Waar is het woord ‘bezuiniging’ gebleven?

29 september 2022Leestijd: 2 minuten
Minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) met het Koffertje. Foto: Dirk Hol/HH/ANP

Het is niet gek dat de overheid in crisistijd de portemonnee trekt. Maar het moet wel tijdelijk zijn. En dat principe gooit het kabinet overboord, schrijft Joris Heijn.

Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.

Bekijk de mogelijkheden voor een (digitaal) abonnement hier

Kabinetten hebben naam gemaakt door ‘orde op zaken te stellen’. Of zijn erover gevallen, omdat de ene coalitiepartij wel wilde bezuinigen, en de andere niet. Maar in een tijd waarin het kabinet zich op de borst klopt met een ongekend ‘koopkrachtpakket’ van 17 miljard euro, lijkt er geen enkele moeite gedaan om dit geld zelf ergens vandaan te halen. Of nou ja, één maatregel is genomen. Vitamine D wordt uit het basispakket van de zorgverzekering gehaald. Opbrengst: 100 miljoen euro. De rest van de rekening wordt op het bordje gelegd van bedrijven en toekomstige generaties.

Het ingrijpen van de overheid moet wel tijdelijk zijn

Het is niet gek dat de overheid in crisistijd de portemonnee trekt, of het nu een energiecrisis is, of corona. Maar het moet wel tijdelijk zijn. En dat principe gooit het kabinet overboord. Het ‘structurele tekort’, dat geschoond is van de conjunctuur, bedraagt min 3 procent. Een percentage dat voor het laatst werd gezien na de kredietcrisis en het begin van Rutte I. Dat kabinet viel omdat Rutte korte metten wilde maken met het tekort.

Het Centraal Planbureau en de Raad van State zijn kritisch. Door alle tussentijdse aanpassingen is er geen zicht meer op de diverse ‘uitgavenplafonds’. De overheid weet niet eens meer hoeveel geld zij wil uitgeven. Alles lijkt prima, als de kiezer maar geen vervelende boodschap krijgt. Maar diezelfde kiezers en belastingbetalers zijn er nog minder mee geholpen door van ‘bezuinigen’ een taboe-woord te maken.