Kerstoverdenking: steeds opnieuw geboren worden geeft hoop, licht en toekomst

23 december 2023Leestijd: 6 minuten
Geboorte Jezus. Foto: Wikimedia Commons/Biser Todorov

De mens heeft het vermogen om steeds opnieuw geboren te worden. Dat leren we zowel van de Joods-Duitse filosoof Hannah Arendt als van het kerstverhaal. Die ‘geboortelijkheid’ biedt hoop, licht en toekomst, aldus predikant Joost Röselaers in deze Kerstoverdenking op EW Podium.

In 1952 woont de Joods-Duitse filosoof Hannah Arendt voor het eerst een uitvoering bij van de Messiah van Händel. Ze is dan 46 jaar en op reis in München. Na de uitvoering schrijft zij een brief aan haar echtgenoot in de Verenigde Staten. Hij is thuis gebleven. ‘Thuis’ heeft hier een dubbele betekenis. Arendt is geboren en getogen in Duitsland. In de oorlog is zij, van joodse afkomst, naar Amerika gevlucht. In de oorlog heeft ze veel verloren. Niettemin bezit ze de grootsheid om Duitsland opnieuw te bezoeken.

Haat dragen is Hanna Arendt vreemd. Ze is diep onder de indruk van de Messiah. ‘Wat een werk!’ schrijft zij aan haar man. De meeste indruk maakt een koorwerk uit het eerste deel, waarin de geboorte van Jezus wordt bezongen. Met als titel: ‘For unto us a child is born’. Arendt schrijft daarover: ‘Voor het eerst werd mij duidelijk hoe grandioos die uitspraak is: “want een kind is ons geboren.”’

De mens wordt niet gekenmerkt door sterfelijkheid maar door ‘geboortelijkheid’

Arendt maakt vervolgens de geboorte van een kind tot de basis van haar filosofie. De mens wordt niet zozeer gekenmerkt door sterfelijkheid, maar bovenal door ‘geboortelijkheid’. Dat bestempelt (ieder van) ons tot wezens die kunnen beginnen, die altijd weer opnieuw kunnen beginnen – onder welke omstandigheden dan ook. Elke keer dat wij in de wereld iets nieuws aanvangen, worden we opnieuw geboren.

Die ‘tweede geboorte’ houdt dus nooit op, maar herhaalt zich ons hele leven. Hoe dat kan? Door onze bekommernis om deze wereld te activeren. Door onze liefde voor het leven tot uiting te brengen. En door elkaar te vergeven – een van de kernbegrippen uit Arendts filosofie. Zo kunnen we ons weer richten op de toekomst.

Het is een hoopvolle boodschap in een wereld waarin veel, zo niet alles, zo onwrikbaar lijkt. Ik denk weleens terug aan de eerste weken van de coronacrisis. Aan de ene kant waren we angstig vanwege het virus. Maar er ontstond ook ruimte voor verbeelding. We spraken over het ‘nieuwe normaal’: de wereld na corona. Het zou een geheel andere wereld worden, met meer aandacht voor de natuur en voor elkaar. We zouden onze economie ook anders gaan inrichten. Anders omgaan met werken, met reizen, meer aandacht besteden aan thuis. Maar zo makkelijk blijkt het niet te gaan. We willen toch weer terug naar oude zekerheden. Naar het oude normaal. De files zijn weer als vanouds.

Gedachten aan ingesleten patronen vliegen mij soms aan

Het is die onveranderlijkheid van ingesleten patronen, de gang van zaken waaraan wij zo gehecht zijn geraakt, die amper ruimte laat voor iets nieuws – of voor een ander perspectief. Probeer maar eens een vaste gewoonte te doorbreken in je eigen leven, bijvoorbeeld het ochtendritueel, vanaf het moment dat de wekker afgaat.

Zo gaat het ook op wereldschaal. Probeer daar maar eens een einde te maken aan vaste gewoontes! Nog steeds zijn wij verslaafd aan fossiele brandstoffen, en aan een levensstijl waarin ontzettend veel mogelijk is. Of neem de mondiale ongelijkheid tussen arm en rijk, die weer toeneemt. Met als gevolg dat mensen op drift raken, hun heil elders gaan zoeken. Denk ook aan de eindeloze conflicten tussen moslims, joden en christenen. Ze spelen telkens weer op. Een oplossing lijkt eindeloos ver weg. Het kan mij soms aanvliegen, de gedachte aan al die vaste gewoonten en gebruiken, zo diep en zo onveranderlijk.

Elk jaar vieren wij het nieuwe begin, dat de engelen doet dansen

Hoe kun je ooit denken dat echte verandering mogelijk is? Hoe zou je ooit nog kunnen hopen op een nieuw begin? Gelukkig vieren wij elk jaar die wonderlijke geboorte. Dat nieuwe begin. Een onverwachte beweging. Er klinkt een stem. En een lied van de engelen.

Een lied dat de nacht stukzingt. En je zou kunnen zeggen, dat de engelen daarna beginnen te dansen. De filosoof Friedrich Nietzsche zei ooit: ‘Zij die dansen worden voor gek verklaard door degenen die de muziek niet horen.’

In de onveranderlijke duisternis van de nacht horen de herders hemelse muziek, en beginnen te dansen: richting de kribbe. Als omstanders het hadden gezien, zouden ze hen voor gek hebben verklaard. Want omstanders hoorden de muziek niet. Je moet inderdaad een beetje gek zijn om die muziek sowieso te kunnen horen. De muziek van geboorte, van een nieuw begin, van de mogelijkheid tot verandering.

De capaciteit om niet alleen iemand te zijn, maar ook iemand te worden

De geboorte van Jezus belichaamt de hoop dat een nieuw begin mogelijk is – telkens weer, zelfs in het zicht van ondergang en dood. Kerst is het feest van de hoop. Wij zijn niet gedoemd tot eeuwige herhaling van hetzelfde, tot eindeloze reproductie van één patroon. ‘Want een kind is ons geboren!’ Dat betekent dat wij mensen, ook al zijn we sterfelijk, niet geboren zijn om te sterven maar om een begin te maken. Hannah Arendt was uit Nazi-Duitsland gevlucht naar New York. Zij was altijd hartstochtelijk op zoek naar de mogelijkheid van opnieuw beginnen, na het onvoorstelbare leed van de Holocaust.

Geboortelijkheid is volgens Arendt het vermogen van de mens om niet alleen iemand te zijn, maar ook, nee vooral, om iemand te worden. Niet alles ligt vast. Er kan worden bijgestuurd. De toekomst kun je enerzijds zien als een land dat niet meer braak ligt, want het verleden laat nu eenmaal diepe sporen na. Tegelijk is de toekomst een land dat nog niet af is. Hoop op een nieuw begin geeft richting aan het denken. Wie zich al hopend en dromend, en met zijn verbeeldingskracht, een voorstelling durft te maken van een goede toekomst, die weet welke kant hij op wil. Dan kan hij ook de eerste stappen zetten. We hebben daarom verhalen, visioenen nodig. Over hoe het anders kan. Hoe het anders moet.

‘Werkelijkheidsmensen’ en ‘mogelijkheidsmensen’

Laatst hoorde ik hoorde een interview met Marleen Stikker op de radio, ooit een van de pioniers van het internet. Stikker maakte een onderscheid tussen ‘werkelijkheidsmensen’ en ‘mogelijkheidsmensen’. Helemaal in de lijn van Hannah Arendt. En van kerst. Er wordt ons een mogelijkheid aangereikt die toekomst heeft.

Als je denkt vanuit geboortelijkheid, ga je steeds duidelijker zien dat er hoopvolle ontwikkelingen zijn. Talloze mensen die het nieuws niet halen, zoeken ook naar een nieuw begin, naar nieuwe wegen. In duurzaamheid. In gastvrijheid. In verbinding.

Deze mensen leiden heel concreet, in hun directe leefwereld, een verantwoordelijk leven. Vanuit bewuste keuzes. Het zijn vaak tieners en twintigers, met een wens om te leven vanuit idealen. Joden, moslims en christenen die het contact met elkaar zoeken. Die elkaars handen vasthouden. Die zoeken naar overeenkomsten in plaats van verschillen. Die de ander blijven zien als een geliefd mens. Tekenen van het licht in schier uitzichtloze tijden.

Kortom, je kunt een nieuwe weg inslaan. Het kost moeite, dat wel. Maar het kan!

Telkens weer een nieuwe wereld in de bestaande wereld

Al deze mensen worden voor gek verklaard door degenen die de muziek van de hoop niet horen. En dat is prima. Want je moet inderdaad een beetje gek zijn. Maar juist deze gekken geven deze wereld zicht op een betere toekomst. De geboorte van Jezus resulteerde niet alleen in een andere jaartelling, maar heeft ook een nieuwe loop gegeven aan de geschiedenis. Alle elementen van Hanna Arendts filosofie komen terug in het kerstverhaal: nieuw leven, vergeving en beloften. In haar eigen woorden: ‘Elke keer wanneer wij het aandurven om in de wereld iets nieuws aan te vangen, worden we opnieuw geboren. En daarmee voegen wij een nieuwe wereld in de bestaande wereld.’