Strijders van de Koerdische peshmerga hebben donderdag een offensief geopend in Noord-Irak. Ze proberen de plaats Sinjar, die wordt bezet door terreurbeweging Islamitische Staat (IS), hiermee te heroveren.
Aan de operatie doen tot 75.000 strijders mee. Zij voeren het offensief uit met behulp van Amerikaanse luchtaanvallen. De strijders zouden al enkele dorpjes rondom Sinjar hebben weten te heroveren, meldt persbureau Reuters.
Slaven
‘Alles verloopt volgens plan. We zijn optimistisch en we zien vandaag als een feestelijke dag,’ zegt Mahma Xelil, burgemeester van het Sinjar-district. De Koerdische regionale president Massoud Barzani van de Koerdische Democratische Partij (KDP) coördineert het offensief.
Slecht nieuws voor #IS https://t.co/2QQwMPLvko
— Jan Eikelboom (@janeikelboom) November 12, 2015
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De stad Sinjar ligt op een strategisch punt vlakbij het Sinjar-gebergte en naast een grote snelweg die tussen Mosul in Irak en het Syrische IS-bolwerk Raqqa loopt. De stad werd meer dan een jaar geleden ingenomen door IS. Het Sinjar-gebergte wordt vooral bewoond door de Jezidi’s, een etnische minderheid in Irak.
Toen IS de stad binnenviel, werden duizenden van hen de bergen ingedreven. Mannelijke Jezidi’s werden afgeslacht, terwijl vrouwen en kinderen als (seks)slaven werden meegenomen. De inname van Sinjar was voor de Amerikanen de aanleiding om luchtaanvallen te lanceren.
Fricties
In de nacht van woensdag op donderdag voerden de Amerikanen opnieuw luchtaanvallen uit op het gebied rondom Sinjar. Een totaalaantal van 7.500 Koerdische, peshmerga en Jezidi-strijders kwamen in een militair konvooi de berg af naar de frontlinie. IS heeft daarna 600 man ter versterking laten opdraven.
Koerdische strijders melden donderdag dat tenminste één stadje ten westen van en twee anderen ten oosten van Sinjar zijn heroverd, maar dit bericht is nog niet geverifieerd. Het offensief had eigenlijk een aantal weken geleden moet starten, maar fricties tussen een aantal Koerdische en Jezidi-milities leidden tot uitstel.
Koerdische uitsplitsingen beschuldigden de KDP van het willen monopoliseren van de macht in de regio en de Jezidi’s zouden het vertrouwen in de partij zijn verloren na de massa-ontvoeringen, -slachtingen en verkrachtingen door leden van IS bij Sinjar.
Jezidi’s die vastzaten in het gebergte werden uiteindelijk gered door een Syrische tak van de Koerdische PKK, die erna een permanente basis vestigde in de bergen van Sinjar en Jezidi’s een militaire training heeft gegeven.. IS heeft naar schatting nu nog zo’n enkele duizenden Jezidi-slaven.