China’s succes in Midden-Oosten overschaduwd door Irans nucleaire ambities

De recente gezamenlijke verklaring van China, Iran en Saudi-Arabië brengt het Midden-Oosten niet dichter bij vrede, schrijft Jonathan Holslag.

China boekte vorige week een diplomatieke overwinning door met Iran en Saudi-Arabië een gezamenlijke verklaring goed te keuren. Teheran en Riyad spraken af om de diplomatieke relaties te herstellen en elkaars soevereiniteit te respecteren. De verklaring toont dat China’s invloed in de regio groeit, maar ze heeft helaas weinig impact op de meest cruciale kwestie: het kernwapenprogramma van Iran en het conflict met Israël.

Het laatste rapport van het Agentschap voor Kernenergie laat er geen gras over groeien: Iran bezit nu een kleine hoeveelheid uranium die bijna voldoende verrijkt is om er kernwapens mee te maken. Voor een kernbom moet dat uranium 90 procent verrijkt zijn; Iran haalt nu 83,7 procent. Die laatste stap zou Iran kunnen zetten in enkele weken – indien het dat wil.

Iran toont dat het doeltreffendere raketten in gebruik heeft

Tezelfdertijd blijft Iran vooruitgang boeken op het gebied van andere voorwaarden om een kernmacht te worden. Over het hele land blijft het gevoelige installaties verstevigen en raketlanceerinrichtingen in tunnels verstoppen. Iran toont de wereld ook dat het doeltreffendere raketten in gebruik heeft. Vorig jaar alleen al testte het 100 ballistische raketten. Het meest recente type zou volgens Teheran in staat zijn om acht keer sneller dan het geluid bewegende doelen te treffen.

Op zich hoeven die raketten niet noodzakelijk kernkoppen te dragen, maar als Iran in staat is om zulke nauwkeurige tuigen te bouwen, dan heeft het de kennis in huis om mogelijke kernraketten doeltreffend te maken en is het beter bestand tegen luchtverdediging van de vijand. Voorts zet Iran zwaar in op zijn eigen luchtverdediging om zo tegenaanvallen met gevechtsvliegtuigen of raketten te ontmoedigen.