Elsevier presenteert: de Top 100 van familiebedrijven

15 mei 2013Leestijd: 2 minuten

Bij het grote publiek zijn ze vaak niet of nauwelijks bekend. Welke familiebedrijven halen de hoogste omzet?

Het weekblad Elsevier stelde voor het eerst deze Top 100 samen. De ranglijst – die tot stand kwam met medewerking van dataleverancier Bureau van Dijk – is gebaseerd op de omzet van de bedrijven over 2012 of, indien die nog niet bekend was, de omzet over 2011.

Gigant

De Elsevier Top 100 wordt aangevoerd door het conglomeraat SHV met een omzet van 20 miljard euro. De in 1896 opgerichte Steenkolen Handels Vereeniging is eigendom van de familie Fentener van Vlissingen. Nummer 2 met een omzet van 18,4 miljard is bierbrouwer Heineken van de gelijknamige familie. Op 3 staat taat BCD Holdings (17,5 miljard). Dat zakenreisbureau is opgericht door John Fentener van Vlissingen.

Bij de grootste tien familiebedrijven (gezamenlijke omzet: bijna 82 miljard euro) zitten naast Heineken, supermarktketen Jumbo en winkelbedrijf Blokker ook ondernemingen die vrijwel niemand kent. Toch zijn kalfsvleesproducent VanDrie Group, en zuivelgigant Hoogwegt Groep miljardenconcerns.

Fine fleur

De lijst laat de fine fleur zien van een immense groep bedrijven die van eminent belang is voor de Nederlandse economie. De Top 100 is behoorlijk traditioneel Nederlands samengesteld: veel handels- en productiebedrijven met een link naar de land- en tuinbouw en transportondernemingen (over land en over zee).

Onderzoek van Nyenrode Business Universiteit.

uit 2010 liet zien dat Nederland toen ruim 260.000 familieondernemingen telde – bijna 70 procent van het totale aantal bedrijven. Ze waren goed voor de helft van alle werkgelegenheid en van wat er in dit land daadwerkelijk werd verdiend.

Financieel krachtig

Dat belang is drie crisisjaren verder alleen maar toegenomen. Familiebedrijven doorstaan de crisis goed, blijkt uit recent onderzoek van het ING Economisch Bureau.

Dat heeft alles te maken met hoe familiebedrijven worden geleid. Het gaat niet om winstmaximalisatie en gewin op de korte termijn, zoals bij de meeste beursgenoteerde ondernemingen, maar om rentmeesterschap, vermogensopbouw voor volgende generaties, om de lange termijn dus. Daardoor zijn ze bijvoorbeeld financieel zeer krachtig.