Waarom de huizenprijzen wéér door het dak zullen gaan

26 maart 2024Leestijd: 3 minuten
Een makelaarsbord bij een verkochte woning. Foto: VRPress/HH/ANP

Binnenkort horen we van de NVM hoe de huizenprijzen het hebben gedaan in de eerste drie maanden van 2024. Het zal geen verrassing zijn: de prijzen stijgen door.

Het aanbod aan huizen is gewoon te laag waardoor de prijzen weer flink stijgen. De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) meldde een prijsstijging van 5,3 procent in het vierde kwartaal van 2023 ten opzichte van het vierde kwartaal 2022. Op 11 april maakt de NVM de cijfers over het eerste kwartaal van 2024 bekend. Alles wijst op een verdere stijging. In de laatste drie maanden van 2023 noteerden NVM-makelaars bijna 36.000 verkochte woningen, bij 53 procent bood de koper ook weer meer dan de vraagprijs.

Voor het gemiddelde koophuis werd in 2016 minder dan 250.000 euro betaald. Sindsdien zijn de prijzen fors gestegen, met een piek in de zomer van 2022, toen de gemiddelde huizenprijs op bijna 450.000 euro lag. In het vierde kwartaal van 2023 was de gemiddelde prijs bij NVM-makelaars 434.000 euro. Dat is alweer fors hoger dan begin 2023, toen de gemiddelde prijs voor het eerst in jaren onder de vier ton lag. Alleen tussen februari 2023 en november 2023 daalden de huizenprijzen ten opzichte van dezelfde maanden een jaar eerder. Met in mei 2023 de grootste daling van 5,8 procent. Uiteindelijk heeft de prijsdaling dus maar kort geduurd en was zij vrij matig.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft al wel verkoopcijfers over de eerste drie maanden van 2024 gepresenteerd en zag ook een groei van de huizenprijzen. Volgens het CBS waren huizen in februari 2024 gemiddeld 4,3 procent duurder dan een jaar geleden. De cijfers van het CBS en het Kadaster zijn alleen gebaseerd op de inschrijvingen van koopaktes bij het Kadaster, wat altijd een paar maanden achterloopt op de daadwerkelijke koop. De cijfers van de NVM zijn actueler, maar daar moeten we dus op wachten tot begin april.

Huizenprijzen stijgen door loonstijging

Economen van Rabobank voorspellen voor dit jaar een gemiddelde prijsstijging van meer dan 6 procent. ABN AMRO houdt het op zo’n 4 procent. ING Research zit nog iets hoger dan die bandbreedte en verwacht dat de huizenprijzen dit jaar tussen de 5 en 8 procent hoger liggen dan eind vorig jaar. De redenen? De sterke loonstijging en een rente die weer iets is gedaald. Voeg daarbij de krapte op de woningmarkt en het is helder. Meer geld en weinig aanbod doen prijzen oplopen. In het laatste kwartaal van 2023 lagen de lonen gemiddeld 6,9 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder, meldt ING.

Door de loonstijging is de betaalbaarheid verbeterd, waardoor woningkopers weer bereid zullen zijn iets meer voor een huis te bieden dan eerder. Daarnaast werkt een hoger brutoloon door bij het bepalen van de maximale hoogte van de hypotheek.

De flessenhals is nog altijd het geringe aanbod. Het woningaanbod daalde de afgelopen jaren hard en huizen die te koop stonden, werden steeds sneller verkocht, blijkt uit cijfers van de NVM. Tegelijk nam de vraag naar huizen toe door de groei van het aantal huishoudens. Alle deskundigen denken dat het probleem jaren zal duren. Zo is de nieuwbouwproductie nog altijd te laag en zal die in 2024 dalen naar 65.000 huizen. Terwijl er minstens 100.000 nieuwe huizen nodig zijn.

Belangrijk is dat de hypotheekrente ook weer wat is gedaald. Een annuïtaire hypotheek met een rentevaste looptijd van tien jaar met NHG, Nationale Hypotheek Garantie, zit nu op een rente van 3,67 procent. Twee jaar geleden was dat nog zo’n 4,5 procent. Hierdoor zullen dit jaar toch weer meer bestaande huizen worden verkocht dan in de voorgaande jaren. Kortom: de NVM zal in april geen verrassende cijfers laten zien.

Theo van Vugt
Theo van Vugt (1962) is redacteur economie bij EW.
Lees meer
Theo van Vugt