Hennis zegt ‘sorry’ voor wegsturen drie mannen Srebrenica

25 juni 2015Leestijd: 2 minuten
'EPA'

De nabestaanden van drie moslimmannen, die in 1995 van de basis van Dutchbat in het Bosnische Srebrenica werden weggestuurd, krijgen van Nederland excuses én een schadevergoeding aangeboden.

Minister van Defensie Jeanine Hennis Plasschaert (VVD) zegt ‘sorry’ tegen de nabestaanden, is te lezen in een verklaring van haar departement.

Massaslachting

De drie mannen, de elektricien van Dutchbat, Rizo Mustafic, en de vader en de broer van de tolk van de Dutchbat, Muhamed en Ibro Nuhanoivc, moesten hun gedwongen vertrek met de dood bekopen. Ze werden, samen met 7.000 andere moslimmannen, door de Bosnisch-Servische troepen van generaal Ratko Mladic vermoord.

Dutchbat was in de moslimenclave om de veiligheid van de in de knel geraakte mensen te waarborgen. Maar Srebrenica werd veroverd, met de massaslachting tot gevolg. Deze dramatische gebeurtenis staat sindsdien bekend als de val van Srebrenica. Het wegsturen van de mannen toen had niet mogen gebeuren, zegt het kabinet donderdag.

Schadevergoeding

De Nederlandse overheid heeft intussen ook overeenstemming bereikt met de nabestaanden over een schadevergoeding. De vijf nabestaanden zouden elk een bedrag van enkele tienduizenden euro’s krijgen, meldt de NOS. De advocaat van de nabestaanden, Liesbeth Zegveld, wil niet kwijt hoe hoog het afgesproken bedrag is. ‘De schadevergoeding die de Staat uiteindelijk heeft betaald, is in de ogen van de nabestaanden fatsoenlijk. Ze hopen nu enige rust te krijgen.’

De Hoge Raad oordeelde in 2013 dat de Nederlandse staat aansprakelijk is voor het drama. Aanvankelijk was de nabestaanden hierop 20.000 euro toegewezen, zonder overleg. Daarover waren ze en hun advocaat Liesbeth Zegveld zeer ontstemd. Hierna zijn de nabestaanden en de overheid om tafel gegaan en is er nu alsnog een overeenkomst gekomen en getekend.

Procedure

Eind april oordeelde de Arnhemse rechtbank dat oud-commandant van de Nederlandse blauwhelmen Thom Karremans dat hij niet wordt vervolgd. De nabestaanden van de drie hierboven genoemde slachtoffers hadden een procedure aangespannen bij het gerechtshof.

Ze wilden dat het Hof alsnog opdracht aan het Openbaar Ministerie zou geven om Karremans, zijn toenmalige rechterhand Rob Franken en adjudant Berend Oosterveen in Nederland te laten berechten. De ex-commandant zei eind vorig jaar dat hij zich moreel verantwoordelijk voelt voor wat er in 1995 in Srebrenica gebeurde, maar dat hem in strafrechtelijke zin niets valt te verwijten.