Meer of minder in het basispakket, wie gaat daar eigenlijk over?

Beeld: ANP.

Het basispakket van de zorgverzekering stond ineens centraal in de campagne. Uit de doorrekeningen van het Centraal Planbureau bleek dat sommige partijen het basispakket willen ‘bevriezen’, ofwel er geen nieuwe behandelingen meer in opnemen. Vooral D66 werd hierop aangesproken. Hoe werkt het basispakket en wie bepaalt wat er wel en niet in hoort?

1. Wat is het basispakket?

Het basispakket is het pakket van medisch noodzakelijke zorg waarop iedere burger met een zorgverzekering aanspraak kan maken. Het dekt onder meer huisartsenzorg, ziekenhuiszorg en spoedzorg, verloskunde en kraamzorg, noodzakelijke geestelijke gezondheidszorg, wijkverpleging, geneesmiddelen die aantoonbaar werken en kosteneffectief zijn, en onmisbare hulpmiddelen.

Voor volwassenen geldt een verplicht eigen risico van 385 euro. Kinderen zijn tot hun achttiende verzekerd zonder premie en zonder eigen risico. Wat niet standaard is gedekt: tandzorg voor volwassenen (behalve bij medische noodzaak), veel fysiotherapie bij kortdurende klachten, cosmetische ingrepen zonder medische noodzaak en producten die je goedkoop zelf kunt kopen, zoals paracetamol en vitamines.

2. Sinds wanneer bestaat het basispakket?

In 2006 trad de nieuwe Zorgverzekeringswet in werking en kreeg iedereen in Nederland een verplichte basisverzekering met een landelijk basispakket. Daarvoor bestond er wel dekking via het ziekenfonds of particuliere polissen, maar niet één uniform, wettelijk vastgelegd basispakket voor alle verzekerden.

3. Wat veranderde door de jaren heen?

Het pakket verandert mee met de medische ontwikkelingen en veranderende inzichten. Nieuwe, bewezen effectieve kankermedicijnen zijn de afgelopen jaren toegevoegd na prijsonderhandelingen en beoordeling. Stoppen-met-rokenprogramma’s en gecombineerde leefstijlinterventies kregen een plek, omdat ze op termijn ziekte helpen voorkomen.

Aan de andere kant zijn eenvoudige zelfzorgmiddelen juist uit het pakket gehaald en is fysiotherapie strakker begrensd voor kortdurende klachten.

4. Wat kost het basispakket en wie betaalt het?

De zorg die valt onder de Zorgverzekeringswet komt landelijk uit op ruim 50 miljard euro aan kosten, per jaar. Het benodigde geld komt uit verschillende bronnen: de meest tastbare component is de maandpremie die (bijna) iedere volwassene betaalt: reken voor 2025 op gemiddeld rond de 150 à 160 euro per verzekerde per maand, dus grofweg 1.800 tot 1.900 euro per jaar, afhankelijk van polis en verzekeraar.

Daarnaast geldt voor volwassenen een verplicht eigen risico van 385 euro per jaar voor zorg uit het basispakket, met uitzonderingen zoals de huisarts. Voor sommige geneesmiddelen kan daarnaast een wettelijke eigen bijdrage gelden, die per persoon is gemaximeerd.

Een veel grotere geldstroom (circa 50 procent) komt niet uit de zorgverzekeringspremie maar uit een inkomensafhankelijke bijdrage die door werkgevers of uitkeringsinstanties wordt afgedragen tot een wettelijke loongrens. Zelfstandigen en anderen betalen zelf een vergelijkbare bijdrage.

Gemiddeld betaalde een Nederlandse burger in 2023 een kleine 6.000 euro aan zorgkosten.

5. Hoe wordt besloten wat in het basispakket zit?

De weg naar het pakket begint bij de vraag of een behandeling of medicijn voldoende waarde toevoegt voor patiënten én voor de samenleving. Onafhankelijke beoordelaars analyseren het beste beschikbare bewijs: werkt het middel aantoonbaar? Hoe groot is de gezondheidswinst? Hoe verhouden de kosten zich tot die winst? Is het praktisch uitvoerbaar in de zorgketen?

Op basis daarvan volgt een advies aan de minister, die uiteindelijk beslist over opname, uitsluiting of aanscherping. Twee instrumenten springen eruit. ‘Voorwaardelijke toelating’ betekent dat een behandeling tijdelijk wordt vergoed, terwijl extra gegevens worden verzameld over werking, veiligheid en doelmatigheid in de praktijk.

Daarna volgt een definitieve keuze voor wel of niet vergoeden. En voor zeer dure nieuwe geneesmiddelen bestaat de ‘sluis’: pas nadat over prijs en plaats in de behandeling is onderhandeld, kan er vergoeding komen.

Tegelijk is er een doorlopende ‘horizonscan’ om in de gaten te houden welke behandelingen of medicijnen eraan komen, wat die kunnen opleveren en wat dat vraagt van personeel en organisatie.

6. Welke criteria worden bij beoordeling gehanteerd?

De beoordeling komt neer op vier vragen.

  • Is de zorg naar haar aard noodzakelijk, dus leidt niet-behandelen tot merkbaar gezondheidsverlies?
  • Is de werkzaamheid overtuigend aangetoond met robuust bewijs, bij voorkeur niet alleen in studies maar ook in de dagelijkse praktijk?
  • Is de zorg doelmatig, met andere woorden: staat de prijs in verhouding tot de gezondheidswinst voor de patiënt én het collectief?
  • Is het uitvoerbaar in Nederland, gegeven personeel, faciliteiten en organisatie?

Pas als alle vier de vragen met ja kunnen worden beantwoord, hoort een interventie thuis in het basispakket.

7. Welke partijen bemoeien zich met het basispakket?

Dat zijn er heel wat, op allerlei niveaus. Hieronder de belangrijkste partijen die een rol spelen bij het basispakket.

  • Het parlement bepaalt de spelregels van de Zorgverzekeringswet en kan bijsturen door bij de begroting aanpassingen te doen aan het budget. De minister van Volksgezondheid beslist per saldo wat in het basispakket komt en wat eruit gaat.
  • Het Zorginstituut Nederland is de inhoudelijke poortwachter: het beoordeelt of zorg voldoet aan de stand van wetenschap en praktijk, weegt gezondheidswinst tegen kosten en kijkt naar uitvoerbaarheid. Op basis daarvan adviseert het de minister.
  • De Nederlandse Zorgautoriteit bewaakt daarna de werking van het stelsel met prestaties, (maximum)tarieven en toezicht op contractering en doelmatigheid.
  • Zorgverzekeraars kopen zorg in binnen de kaders en passen preferentiebeleid toe voor geneesmiddelen om doelmatig te blijven. Dat houdt in dat de zorgverzekeraar bepaalt dat een bepaald medicijn de voorkeur heeft, omdat het net zo goed werkt (al is daar vaak discussie over), maar goedkoper is.
  • Zorgaanbieders leveren de zorg volgens professionele richtlijnen en passen de pakketregels in de spreekkamer toe.

8. Kan het pakket worden ‘bevroren’?

In principe kan het parlement dat voorstellen en kan de minister dat besluiten. Maar bijna niemand gelooft dat het in de praktijk zal gebeuren.  Voorstanders van een bevriezing willen de stijging van de zorgkosten beteugelen door geen nieuwe zorg meer toe te laten tot het pakket, behalve wanneer er iets van vergelijkbare omvang uit het pakket verdwijnt. Daar valt iets voor te zeggen: voorspelbaarheid van uitgaven, rust voor zorgverleners en extra druk op fabrikanten om realistische prijzen te vragen.

Toen GroenLinks-PvdA lijsttrekker Frans Timmermans D66 ervan beschuldigde te jokken over de wens om het basispakket te bevriezen, bracht partijleider Rob Jetten daartegen in dat er natuurlijk wel plaats zou moeten zijn voor, bijvoorbeeld, een nieuw kankermedicijn.

Tegenstanders waarschuwen dat een harde stop innovatie kan remmen, toegang tot bewezen betere zorg vertraagt en dat je soms juist duurdere zorg kan voorkomen, door tijdig te investeren in iets nieuws.

Er zijn ook partijen die het basispakket juist willen uitbreiden. De SP vindt bijvoorbeeld dat vergoeding voor deelname aan een stoppen-met-rokenprogramma niet tot één poging moet worden beperkt, juist omdat de ervaring leert dat één poging vaak niet voldoende is.

En diverse partijen zouden graag zien dat tandheelkundige zorg in het basispakket moet, zoals PVV, FvD, Partij voor de Dieren en Volt.

9. Wat zou bevriezen opleveren?

Het is lastig om te berekenen wat bevriezen op zou leveren, omdat het afhangt van wat de partijen precies voor ogen staat. Volgens de CPB-doorrekening levert het bevriezen van het basispakket slechts een bescheiden besparing op op de korte termijn (ongeveer 0,5 miljard euro per jaar vanaf 2030, oplopend op de lange termijn tot circa 7 à 8 miljard euro per jaar structureel rond 2060).

De besparingen zijn zo beperkt omdat een aantal partijen er aan de ene kant voor pleit om geen nieuwe behandelingen toe te laten, maar aan de andere kant vergoeding wil van tandheelkundige zorg vanuit het basispakket.