Het demonstratierecht stelt activisten in staat de samenleving te ontwrichten

Pro-Palestinademonstratie op de UvA-campus in mei 2024. (Foto ANP).

In dit artikel

De feiten: Wetenschappers pleiten ervoor demonstratierecht te handhaven

Bron: WODC, EW

Met duizenden demonstraties per jaar is het demonstratierecht actueler dan ooit. Sinds 1983 is het ‘recht op betoging’ in artikel 9 van de Grondwet verankerd. Het staat ook in internationale verdragen en voor de concrete regels is er onder meer de Wet openbare manifestaties.

Ministerie van Justitie en Veiligheid: 97 procent van de protesten vormt geen risico

Van de protesten vormt 97 procent volgens de inspectie van het ministerie van Justitie en Veiligheid geen risico voor de openbare orde en veiligheid. Toch zetten de recente, ontwrichtende klimaatacties op snelwegen en vliegvelden en in musea – en ook de felle anti-Israëlbetogingen op universiteiten, op pleinen en in stationshallen – het activisme in een kwaad daglicht.

En vergeet de demonstratie tegen het asielbeleid op 20 september niet: die escaleerde in rellen door toedoen van hooligans die waren gemobiliseerd na de moord op het meisje Lisa uit Abcoude.

Rapport met één simpele conclusie: niets aan doen

In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid schreef een groep wetenschappers uit Groningen, Amsterdam en Tilburg een 500 pagina’s tellend rapport over de wetten en regels rond demonstraties. De vraag was of die nog voldoen en, zo nee, of ze een update behoeven in vergelijking met de regels in omringende landen.

Het rapport is dik en ingewikkeld, maar het antwoord is verbluffend simpel: nee, het demonstratierecht behoeft geen aanpassing. Het biedt, aldus de commissie, voldoende juridische ruimte om demonstraties te faciliteren én zo nodig te beperken. Eventuele aanpassingen van de wet zouden niet doeltreffend zijn en zelfs averechts kunnen uitpakken.

De grootste struikelblokken zitten niet in de wetgeving, maar in de uitvoering: in capaciteitsproblemen bij de politie en gemeenten. Die hebben ook te weinig weet van de vorm en omvang van veel demonstraties, zodat de risico’s slecht worden ingeschat. Zolang de praktische infrastructuur niet beter is, aldus het rapport, heeft een wetswijziging geen zin.

EW’s visie: Het demonstratierecht is niet heilig, tijd voor een stevig debat

Door: Geerten Waling, redacteur democratie en rechtsstaat

Hoewel het WODC een indrukwekkende inventarisatie biedt van wetgeving, jurisprudentie en internationale vergelijkingen, blijft de conclusie schuren. Dat er geen aanpassing nodig is, klinkt geruststellend, maar miskent de werkelijkheid op straat. Dat 97 procent van de demonstraties vreedzaam verloopt, neemt niet weg dat de overige 3 procent een ontwrichtende werking heeft op universiteiten en musea, stadscentra en vitale infrastructuur.

Dat zogenaamd kleine percentage is voldoende om bestuurders te verlammen, politiecapaciteit uit te hollen en het vertrouwen van burgers in de rechtsstaat te ondermijnen, zeker als activisten straffeloos mogen slopen, bezetten en blokkeren vanwege dat demonstratierecht.

Geen uitvoeringsprobleem, maar bedreiging van de rechtsstaat

De juridische analyse heeft te weinig oog voor alle demonstranten die doelbewust de grenzen opzoeken van burgerlijke ongehoorzaamheid, de samenleving ontregelen en het gezag ondermijnen. Blokkades en bezettingen heten algauw ‘vreedzaam’ te zijn, met de suggestie dat ze vallen onder de demonstratievrijheid. Dat sommige groepen zich structureel niet aan de wet houden, zoals het rapport onderkent, is geen uitvoeringsprobleem, maar een bedreiging van de rechtsstaat.

Het lijkt voor de hand liggend dat niet alleen de uitvoering tekortschiet, maar dat ook het juridische kader verouderd is en niet de handvatten biedt die nodig zijn om de kwaadaardige vormen van activisme in toom te houden.

Het demonstratierecht is niet heilig

Het demonstratierecht is een instrument van inspraak en daarmee een pijler van de democratie. Maar daarmee is het nog niet heilig. En het is al helemaal geen hefboom voor ontwrichting.

Immers, voor de democratie zijn het kiesrecht en de vrijheid van meningsuiting, van drukpers en van vereniging en vergadering minstens zo belangrijk. Juist om deze rechten voor iedereen te beschermen, moet de democratische rechtsstaat harde juridische middelen hebben om te kunnen ingrijpen als bepaalde activisten het demonstratierecht willen misbruiken.

Een juridische werkelijkheid

Volgens het WODC-rapport zijn die middelen er al, maar in de praktijk blijkt dat rechters de vrije hand hebben om demonstranten die zich hebben misdragen niet of te mild te straffen. Dus de politieke wens om de wetgeving aan te scherpen, zoals de VVD wil, blijft valide.

Hoewel het rapport grondig en degelijk is, schetst het een juridische werkelijkheid en doet het te weinig recht aan de zorgen in de samenleving over het ongebreidelde activisme. Dat verandering van wetgeving niet nodig en niet doeltreffend zou zijn, en zelfs averechts zou werken, is een politiek geladen stelling waarover je van mening kunt verschillen.

Hopelijk leidt het rapport tot een stevig debat over de grenzen van het demonstratierecht, want ook het publieke debat is een pijler van de democratie.

Reageren? Praat mee op X

Verder lezen: Meer over het demonstratierecht