Ken van Ierlant: ‘Ik word ook wel Mr. Data genoemd’

01 december 2023Leestijd: 6 minuten
Ken van Ierlant is CEO en oprichter van FutureXL. Foto: Olivier Middendorp

CEO en oprichter van FutureXL Ken van Ierlant (66) leerde bij de Mossad omgaan met data. Tegenwoordig helpt hij bedrijven bij het ‘ontginnen’ van hun data.

1. Kunt u wat vertellen over uw jeugd. Hoe bent u opgegroeid?

‘Oh, dat is wel heel bijzonder. Mijn moeder was Joods, zij had de oorlog overleefd door onder te duiken bij een katholieke familie. Mijn vader was een gedecoreerde Engelandvaarder. Gevochten in de meidagen, geland op Normandië, meegedaan aan Operatie Market Garden en de Slag om de Schelde. Hij kon heel goed bukken, zo heeft hij de oorlog met mazzel overleefd – anders had ik hier niet gezeten.

Ken van Ierlant (1957)

Geboren in Eindhoven. Studeerde economie in Leuven en promoveerde op data in Israël. Is oprichter van Fu­tureXL, dat zich richt op data en digitale transformaties. Van Ierlant verlaat Nederland om in Dubai een data leadership-programma op te zetten. Gescheiden, twee dochters.

‘Ik bracht het grootste deel van mijn jeugd door in België, in een streng ­katholiek internaat bij Liège – Luik – waar ik Franstalig ben opgevoed. Ik kreeg alles mee van het katholieke ­geloof, hoewel ik Joods ben. Dus ik ken beide werelden.’

2. Hoe raakte u verzeild op een internaat in België?

‘Mijn ouders kwamen getraumatiseerd uit de oorlog, daarom zat ik op een internaat. Ik ben wat je noemt een oorlogsslachtoffer van de tweede generatie. Ik studeerde in Leuven, ging naar Israël en diende in de IDF, het Israëlische leger. Dus ik heb het een en ander meegemaakt in de voetsporen van mijn vader, die ook zijn plicht deed. Daar legde ik ook de basis voor mijn toekomst. Ik werkte vijf jaar voor de inlichtingendienst van de militaire tak van de Mossad, de veiligheidsdienst. Daar leerde ik met data omgaan. Dat was toen al erg belangrijk. Ik diende er van 1977 tot 1982, en maakte het begin van de Libanonoorlog mee.’

3. En daarna wel gewoon de burgermaatschappij in?

‘Ja, ik ben teruggegaan naar Nederland. Ik ben getrouwd en we hebben twee mooie meisjes op de wereld gezet. Esther en Lot.

‘Ik werkte voor technologiebedrijf DEC, Digital Equipment Corporation. Een groot Amerikaans concern, tegenwoordig is dat Hewlett-Packard. DEC vond ik een fantastisch bedrijf. Super hightech, daar kon ik mij helemaal uitleven. Ondanks dat ik economie had gestudeerd, mocht ik twee MBA’s doen op kosten van DEC. Toen ben ik technologie gaan begrijpen als econoom. Als je economische kennis koppelt aan tech­nologie, kun je onvoorstelbaar mooie dingen doen.’

4. U was eens een ‘Proudfooter’. Hoe ging dat in zijn werk?

‘Ik heb vooral in de proces­industrie gewerkt: voor Hoogovens in IJmuiden, voor alle melkfabrieken, ­havenbedrijven, rederijen. Ik heb ­verschrikkelijk veel bedrijven gezien. Vervolgens ging ik met die kennis naar Londen, om te werken bij consultancybedrijf Alexander Proudfoot, een evenknie van McKinsey.

Ik heb vooral in de proces­industrie gewerkt: voor Hoogovens in IJmuiden, voor alle melkfabrieken, havenbedrijven, rederijen

‘Ik deed een project bij technologiebedrijf Subsea in Aberdeen. Zij bouwden Christmas trees – afsluiters op olievelden die net zijn aangeboord. Die grote apparaten worden gefreesd uit blokken staal. Met mijn kennis van data ging ik aan de slag. Ze bouwden vier Christmas trees per maand. Toen ik uit het project stapte, bouwden ze er acht per maand. Dus hun winst spoot eruit. Data en hoe die te gebruiken, was de gamechanger.

‘Ik weet niet of je de film The Firm hebt gezien? Gingen de deuren van het kantoor open, stonden alle partners er, op een rij. Dat gebeurde met mij ook. “You are a Proudfooter,” zeiden de partners tegen mij.’

5. Toch ging u daar weg.

‘Ja, uiteindelijk wel. Via Silicon Valley in de Verenigde Staten kwam ik terecht in Tel Aviv, zo rond 2010 of 2011. Ik stapte in de hightech-wereld van de start-ups. In Silicon Wadi – Tel Aviv wordt zo ­genoemd – is alles datagedreven. Daar ontstond de ene na de andere unicorn: jonge bedrijven met een waarde van meer dan 1 miljard dollar. Een land als Israël heeft 125 unicorns, terwijl heel Europa er 25 heeft.

‘En Nederland? Ik denk een stuk of drie, vier, vijf. De Nederlandse economie is dubbel zo groot als die van Israël. Toch liggen ze daar op veel fronten ernstig voor. Natuurlijk is het militaire complex in Israël de grote broedplaats waar alle kennis en knowhow ontstaat. Maar ze hebben ook tweeduizend durfinvesteerders in Israël.

‘Nederland heeft er niet één. Want investeerders in Nederland zijn geen durf­investeerders, maar in feite beleggers – gemanaged door boekhouders. Dat is iets heel anders.’

6. Gemanaged door boekhouders?

‘Wij leven in Nederland weer in de pruikentijd, zo lijkt het. We zitten op het kapitaal dat we hebben vergaard en we nemen geen enkel risico meer. Ik sprak daarover vaak met prins Constantijn, de speciaal gezant voor de techbedrijven in Nederland. Het geld voor innovatie komt hier van de overheid, terwijl het uit de private sector moet komen. Als je in Tel Aviv bent, dan weet je niet wat je ziet. Het is een land en een stad in transitie door hightech. De verschrikkelijke ­situatie die zich er nu afspeelt, is natuurlijk een gamechanger van formaat. Jammer.’

7. FutureXL adviseert bedrijven over het ‘ontginnen’ van data. Wat houdt dat in?

‘Wat je vaak ziet, is dat bedrijven aparte softwarepakketten aanschaffen voor de verkoop, de boekhouding, de voorraadadministratie – noem maar op. Maar allemaal met verschillende data­modellen, aan elkaar geknoopt met spreadsheets. Vanaf het moment dat een klant een machine bestelt, tot die is afgeleverd en betaald, moeten medewerkers de hele dag schermen invullen. Je kunt je afvragen hoe zinvol dat is.

‘Het ICT-landschap bij bedrijven is vaak applicatie-centrisch opgebouwd. Wat ik in de praktijk heb geleerd, is dat je moet kijken waar de data de organisatie raken. Dan begin je met wat je binnenkrijgt aan ­informatie en wat eruit moet komen. Dan zie je al snel dat je 80 procent van de software niet meer nodig hebt. Van het ICT-budget gaat tot wel 90 procent op aan het onderhoud van al die overbodige ICT-landschappen. Dat kost een vreselijke hoeveelheid geld en tijd.’

Ken van Ierlant
Foto: Olivier Middendorp

8. Hoe groot is FutureXL?

‘We hebben zo’n vijftig man aan de praat. We zijn geen beurs­genoteerde onderneming, dus omzetten laat ik in het midden. Achter ons bedrijf zit PMH, een private-equity-partij uit Heerenveen – dat zijn ras­ondernemers. Ik ben grootaandeelhouder en ­bestuurder. Ik heb het bedrijf vijf jaar geleden met een paar mensen opgezet. Wij werken voor grote en ­middelgrote productiebedrijven en handelsonder­nemingen, want daar heb je te maken met ondernemers. Die praten over geld, die willen besluiten ­nemen, die zijn nieuwsgierig en ambi­tieus. Dat is leuk.’

9. Wat was in de laatste vijf jaar voor u de moeilijkste zakelijke opgave?

‘De gekozen richting vasthouden. Men heeft de neiging je uit je businessmodel te duwen, in de richting van uurtje-factuurtje, een model voor de korte termijn. Wij zijn geen adviseurs­bedrijf of ICT-bedrijf. Wij doen transformaties van bedrijven, waarbij we kennis van de business koppelen aan de beste technologie. We installeren nieuwe bedrijfs­modellen, en dat doen we op basis van financieel resultaat. Ik laat me no cure, no pay betalen, op basis van de zaken die we realiseren. Dat is redelijk uniek in Nederland.

‘Als wij de winst verdubbelen, krijgen wij daarvan een percentage. Maar men vindt het moeilijk om de bakens te verzetten. Veel bestuurders opereren op basis van draagvlak en niet op basis van visie en lef. Nederland is een ambtenarenparadijs.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Wat zijn uw plannen?

‘Ik ben bezig met het opzetten van een leadership-programma in Dubai op het gebied van data. Dat deed ik tien jaar geleden ook bij Nyenrode. Ik promoveerde in 1992 op het ­gebied van data aan Ariel University in ­Israël. Ik word in Nederland ook wel Mr. Data genoemd, omdat ik een boek over data heb geschreven. Data zijn de nieuwe olie en een nieuwe bron van waarde­creatie. De overeenkomst met olie is dat je het eerst moet exploreren alvorens je het kunt exploiteren. Het grote verschil is dat olie eindig is, en data oneindig.’

Verruilt u Nederland dan ook voor Dubai?

‘Ja, ik ben bezig met het ­vertrek naar Dubai. ­Nederland is een mooi land – was een mooi land. We hadden het supergoed voor elkaar, maar Nederland is geobsedeerd door klimaatideologieën, die de opgebouwde welvaart vernietigen. Regelgeving wordt hier complex, belastingen worden ingezet om te nivelleren. En partijen als klimaatgroep Urgenda creëren grote problemen voor ondernemers.

Jonge Nederlanders die ambitieus zijn, gaan naar Dubai

‘Ik breek mijn nek over jonge Nederlanders in Dubai, die daar wonen en studeren, en nieuwe bedrijven opzetten. In Nederland wil 75 procent van de jongelui bij de overheid werken. Jonge Nederlanders die ambitieus zijn, gaan naar Dubai. Is dat een teken aan de wand?’