Hoe Rusland en Amerika elkaar wél vinden bij strijd tegen IS

15 oktober 2014Leestijd: 2 minuten
''

Moskou en Washington maakten de afgelopen tijd publiekelijk ruzie over Oekraïne en de vermeende Russische inmenging in het oosten van het land. Maar de grote dreiging die van Islamitische Staat (IS) uitgaat in Irak en Syrië, brengt de twee kemphanen nu dichter bij elkaar.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry en zijn Russische collega Sergej Lavrov werden het in Parijs eens dat zij informatie van hun geheime diensten over het oprukkende terreurleger gaan delen, schrijft het Amerikaanse magazine Newsweek.

Acuut gevaar

De twee wereldmachten hebben ‘een gezamenlijke verantwoordelijkheid’ om het acute gevaar in het Midden-Oosten te bestrijden, zei Kerry. Beide landen vinden dat een dergelijke gruwelijke terreurbeweging geen plek heeft in de 21ste eeuw.

Volgens de Amerikaanse minister gaan de Russen ook bekijken of zij het zwakke Iraakse leger kunnen trainen en van wapens kunnen voorzien. Ook Lavrov zegde op zijn beurt toe dat de verhouding tussen zijn land en de Amerikaanse regering moet worden verbeterd. We moeten de ‘grootste dreiging’ in het Midden-Oosten samen aanpakken, zei hij.

De hoop van de anti-IS-coalitie, waar Rusland zich militair niet bij heeft aangesloten, is gevestigd op deze lokale troepen. De landen die deelnemen aan de internationale coalitie erkennen weliswaar dat de luchtaanvallen op IS-doelen hun vruchten afwerpen, maar dat er meer nodig is – en wel de zogeheten ‘laarzen op de grond’. Alleen willen de westerse landen zo’n grondcampagne niet voor hun rekening nemen.

Islamitisch terrorisme

Er zouden naar schatting zo’n 800 jihadisten met de Russische nationaliteit aan de zijde van terreurorganisaties als IS en Jabhat al-Nusra vechten. Rusland heeft al decennia te maken met islamitisch terrorisme door extremisten uit bijvoorbeeld Tsjetsjenië, een autonome Kaukasus-republiek die deel uitmaakt van de Russische Federatie. Er wonen veel moslims.

Eind jaren negentig maakte het land kennis met het wahabisme, een radicaalislamitische stroming die is komen overwaaien uit Saudi-Arabië. De strijd tegen de nietsontziende extremisten is dus ook in belang van het Kremlin.

Adem

Eerder gaven de Russen nog te kennen dat zij niets zien in luchtaanvallen op doelen in Syrië, terwijl er in een adem werd gezegd dat IS wél moeten worden vernietigd. Waarom geeft Moskou dan toch geen steun aan de bombardementen?

Dat heeft er vooral mee te maken dat bondgenoot Bashar al-Assad, de Syrische president, geen toestemming heeft gegeven. Bovendien vindt de Russische president Vladimir Poetin dat er sprake moet zijn van een internationaal mandaat, oftewel goedkeuring van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.