‘Ik ben niet meer bang!’ Mette Maria van Dijk over haar omstreden debuutroman

03 januari 2024Leestijd: 8 minuten
De debuutroman Mimosa van Mette Maria van Dijk verscheen in september 2023. Foto: Guido Benschop

Onlangs brak in de boekenwereld een rel uit rond het boek van Mette Maria van Dijk (23), over een blonde vrouw die in de Amsterdamse Bijlmer gaat wonen om seks te hebben met zwarte mannen. EW zocht de schrijfster op, in haar huis in de Bijlmer.

Net als de hoofdpersoon in haar debuutroman Mimosa woont Mette Maria van Dijk in een bovenwoning diep in Amsterdam-Zuidoost (‘de Bijlmer’), nabij het eindstation van de metro. Het huis is gekocht door haar ouders, twee welvarende antropologen uit Utrecht. De mix van felroze deurposten en antieke kasten karakteriseert de levensfase van de jonge bewoonster, op het breukvlak van een onbezorgde jeugd en de complexe volwassenheid. Een leidmotief in het boek.

Overeenkomsten met de hoofdpersoon, niet voor niets Maria geheten, zijn er te over. Eigenlijk zou het geen rol moeten spelen – een roman is fictief, punt uit – maar Mette Maria van Dijk wil er best iets over kwijt: ‘Bijna alles is echt gebeurd, maar het is ook een transformatief proces. Door je ervaringen op te schrijven, veranderen ze al. En dat opschrijven heeft ook een functie, het creëert een afstand om beter naar die persoon te kunnen kijken.’

Het laatste nieuws en opinie direct naar uw telefoon, volg EW Magazine op Whatsapp     VOLGT U EW MAGAZINE AL OP WHATSAPP?

Volg EW en schep orde in de informatiechaos. Vertrouw op heldere analyses, diepgravende achtergronden en scherpzinnige columns.

Mette Maria van DijkMette Maria van Dijk (Utrecht, 2000) studeerde filosofie (Universiteit van Amsterdam) en Russisch (Universiteit Leiden). Ook volgde zij de Rietveld Academie. Ze werkt in een restaurant en richt zich verder op haar schrijverschap. Debuutroman Mimosa verscheen in september bij uitgeverij Prometheus.

Maria is net als Mette Maria van Dijk student – ­filosofie, kunstacademie, Russisch – uit een blanke, hoogopgeleide omgeving, die op een onbeholpen manier zoekt naar het leven op eigen benen. Om de leegte op te vullen van haar studentenbestaan, met zeeën van tijd en weinig vrienden, wentelt Maria zich in het vleselijke gezelschap van de begerige Surinaamse en Afrikaanse mannen in de Bijlmer – thuis, in de sportschool, op een parkeerplaats. Die mannen gebruiken haar, zegt Van Dijk, ‘maar het is geen MeToo-verhaal, Maria kiest er zelf voor. En zij gebruikt die mannen net zo goed.’

Mette Maria van Dijk op zoek naar grenzen moraliteit

Zien we in de seksuele uitspattingen in de Bijlmer het veldonderzoek van de amateur-antropoloog? ‘Ik ben wel verwend opgegroeid, in luxe en vrijheid, maar niet altijd beschermd. Mijn ouders sleurden me al van jongs af mee naar arme en gewelddadige delen van Afrika. Ik denk dat ik daarom zelf ook verre reizen wilde maken, maar dan naar de grenzen van de moraliteit. Mijn moeder staat open voor de hele wereld, maar zou nooit expliciet stellen dat haar zoektocht als antropoloog, naar mensen die heel anders zijn dan zij, ook over seksualiteit kan gaan. Nooit haar lichaam erbij betrekken. Maar ik voelde al op mijn veertiende, lopend over straat, de spanning met vreemde mannen, zoals daklozen.

‘Als puber was ik eenzaam, gepest op school, onzeker. Ik was best mollig en kreeg ineens enorme borsten, waarvoor ik me schaamde. Maar naast mijn introverte kant heb ik ook een vrolijke, onbeschaamde kant, die makkelijk kan worden opgeroepen. Zeker door mannen op straat, die veel behoeftiger zijn. Op school lag ik niet lekker in de groep, mijn ouders hadden het druk. Maar ik ontdekte dat veel mensen alleen zijn, verstoken van sociaal contact, en wel behoefte hebben aan het gezelschap van een lief meisje, een vriendelijk gezicht. Het was voor mij zo makkelijk om met hen contact te leggen, iets nieuws mee te maken, hun psyche af te zetten tegen de mijne.’

Boek ontsproten aan eenzaamheid

Van Dijk schreef Mimosa in een periode waarin zij last had van gevoelens van eenzaamheid en doelloosheid. ‘Gerard Reve zei eens dat hij ’s avonds vaak een rondje ging lopen in de hoop “een oortje te snoepen”, dus een mooi jongetje tegen te komen. Ik doe dat ook. Als ik te lang alleen ben, ga ik ’s avonds een rondje lopen op straat. In de hoop dat ik iemand tegenkom. Omdat er te weinig gebeurt, er te weinig mensen zijn.

‘Schrijven is eenzaam werk, je zit soms dagenlang te staren. Het fijne aan het contact met vreemde mannen is dat je wel intimiteit en seks hebt en iets meemaakt, maar tegelijk alleen blijft, ongezien, met je eigen gedachten. Dat stelt je in staat te blijven dromen over wie je bent, bijvoorbeeld dat je iemand anders bent.’

Het grootste taboe: een blanke vrouw die verlangt naar zwarte mannen

Waar kwam de ophef vandaan? De vrije beleving van seksualiteit door een jonge vrouw blijkt nog altijd gevoelig te liggen. Extra pikant is dat de hoofdpersoon experimenteert met betaalde seks. Maar het grootste taboe dat Mimosa blootlegt, is het verlangen van een blanke vrouw naar seks met mannen die ver afstaan van haar eigen luxe leven. Straatjongens, drugsdealers, taxichauffeurs: vreemde mannen, en stuk voor stuk zwart.

Nog voordat de roman in de winkel lag, klonken er woedende reacties op sociale media – zeker onder bewoners van de Bijlmer. Een paar weken lang meed Van Dijk de buurt. ‘Ik val op straat enorm op. Normaal geniet ik daarvan, die aandacht van al die mannen. Maar de mensen die me haten, die me dood wensen, kennen me dus ook. Ik logeerde een tijdje ergens anders. Gelukkig krijg ik ook positieve reacties. Ik ben niet meer bang!’

Was er zo veel ophef omdat ze zelf een jonge vrouw is? ‘Eigenlijk denk ik dat ook mannen er niet meer mee wegkomen. Het gaat niet eens over de seks, maar over de angst voor racisme als je schrijft over zwarte mensen. Maar het is niet racistisch om iemands huidskleur te beschrijven. En ook niet om daarin geïnteresseerd te zijn. Ik ben juist opgevoed met het idee dat je zwarte mensen nooit moet zien als andere soort of ander ras. Daarom zou ik ook nooit het woord ­“neger” in mijn boek gebruiken.’

Boekwinkels verstoppen boek Van Dijk achterin de winkel

Haar roman riep ook grote weerstand op ‘in het grachtengordelmilieu’. ‘Ik zie een poging in het milieu om mij de mond te snoeren. Boekwinkels verstoppen mijn boek achter in de winkel, dat heb ik echt gezien. Er is een campagne tegen mij van vrouwen die bij kranten werken.’ Er verschenen vier negatieve artikelen in de dagbladen, alle vier van jonge vrouwen. ‘Zij lijken qua profiel behoorlijk op mij: jong en hoogopgeleid. Ze storen zich eraan dat ik hun zwijgcultuur doorbreek, van doen alsof je een goed mens bent. Het is een doofpot. Ze willen het beeld in mijn boek over witte vrouwen niet hebben, vinden het boek gênant – de seks, de luiheid, de leegte. Ze kunnen zich niet voorstellen dat een andere jonge, hoogopgeleide vrouw niet het leventje wil waarvoor zij zo hard hun best doen.’

De haters begrijpen niet dat ik me juist kwetsbaar opstel

Volgens Van Dijk wordt haar boek niet voor vol aangezien, als het literaire werk dat het is. ‘De haters begrijpen niet dat ik me juist kwetsbaar opstel. Ik toon de psychologie achter die obstinate omgang met seks. Maria gaat onzorgvuldig, zonder compassie, met zichzelf om. Vanuit een obstinate houding gebruikt ze anderen voor haar complexen en perversies.’

Mette-Maria van Dijk spreekt inmiddels met meer distantie over Maria

Zoals veel studenten plukte Van Dijk de vruchten van het harde werk van haar ouders. ‘In het boek schrijf ik over de rare situatie dat je ouders je leven betalen, en dat je met dat geld een heel ruig leven leidt, wat zij helemaal niet kunnen begrijpen. Daarom hebben die ouders ook een soort verwende naïviteit. Ze willen niet weten hoe hun dochter zichzelf aan het testen is. Zonder perspectief, zonder vooruitgang. Dat vind ik niet walgelijk, het is wel echt jeugd. Jonge mensen die zo met zichzelf bezig zijn – en dat zijn er veel – kunnen ook geen compassie opbrengen met hun ouders, die echt in een andere tijd zijn opgegroeid. Mijn moeder is nog neurotischer dan ik, daarom worden we gek van elkaar. Mijn hoofdpersoon wil die dingen niet oplossen, ze is fatalistisch.

‘Dat mensen dat “verwend” noemen, begrijp ik wel. Tegelijk zit er veel verwaarlozing in, van jezelf en elkaar. Mijn ouders en ik hebben een verstandhouding over geld en mijn vrijheid, maar de implicaties bespraken we nooit. Die verstandhouding werd aan mijn kant gekenmerkt door schaamte. Een schaamte die ik moest doorbreken door dit boek te schrijven.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ze kan met steeds meer distantie praten over haar alter ego Maria. ‘Ik ben niet meer de persoon in het boek, en die persoon wil ik ook niet meer zijn. Ik heb nu andere verlangens.

‘Grappig is dat er in de niet-belezen massa, naast de haters, veel bewonderaars zijn. Veel mannen sturen mij berichten, wel dertig per dag. Ik krijg voortdurend foto’s van grote zwarte piemels, omdat ze denken dat ik daarop zit te wachten. Ik moet erom grinniken. In de periode waarover ik schrijf, ben ik wel met 150 mannen naar bed geweest. Maar de seks in het boek gaat niet over lust, maar over compulsief gedrag. Seks als een neurose. Een dienst die je elkaar verleent. Een manier om de leegte van de één te laten aansluiten op de leegte van de ander. Natuurlijk is dat vervreemdend en pijnlijk, maar het is ook gewoon opvulling van de tijd. En er is altijd de hoop dat er iets van liefde uit ontstaat.’

‘Wauw, het is echt een heet boek!’

Dat tijdverdrijf is haar gaan vervelen. ‘Veel mannen zijn zo lomp en dom. Mijn ouders hebben mij opgevoed met een totale menslievendheid en nieuwsgierigheid naar iedereen. Maar ik besef nu dat ik met die mannen met wie ik een seksuele spanning voel, helemaal niet kan praten. Dan kun je wel seks hebben, maar dan kun je daar óók niet eens over praten.

‘Het is grappig om te horen dat mensen met rode oortjes hebben gelezen en zeggen: “Wauw, het is echt een heet boek!” Alleen maar leuk. Maar daar ben ik helemaal niet meer mee bezig. Sinds kort heb ik het gevoel dat ik expliciet gelukkig wil zijn. Dat ik bijna zou willen trouwen en kinderen krijgen. Dat ik mijn leven wil laten werken, waar ik eerder vooral doelloos was. Nu het boek af is, zie ik dat ik echt, écht iets anders wil dan wat daar in staat.’

Van Dijk heeft voor het eerst een wit vriendje, niet in de Bijlmer maar aan de andere kant van Amsterdam. Ze lacht: ‘Een white boy! Niet dat dat iets uitmaakt, maar ik heb nu wel meer interesse in langdurige en diepgaande liefde.’

Geerten Waling
Geerten Waling (1986) is sinds 2019 columnist en per 2023 fulltime redacteur bij EW.
Lees meer
Geerten Waling