Met elke bom die het Westen op IS gooit, groeit de macht van Iran

22 juli 2015Leestijd: 4 minuten
'AFP'

Obama blijft benadrukken dat er geen alternatief bestond voor de atoomdeal met Iran. Onzin, het Westen had meer geduld moeten hebben.

John Kerry, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, is er niet gerust op. Het atoomakkoord met Iran was toch een historische deal? President Barack Obama is van mening dat je met de vijand moet onderhandelen.

Dat is niets nieuws. Alle voorgaande Amerikaanse presidenten onderhandelden met de vijand, met het regime van de ayatollahs – vaak ook nog rechtstreeks.

Israëlische vliegtuigen

Het ging dan om concrete vraagstukken in het Midden-Oosten. Het Witte Huis leverde ooit zelfs wapens aan Teheran. In de jaren tachtig, tijdens de Iran-Irak-oorlog, leverde de Amerikaanse president Ronald Reagan via Israël wapens en onderdelen van wapens aan Teheran.

Het leidde tot de Iran-contra-affaire, omdat die deal in strijd was met Amerikaanse wetten. Het waren Israëlische vliegtuigen die de Amerikaanse wapens naar Teheran en Tabriz brachten. Het heeft allemaal niet geholpen.

Washington ging ervan uit dat de vijand op deze manier kan worden gepacificeerd. De grote en de kleine satan – Amerika en Israël – vormen samen de legitimatiegrond voor het voortbestaan van het islamitische regime.

‘Beeldverbod’

Er waren ook altijd bepaalde krachten binnen het regime die een einde wilde maken aan de vijandschap. Mohammed Khatami, van 1997 tot 2005 president van Iran, probeerde in de jaren negentig van de vorige eeuw vergeefs om de leuze ‘dood aan Amerika‘ af te schaffen.

Nu geldt er een ‘beeldverbod’ voor Khatami, dat wil zeggen dat het voor Iraanse media verboden is om foto’s of afbeeldingen van Khatami te verspreiden of te tonen.

De Amerikaanse president Bill Clinton voerde een soft beleid ten aanzien van de islamitische staat Iran om de toenmalige president Khatami en zijn hervormingsgezinde beweging niet voor de voeten te lopen.

Vrachtwagens met bommen

Clinton vestigde zijn hoop op Khatami en zijn team. Ten tijde van Clinton, in 1996, werden de Amerikanen in Khobar (Saudi-Arabië) getroffen door terroristische aanslagen, in de vorm van vrachtwagens met bommen. Daarbij kwamen negentien Amerikanen om het leven.

Richard Clarke, een van Clintons veiligheidsadviseurs vertelt in zijn boek Tegen alle vijanden. Hoe Amerika Al-Qaeda onderschatte gedetailleerd over het onderzoek naar de aanslag in Khobar.

De Amerikaanse regering kwam tot de conclusie dat deze aanslag door Quds-divisie van de Revolutionaire Garde was gepland en door de Saudische handlangers van de ayatollahs werd uitgevoerd.

Kroongetuige

Ze hadden genoeg bewijs verzameld om eerst via de grand jury Teheran te veroordelen en daarna over te gaan tot vergeldingsacties. Zo ver kwam het niet, omdat de kroongetuige niet meer voor de rechter wilde verschijnen. Bovendien wilden de Saudiërs niet betrokken worden op een aanval op mullahs.

Ze waren en zijn doodsbang voor Teheran. Clarke citeert Clinton: ‘Als het om geweld tegen Iran gaat, mogen geen halfslachtige maatregelen worden genomen.’ Er gebeurde niets omdat Washington de hervormers in Teheran niet voor de voeten wilde lopen. Daarom werd er gepraat met de mullahs.

Omverwerpen

Nu zegt Khamenei terecht dat het Witte Huis al ruim drie decennia probeert ons gedrag te veranderen. Dat gaat ze niet lukken, voegde Khamenei eraan toe. En dat snappen ze volgens hem niet in Washington.

Amerika wil niet inzien dat een ideologisch regime niet zomaar kan veranderen. Het doel moet altijd zijn om een totalitair regime met een vastomlijnde ideologie omver te werpen door de machthebbers te isoleren en het regime economisch in het nauw te drijven: dat gebeurde ook met de Sovjet-Unie. Tegelijkertijd kan worden onderhandeld waar dat mogelijk is.

Handtekening

Op het gebied van onderhandelen met de vijand wordt een belangrijke zaak over het hoofd gezien: de verdragen tussen de Sovjet-Unie en Amerika werden getekend door de leiders van beide landen.

Khamenei onderhandelt niet, noch ontmoet hij Amerikaanse leiders. En Khamenei zet ook geen handtekening onder een verdrag. Daardoor houdt hij de nodige ruimte om geheel onafhankelijk van diplomatie te handelen.

Historisch

Was Khamenei in Wenen geweest om samen met president Obama de atoomdeal te ondertekenen, dan hadden we inderdaad kunnen spreken van een historisch moment.

Terecht wordt de vraag gesteld of er een alternatief bestaat voor deze atoomdeal. Obama zei in zijn toespraak: ‘Without this deal, there is no scenario where the world joins us in sanctioning Iran until it completely dismantles its nuclear program. Nothing we know about the Iranian government suggests that it would simply capitulate under that kind of pressure.’

Dat is simpelweg niet waar. Zonder de economische sancties tegen het regime zou Khamenei nooit hebben ingestemd met deze onderhandelingen.

In het nauw

Van meet af aan werd gestreefd naar een duidelijk doel: het opheffen van de VN-sancties.  Gaandeweg kwam er een doel bij: tijdwinst voor het beschermen van vazalstaten en gebieden als Syrië, Irak en Libanon.

Het alternatief was dus: doorgaan met onderhandelen, waarbij het regime en zijn bondgenoten verder in het nauw zouden worden gedreven. Daarnaast zou Amerika, in tegenstelling tot het huidige beleid, steun moeten geven aan de oppositionele partijen in Iran.

Het regime kampte met grote economische problemen. Het Westen had geduld moeten tonen en het regime verder onder druk moeten zetten. Nogmaals: de sancties hebben gewerkt – zie de bereidheid van Teheran om serieus te onderhandelen.

Imperium

Ayatollah Khamenei is een van de beste politieke leiders in de wereld. Elke bom die het Westen op IS gooit, versterkt Iran. Khamenei streeft naar een eigen islamitisch imperium: van Teheran tot Zuid-Libanon.

Khamenei zegt dat hij de ware vijand van het Westen is, maar het Westen gelooft hem niet. De Amerikaanse houding in het Midden-Oosten is ronduit verontrustend.