Hoe kwam Prof.Dr.Dr. h.c. mult. Martin Winterkorn aan zijn titels?

05 oktober 2015Leestijd: 2 minuten
'EPA'

Jean Dohmen verbaast zich over de titulatuur van de afgetreden baas van Volkswagen en leert dat Duitsers daar niet luchtig mee omgaan.

Nederlandse zakenlieden wagen het over het algemeen maar één keer in hun leven om stropdasloos een deal met Duitsers te sluiten.

Om teleurstellingen te voorkomen, organiseert de Nederlands-Duitse Handelskamer regelmatig seminars waar Nederlandse horken wordt geleerd hoe de buren vinden dat het heurt. Eén van die lessen: als u niemand wilt beledigen, neem titulatuur dan net zo serieus als Duitsers.

Duitse secretaresses kunnen hopeloos veel tijd kwijt zijn aan het in kaart brengen van iemands academische wapenfeiten. Het is geen lekkere binnenkomer als de uitnodiging voor Herr Dr.Dr. Klaus Müller aan Herr Dr. Klaus Müller is gestuurd. ‘Duitsers zijn veel statusgevoeliger,’ zegt Janet Antonissen, de ‘cultuurtrainster’ die de seminars geeft. Hoe meer titels, hoe hoger iemands plek op de apenrots.

Multiplex

Fanmail voor de onlangs opgestapte baas van Volkswagen, Martin Winterkorn, dient u te richten aan Prof.Dr.Dr. h.c. mult. Martin Winterkorn. Je vraagt je af: wat moet een mens doen om zo gelauwerd door het leven te gaan?

Navraag leert dat Winterkorn één van de doctorstitels verdiende met zijn promotie, in 1977. De rest kreeg hij nadat hij in 2002 aan het roer kwam bij Audi en in 2007 de baas werd van Volkswagen.

De Duitse auto-industrie heeft niet alleen veel politieke invloed, maar werkt ook nauw samen met technische universiteiten. Winterkorn werd ­ereprofessor aan drie universiteiten en verzamelde twee eredoctoraten. Vandaar ook dat Dr. h.c. mult., een afkorting van doctor honoris causa multiplex.

Het laatste eredoctoraat kreeg hij in 2012 van de technische universiteit van München voor zijn ‘buitengewone’ economische en technische successen – iets wat met de kennis van nu over Dieselgate ironisch klinkt. Benieuwd hoelang de adressering van Winterkorn zo blijft.

Elsevier nummer 41, 10 oktober 2015