Amerikanen grijpen naar de wapens? Wat een nonsens

30 maart 2020Leestijd: 2 minuten
Een wapenwinkel in Utah. Foto: AFP

Karikaturale schets van wapengekke Amerikanen maakt Nederlanders niets wijzer over hoe de Verenigde Staten daadwerkelijk omspringen met het coronavirus, schrijft Emile Kossen.

‘We gaan ons niet tegen elkaar keren, dit soort momenten van crisis brengt Amerikanen juist samen.’ De Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra voelde zich zondag 29 maart genoodzaakt te reageren op de insinuatie van Buitenhof-presentator Twan Huys dat Amerikanen misschien wel bereid zijn de wapens op te pakken, omdat de regering te midden van de coronacrisis de controle zou verliezen over het land. ‘Er worden wel een hele hoop wapens gekocht in uw land.’

De suggestie kwam ongetwijfeld voort uit recente berichtgeving in Nederlandse media over hoe het coronavirus leeft in de Verenigde Staten. De NOS zei dat Amerikanen ‘geen wc-papier hamsteren, maar wapens’. De Volkskrant hield het op een run op kogels. Een verhaal met een dikke saus van: ‘Ah, kijk die gekke Amerikanen nou.’

Complex thema

De werkelijkheid is complexer. Er zijn inderdaad anekdotes van wachtrijen voor een handvol wapenwinkels – maar die zijn er net zo goed over supermarkten zonder wc-papier. Echter: harde cijfers zijn er nog niet. De FBI, die de wapenverkopen volgt, komt in april met een overzicht.

Het Amerikaanse recht op wapens is algemeen bekend, maar de meeste Amerikanen hebben er weinig mee. In een peiling van Gallup gaven vorig jaar drie van de tien Amerikanen aan dat ze een vuurwapen bezitten, de andere 70 procent niet. Er is brede steun voor strengere wapenregels. Wapenverkoop verschilt bovendien zeer per staat. In Washington D.C. is het bijvoorbeeld niet mogelijk om een wapen aan te schaffen. De meeste wapens zijn geregistreerd in Texas.

Ambassadeur Hoekstra zei onlangs in dit blad dat ‘Trumps bedoelingen wel vaker verkeerd worden begrepen’

Zinvol praten over ‘Amerikanen en wapens’ vergt dus context en voorspellingen over sociale onrust zijn op zijn minst vergezocht. De gemiddelde Amerikaan portretteren als ‘wapengek’ helpt niemand om het land beter te begrijpen. Sterker nog, het schept een onvolledig beeld. Negentig procent van Amerikanen zegt de adviezen van de Trump-regering om het coronavirus te bestrijden, zoveel mogelijk te volgen.

Ergens is het vergelijkbaar met hoe Amerikaanse media een paar weken geleden schertsend keken naar de rijen die stonden voor enkele Nederlandse coffeeshops. Alsof iedere Nederlander wiet als primaire levensbehoefte heeft.

Hoekstra reageerde netjes op de vragen van Huys – en voegde een zinvolle relativering toe om eventuele stress over een naderende burgeroorlog weg te nemen. ‘Mensen in mijn land kopen altijd al wapens, daar herinneren mijn Nederlandse vrienden me vaak aan.’