Directeur CIDI: Israël, recht in eigen hand kán geen oplossing zijn

10 maart 2023Leestijd: 4 minuten
Clash Israëlische parlementariër en Palestijnse activist bij Huwara. Foto: JAAFAR ASHTIYEH / AFP

De rellen tussen Joodse en Palestijnse burgers in Huwara op de Westelijke Jordaanoever passen in een zorgwekkend patroon van geweld. De Israëlische regering moet nu verantwoord leiderschap tonen, betoogt CIDI-directeur Naomi Mestrum op EW Podium.

Naomi Mestrum (1980) studeerde Arabische Taal & Cultuur aan de Universiteit Utrecht, waar zij zich specialiseerde in het Arabisch-Israëlische conflict. Mestrum is directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI).

EW Podium  publiceert opinies van (veelal beginnende) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. De opinies hoeven niet overeen te komen met die van de redactie.

Zondag 26 februari speelde zich een terreuraanslag af in het dorpje Huwara, gelegen in B-gebied op de Westelijke Jordaanoever. De Palestijnse dader ramde zijn voertuig tegen de auto van twee Joodse broers, waarna hij hen van dichtbij neerschoot. Beide jongens, 20 en 22 jaar oud, overleden later aan hun verwondingen – een gegeven dat in de steden Nablus en Jenin leidde tot de gebruikelijke feestelijkheden met zoetigheid en andere lekkernijen.

De aanslag, helaas de zoveelste in een reeks van oplaaiend geweld, zorgde voor enorme woede onder de naburige Joodse kolonisten. Tientallen trokken naar Huwara, waar ze auto’s en zelfs enkele huizen in brand staken. Er volgden hevige rellen tussen Joodse en Palestijnse burgers. Het duurde tot na middernacht voordat het leger, dat intussen druk jacht maakte op de moordenaar van de broers, de orde kon herstellen.

Een pogromachtige sfeer

Het is niet de eerste keer dat het recht in eigen hand is genomen. Tijdens de laatste Gaza-operatie van mei 2021 sloeg de vlam in de pan in Lod, Ramle, en andere gemengde Israëlische steden waar Joden en Arabieren tot dan toe relatief geweldloos naast elkaar hadden gewoond.

Woedende Arabieren trokken door de straten. Algauw ontstond er een pogromachtige sfeer, waarbij winkels werden vernield, synagogen in vlammen opgingen en zelfs enkele doden waren te betreuren. Het geweld liet diepe sporen na in de Israëlische samenleving en is te beschouwen als een keerpunt in de relaties tussen Joden en Arabieren.

Oproep tot kalmte

Het behoeft geen uitleg dat hier sprake is van een gevaarlijke ontwikkeling, met de potentie om uit te groeien tot een onbeheersbare veenbrand. Hoewel woede begrijpelijk is na de schok over een brute moord, kan en mag het nooit een reden zijn om het recht in eigen hand te nemen. Premier Benjamin Netanyahu benadrukte dit zondagavond met klem en riep op tot kalmte, net als president Isaac Herzog.

Minister van Financiën Bezalel Smotrich liet een soortgelijke verklaring uitgaan, maar pas nadat hij eerst een tweet had geliked van een regionale Joodse leider die opriep tot wraak. Enkele dagen later verklaarde hij dat het dorp Huwara ‘van de kaart zou moeten worden geveegd’. Niet door burgers, voegde hij eraan toe, maar door het leger. Alsof zo’n daad dan wél prima zou zijn.

Netanyahu moet premier van iedereen zijn

In deze situatie is het van het grootste belang dat de Israëlische regering beseft dat verantwoord leiderschap cruciaal is. De politieke arena is enorm verdeeld. Onder de bevolking heerst veel onvrede, wegens de verslechterende veiligheidssituatie op de Westelijke Jordaanoever én in de Israëlische samenleving zelf: de wekelijkse protesten tegen de regering, die vele tienduizenden demonstranten trekken en waarbij de gemoederen steeds hoger oplopen, zijn illustratief hiervoor.

De geschiedenis toont dat een maatschappij in recordtempo op anarchie kan afstevenen zodra burgers het vertrouwen verliezen in elkaar en in hun overheid. Netanyahu moet laten zien dat hij de premier van iedereen is. Extremistische stemmen moeten worden ingeperkt, om te voorkomen dat die meer olie op het vuur gooien en de situatie straks onbeheersbaar wordt.

Tegelijk mag ook van de Palestijnse Autoriteit worden verwacht dat zij een de-escalerende rol speelt in het geweld, iets waarvan helaas nog weinig te merken is. Premier Mahmoud Abbas, voor wiens gezag elke machtsbasis ontbreekt en die geen enkele controle heeft over Gaza, Hamas en andere Palestijnse terreurcellen, veroordeelde het geweld van de kolonisten, maar sprak met geen woord over de terreuraanslag waarbij de twee jonge broers werden vermoord.

Alleen dialoog zorgt voor uitweg

Donderdagavond 9 maart sloeg de terreur opnieuw toe, in het hart van Tel Aviv, waar een Palestijns Hamas-lid drie Israëliërs neerschoot. Er móet een uitweg worden gevonden uit het geweld. Die is alleen te realiseren in dialoog met elkaar. Met deze dreigende wolken aan de Israëlische horizon is het van het grootste belang om ervoor te zorgen dat de veiligheid en bestaanszekerheid van alle burgers weer worden gegarandeerd.