Elke week geven drie deskundigen antwoord op vragen van lezers over financiële en juridische kwesties.
Mijn stiefdochter werkte in een hotel, maar moest na drie tijdelijke contracten vertrekken. Ze vond een baan op een cruiseschip. Nadat haar contract afliep, vroeg ze een werkloosheidsuitkering aan. Omdat haar laatste baan in het buitenland was, is dit geweigerd, terwijl ze daarvoor jaren hier werkte. Wat zijn haar rechten? B.P., Amstelveen
mr. Joëlle Linders – Advocaat, gespecialiseerd in arbeidsrecht, bij Spectrum Advocaten
Een werknemer die een dienstbetrekking buiten Nederland vervult, wordt voor de Werkloosheidswet niet als werknemer beschouwd. Tenzij de werknemer in Nederland woont én zijn of haar werkgever eveneens in Nederland woont of is gevestigd. Omdat uw stiefdochter in dienst was van een buitenlands bedrijf, heeft zij in principe geen recht op WW.
Uw stiefdochter betaalde ook geen socialezekerheidspremies. Misschien dat ze wel een werkloosheidsuitkering kan krijgen in het land waar ze werkte. Dat hangt af van de regels in dat land.
Bij terugkeer naar Nederland bestaat geen recht op Nederlandse WW. Een werknemer moet dan eerst weer in Nederland hebben gewerkt. Om te voorkomen dat een werknemer geen recht meer heeft op WW na een verblijf in het buitenland, bestaat de mogelijkheid om zich vrijwillig te verzekeren tegen werkloosheid. Daarvoor betaalt de werknemer dan premie.
Uw stiefdochter kan controleren of zij recht heeft op een werkloosheidsuitkering in het land waar zij werkte of dat zij zich in Nederland vrijwillig had verzekerd tegen werkloosheid. Komt ze inderdaad niet in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering, dan kan zij eventueel een bijstandsuitkering krijgen. Die kan ze aanvragen bij de gemeente.
Recent is mijn moeder overleden. Mijn broer en ik zijn erfgenamen, maar mijn broer is geëmigreerd en het contact is verbroken. Hij weigert een verklaring van erfrecht af te geven, waardoor ik de nalatenschap niet kan afwikkelen. Wat moet ik doen? K.V. Den Bosch
prof.mr.dr. Bernard Schols – Hoogleraar successierecht en belastingen van rechtsverkeer aan de Radboud Universiteit Nijmegen
Een nalatenschap kan slechts worden verdeeld met medewerking van alle erfgenamen. Een erfgenaam die zich schuilhoudt, moet worden opgespoord. Gelukkig kent de wet de mogelijkheid om de betreffende erfgenaam door een zogeheten vereffenaar, benoemd door de rechtbank, te laten vertegenwoordigen.
Die vereffenaar kan bijvoorbeeld een advocaat of notaris zijn, maar ook een van de erfgenamen. De vereffenaar gaat op zoek en plaatst bijvoorbeeld een opsporingsbericht in een veelgelezen krant of probeert het via de ambassade. Lukt het niet hem te vinden, dan zorgt de vereffenaar ervoor dat de nalatenschap uiteindelijk toch wordt verdeeld, met behulp van de rechtbank.
U neemt dan uw deel in ontvangst. Het deel van uw (spoorloze) broer geeft de vereffenaar af aan de Nederlandse Staat. Meldt uw broer zich niet binnen twintig jaar na het overlijden van uw moeder, dan wordt de staat definitief eigenaar van zijn erfdeel.
Mijn hond heeft de buurman gebeten. Zijn zoon had onze hond geleend en ging met zijn vader (de buurman) uit wandelen. Toen sloeg onze Duitse staander toe. De broek van buurman is kapotgebeten, verder is er gelukkig niets gebeurd. Ben ik aansprakelijk? A.V., Arnhem
mr. Kristien Aerts-de Kok Advocaat civiel onroerend goed bij RST Advocaten in Breda
Als bezitter van de hond bent u aansprakelijk voor de door de hond aangerichte schade. U hoeft daarvoor zelf geen schuld te hebben aan het incident, of zelf verwijtbaar te hebben gehandeld. Voldaan is aan de voorwaarde dat het een eigen gedraging van uw hond was, zonder dat u daar invloed op had.
Slechts in de hypothetische situatie dat u de beet van uw hond zou hebben toegelaten en dat daarvoor een rechtvaardigheidsgrond was, bijvoorbeeld omdat u zichzelf moest beschermen, dan is de beet niet onrechtmatig en bent u niet aansprakelijk. Dat blijkt uit uw vraag echter niet. Op basis van wat ik in uw vraag lees, staat de aansprakelijkheid dan ook vast.
Er zou sprake kunnen zijn van (gedeelde) eigen schuld. Bijvoorbeeld indien de buurman bewust onvoorzichtig met de hond omging. In dat geval wordt de vergoedingsplicht verminderd met het gedeelte van die eigen schuld.
Elsevier nummer 35, 29 augustus 215