de bevolking weerbaar

Misinformatie is een probleem en kan een bedreiging vormen voor diverse aspecten van het leven, zeker in dit tijdperk van hyperinformatie. Maar dat betekent niet dat alle middelen moeten worden ingezet ter bestrijding ervan.

De vrijheid van meningsuiting is een bijzonder recht dat moet worden gekoesterd. De remedie kan erger zijn dan de kwaal. In plaats van onwaarheden censureren, moet worden ingezet op burgers weerbaarder maken tegen misinformatie.

Leer schoolkinderen over filterbubbels, over politieke en ideologische belangen bij informatieverspreiding, over technologische mogelijkheden om informatie te faken, en hoe ze daarmee om kunnen gaan. En leer ze over het belang van vrijheid van meningsuiting, zodat ze niet – zoals de helft van de respondenten in het SCP-onderzoek – bereid zijn om het kind met het badwater weg te gooien.

De vrijheid van meningsuiting omvat ook het verspreiden van misinformatie.

Bart Collard is auteur van het recent verschenen boek Het recht op misinformatie.