Bilderberg-topman: ‘Ons imago is een troef én een bedreiging’

06 augustus 2015Leestijd: 4 minuten
''

Dries van der Vossen (57) is topman van de Bilderberg Hotelgroep, waartoe welbekende klassieke hotels behoren. Hij wil die moder­niseren, zonder hun eigenheid aan te tasten.

‘Welkom op de allerlaatste lunch in De Kersentuin,’ zegt Dries van der Vossen met gevoel voor dramatiek. Het restaurant is een begrip, groot gemaakt door chef-kok Jon Sistermans en Maître d’ Joop Braakhekke, die er in de jaren tachtig the place to be van maakten.

Het restaurant is nu leeg op één tafel na. Morgen komen de slopers, want De Kersentuin wordt verbouwd – of, zoals Van der Vossen het verwoordt: getransformeerd. ‘Het gaat namelijk veel verder dan zomaar een verbouwing.’

Van der Vossen is sinds 2003 algemeen directeur van de Bilderberg Hotelgroep, vernoemd naar het gelijknamige hotel in Oosterbeek waar in 1954 de eerste Bilderberg Conferentie werd gehouden.

De groep telt 18 hotels, 1.825 kamers, 1.444 medewerkers en boekte in 2014 een omzet van 72 miljoen euro. De transformatie van het in Amsterdam Oud-Zuid gelegen Garden Hotel (waar De Kersentuin in zit) gaat 3,5 miljoen euro kosten.

De tijden zijn veranderd. ‘Door internet, door de groeiende concurrentie, door partijen als Airbnb en easyJet, onze allergrootste concurrent. EasyJet heeft het hele idee van een weekendje weg veranderd. Wij hebben twee typen hotels: de stedenhotels, die voor het grootste deel zakenhotels zijn, en de hotels op het platteland, om het zo maar te noemen. Daar verblijft de Nederlandse toerist graag een weekendje. Door easyJet cum suis ligt een weekendje Barcelona net zo binnen handbereik als een weekendje Veluwe. Vooral de jongere generatie heeft de afweging snel gemaakt.’

Up-to-date

Veel Bilderberghotels zijn oer-Hollandse klassiekers waar families al generaties komen. Menige familie heeft opa’s verjaardag gevierd op Lauswolt, ’t Speuldersbos, Klein Zwitserland, De Krom­me Dissel, Wolfheze of De Bovenste Molen. ‘Ons imago is onze grootste troef, maar vormt ook een bedreiging.’ Van der Vossen wil ‘moderniseren zonder intrinsieke eigenheid te verliezen’.

Dat betekent: glasvezelnetwerken aanleggen, restaurantconcepten vernieuwen, kamers up-to-date maken, de hotels sexy maken, maar dat alles zonder in te boeten aan serviceniveau en persoonlijke aandacht. ‘Ook in de hotelwereld wordt alles steeds digitaler en onpersoonlijker. Denk aan boeken via internet en de zogeheten self check-in. Wij blijven juist meer dan ooit vasthouden aan de persoonlijke benadering van de gasten.’

De hotelgroep is eigendom van zakenbank Goldman Sachs en investeringsmaatschappij KKR. Hun doel is vanzelfsprekend hun investering er bij een toekomstige verkoop dubbel en dwars uit te halen. Vlak na zijn  aanstelling kreeg Van der Vossen de opdracht de groep in 2007 te verkopen.

Rigoureus

Maar toen kwam de crisis en daalde de omzet van de ene op de andere dag met ruim 30 procent. Pas in het najaar van 2014 was er weer een voorzichtige opgang te bespeuren. In de eerste helft van dit jaar zette die stevig door.

Het was vanwege zijn zakelijke achtergrond dat hij deze baan kreeg. Horeca-ervaring had hij niet. De geboren Maastrichtenaar nam op zijn achttiende een enkeltje ‘zo ver mogelijk weg van Maastricht’ en schudde zijn zuidelijke
accent rigoureus af. Hij deed business­management op Nyenrode en werkte daarna vooral in de verkoop en marketing bij bedrijven.

De hotelwereld maakte Van der Vossen zich na zijn komst bij Bilderberg rap eigen door in alle geledingen in de leer te gaan – van housekeeping tot en met food and beverage. Het hotelwezen heeft intussen zijn hart veroverd.

Het is een 24-uursbedrijf. Van der Vossen is zo’n 140 keer per jaar en route, moet bijna altijd buiten de deur eten. Toch oogt hij fit en slank. ‘Ik sta om zes uur op, ben om half zeven in de sportschool en zit een paar keer per week op de racefiets. Voor dik worden heb ik geen tijd,’ zegt hij terwijl hij een hap van zijn gekonfijte kreeft neemt.

Eclatant succes

Hij laat met weidse armgebaren zien wat er allemaal verandert in De Kersentuin. Muren gaan tegen de vlakte, de oude hotellobby wordt de bar, de keuken wordt halfopen, meubilair, plafonds, vloeren – niets blijft hetzelfde. Behalve de naam dan – al wilden zijn medewerkers dat ook die werd veranderd. Maar Van der Vossen hield voet bij stuk.

De keuken komt onder auspiciën te staan van chef Stefan van Sprang van het twee­sterrenrestaurant Aan de Poel. ‘Food and beverage zijn tegenwoordig het DNA van je hotels.’

Een soortgelijke transformatie voltrok zich onlangs in het Bilderberg Park­hotel in Rotterdam. Daar zwaait de bekende chef Erik van Loo de scepter over restaurant Parkheuvel (ook twee sterren). ‘Een eclatant succes, het loopt daar als een brandend huis.

‘Naast eten en drinken zijn de publieke ruimtes nu de belangrijkste elementen in hotels. Waren het vroeger de kamers die je hotel maakten, nu zijn het de bar, het restaurant, de lobby, de spa, de vergaderruimtes en dergelijke die hotels een nieuw, sexy imago moeten geven. Daarmee trek je tegenwoordig gasten. Dus daar richten we ons nu op.’

Elsevier nummer 33, 15 augustus 2015