Scepsis over atoomdeal is logisch, maar alternatief is er niet

14 juli 2015Leestijd: 3 minuten
'Laurent Gillieron/EPA/ANP'

Als het atoomakkoord met Iran wordt nageleefd, is het land internationaal niet langer het zwarte schaap. En zal Iran de komende tien jaar geen atoombom maken. De scepsis is begrijpelijk, maar wat is het alternatief? Bombarderen?

Het weelderige Palais Coburg in Wenen moet een heerlijk hotel zijn om in te verblijven. Maar de vermoeide onderhandelaars uit Iran en zes grote landen – de Verenigde Staten, Rusland, China, Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland – zagen er maandag uit alsof ze het liefst van het balkon zouden springen.

De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Mohammed Zarif riep naar de pers voor het hotel dat hij ‘slaperig en overwerkt’ was.

Zeventien dagen praatten hij en zijn Amerikaanse collega John Kerry toen al. Maar dinsdagochtend was er eindelijk een akkoord over beperking van het omstreden Iraanse atoomprogramma. Die onderhandelingen waren al begonnen in oktober 2013. Deadlines werden steeds verschoven, tussentijdse overeenkomsten verlengd. Maar voor Iran en Amerika stond er veel op het spel.

Kernonderzoek

De Iraanse economie ligt op zijn gat vanwege zware economische strafmaatregelen. Barack Obama wil zijn nalatenschap als president veiligstellen. De decennialange ruzie met Cuba heeft hij al bijgelegd. Nu die met Iran nog.

Iran belooft zijn atoomprogramma sterk terug te schroeven. Inspecteurs krijgen weer toegang tot het land om te controleren of het kernonderzoek inderdaad slechts is bedoeld voor medische toepassingen en energie-opwekking.

In ruil krijgt Iran toestemming om zijn atoomprogramma voort te zetten, er mag weer worden gehandeld met Iran en Iraanse tegoeden in het buitenland worden vrijgegeven – naar schatting 50 tot 100 miljard dollar, verdiend met olieverkoop.

Als het akkoord wordt nageleefd, is de Islamitische Republiek internationaal niet langer het zwarte schaap. En zal Iran de komende tien jaar geen atoombom maken.

Goed nieuws toch? Helemaal niet, vindt de Israëlische premier Benjamin Netanyahu. Hij belooft alles te doen om ondertekening van het akkoord tegen te houden. Israël ziet zich bedreigd door haattaal uit Teheran, en door terreurbewegingen als Hezbollah en Hamas, die door Iran worden gesteund.

Gebroken beloftes

In de Verenigde Staten vinden Republikeinen én verschillende Democraten dat Kerry en Obama veel te veel hebben toegegeven. Dat belooft weinig goeds, want het Congres heeft zestig dagen om de deal door te vlooien op zwakke punten. Obama kan een afwijzing uiteindelijk wel omzeilen met een veto, maar het zal de bereidheid in Iran om de Amerikanen te vertrouwen en het akkoord na te leven niet vergroten.

En aan Iraanse zijde werden al vaker beloftes gebroken. Krijgen inspecteurs straks wel toegang tot alle kerninstallaties en onderzoekscentra? Wordt er, diep in het Iraanse Zagros-gebergte, niet toch stiekem verder gesleuteld aan kernwapens? Zal Teheran de vrijgekomen miljarden doorsluizen naar terreurgroepen?

En staat de echte leider van Iran, ayatollah Ali Khamenei, wel achter het akkoord? Khamenei noemde Amerika afgelopen zaterdag nog ‘het ultieme voorbeeld van arrogantie’ waartegen Iran moet blijven vechten.

Tegen al deze scepsis kun je inbrengen dat er verder weinig mogelijkheden zijn om Iran van een atoombom af te houden. Bombarderen, ja. Geen aantrekkelijk vooruitzicht in het Midden-Oosten, waar geweld de regel is en waarvoor de Verenigde Staten steevast verantwoordelijk worden gehouden. Wat rest, is hopen dat Iran nu wel woord houdt. Zo niet: snel terug met de sancties.

Elsevier nummer 29, 18 juli 2015