Nederlandse F-16’s boven Irak kampen met bommentekort

29 september 2015Leestijd: 2 minuten
''

De Nederlandse F-16’s die boven Irak vliegen, hebben praktisch geen bommen meer op voorraad. Nederland smeekt de bondgenoten hightech bommen te mogen lenen, want de fabrikant hanteert een levertijd van twee jaar.

Maar de Verenigde Staten, Noorwegen en België hebben de projectielen zelf nodig. Er loopt nu een verzoek aan Denemarken, schrijft weekblad Elsevier, dat zich beroept op diverse bronnen bij Defensie.

Laser

Om nevenschade en burgerslachtoffers te vermijden en om onder moeilijke weersomstandigheden bewegende doelwitten zoals pantserwagens te kunnen uitschakelen, gebruiken de F-16’s liefst ‘klein diameter bommen’, die zowel met GPS als met laser naar hun doel worden geleid.

‘De voorraad slonk zó snel dat we er nu praktisch doorheen zijn,’ aldus een bron. Luitenant-kolonel Sidney Plankman, woordvoerder van de Koninklijke Luchtmacht,  wil niet spreken van een algemeen bommentekort, maar erkent dat ‘de voorraad van vooral geavanceerde slimme bommen snel moet worden aangevuld, gezien het tempo waarin wij bommen verbruiken.

Anders komt er een moment waarop wij moeten stoppen.’ Wanneer dat moment aanbreekt, wil hij niet zeggen: ‘Dat is geclassificeerde informatie.’

Bondgenoten

Het is nu een jaar geleden dat het kabinet F-16’s naar Irak stuurde. Het kabinet beraadt zich dezer dagen op de inzet van de jachtvliegtuigen boven Syrië. De VVD is voor; maar de PvdA is tegen.

Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) zegt in Elsevier dat met de bondgenoten wordt gesproken om de voorraden van specifieke typen bommen aan te vullen. ‘Het tekort is geen financiële kwestie, want op operationele inzet bezuinigen wij niet. Het probleem zijn de lange levertijden van deze wapens.’

In augustus lekte via RTL4 uit dat Defensie zó bezuinigt op munitievoorraden dat oefenende soldaten bij gebrek aan kogels  ‘pang pang moeten roepen’, zoals een vakbondsman het verwoordde.