Feature

Waarom Trumps harde aanpak Amerika juist duurder maakt

Inflatie en illegale immigratie bestrijden, de staatsschuld verkleinen en afrekenen met woke en criminaliteit: Donald Trump heeft torenhoge ambities voor zijn tweede termijn. Hoe succesvol is de Amerikaanse president in het behalen van zijn binnenlandse doelen, en wat vinden kiezers ervan?

Donald Trump heeft in de bijna acht maanden dat hij aan de macht is het aanzien van de wereld blijvend veranderd. Maar hoe effectief is zijn beleid in Amerika zelf? Een inventarisatie aan de hand van vier campagnepunten, een cultuurstrijd en ‘One Big Beautiful Bill’.

Inflatiebeleid van Trump drijft prijzen verder op

Als het beleid van Trumps Democratische voorganger en opvolger Joe Biden één zwakte had, dan was het wel de hoge inflatie: de kosten van het levensonderhoud liepen tijdens zijn presidentschap tweeënhalf keer zo snel op als onder Trump in 2017-2021.

De geldontwaarding werd misschien nog het meest treffend gesymboliseerd door de prijs van eieren, die tot woede van veel Amerikanen tussen november en december 2024 met liefst 14 procent was gestegen.

Maar hoewel Trump op het campagnepad beloofde om bij verkiezingswinst de prijzen ‘onmiddellijk te verlagen, te beginnen op dag één’, dreigt hij met zijn beleid juist het tegenovergestelde te bewerkstelligen.

Zo zal het doorsnee Amerikaanse gezin volgens een berekening van Yale University alleen al dit jaar omgerekend zo’n 2.000 euro extra kwijt zijn aan Trumps importheffingen voor de rest van de wereld, die gemiddeld 18,3 procent bedragen.

Daarnaast kan zijn campagne tegen de Federal Reserve om de rente met liefst 3 procentpunten te verlagen – om zo het overheidslenen goedkoper te maken – de inflatie verder aanwakkeren.

De onafhankelijke voorzitter Jerome Powell wist de druk tot nog toe te weerstaan, maar met het recente (en inmiddels aangevochten) ontslag van de kritische Fed-bestuurder Lisa Cook dreigt Trump niet alleen zijn gezag, maar dat van de hele centrale bank te ondermijnen.

Inmiddels ligt de Amerikaanse geldontwaarding van 2,7 procent nog iets boven de 2 procent waarnaar de Fed streeft. Maar de prijs van eieren is nog steeds zo’n 16 procent hoger dan vorig jaar. Al komt dat vooral door de vogelgriep, die in Amerika alleen al in 2025 het leven heeft gekost aan 36 miljoen legkippen.

Immigratiebeleid Trump levert minder deportaties op

Volgens cijfers van de Amerikaanse vreemdelingen- en douanedienst ICE heeft Trump sinds zijn aantreden gemiddeld ongeveer 15.000 ongedocumenteerde immigranten per maand uitgezet.

Dat zijn er weliswaar zo’n 2.000 meer dan zijn voorganger Biden in 2024, maar nog altijd fors minder dan de 36.000 die de Democratische president en deporter-in-chiefBarack Obama in 2013 maandelijks terugstuurde – en bij lange na niet genoeg om zijn campagnebelofte van ‘miljoenen en miljoenen’ deportaties waar te kunnen maken.

Trumps ambities worden voor een deel gefnuikt door immigratie-advocaten en -rechters die het uitzettingsproces vertragen. Maar hij trapt ook zelf op de rem door sectoren (tijdelijk) te ontzien die afhankelijk zijn van ongedocumenteerde immigranten, zoals het boerenbedrijf en de horeca.

Dat neemt niet weg dat het aantal ICE-arrestaties toeneemt, helemaal nu Stephen Miller, de architect van Trumps immigratiestrategie, een ‘quotum’ van 3.000 per dag heeft ingesteld.

Om al die gevangenen te kunnen ­huisvesten, trok het Congres een extra bedrag uit van omgerekend bijna 40 miljard euro voor onder meer detentiecentra. Het beleid lijkt, samen met beelden van gemaskerde agenten in burgerkleding die immigranten (niet zelden met verblijfsvergunning en zonder strafblad) op klaarlichte dag van de straat plukken, een afschrikwekkend effect te hebben: volgens de federale grensbewaker Customs and Border Protection is het aantal illegale grenspassages gedaald tot zo’n 25.000 per maand, het laagste aantal ooit.

Al levert dat Trump vooralsnog weinig politiek gewin op: volgens een recente peiling van nieuwszender CNN vindt 55 procent van de bevolking dat hij in zijn immigratiebeleid te ver gaat.

Overigens krijgt Trump op belangrijke punten steun van het Hooggerechtshof. Dat verleende toestemming om immigranten naar derde landen als El Salvador en Rwanda te deporteren. Ook negeerde het hof een uitspraak van een ­lagere rechtbank die de vluchtelingen­status van honderdduizenden immigranten uit Cuba, Haïti, Nicaragua en Venezuela ­beschermde.

Criminaliteitsaanpak door inzet leger en pardons

Vergeleken met 2023 werd het door Democraten bestuurde Washington vorig jaar een stuk veiliger: het aantal moorden, gewelddadige berovingen en seksuele delicten daalde met respectievelijk 32, 40 en 25 procent. Toch voelde Trump, die vorig jaar in New York strafrechtelijk werd veroordeeld wegens het vervalsen van documenten in een zwijggeldaffaire met een pornoster, zich onlangs genoodzaakt de nationale garde naar de hoofdstad te sturen.

De inzet van zo’n 800 militairen, die inmiddels worden bijgestaan door 1.100 reservisten uit Republikeinse staten als Tennessee en Mississippi, lijkt Washington iets veiliger hebben gemaakt.

Zo is het aantal auto-inbraken in een week bijna gehalveerd, al roepen beelden van verveelde soldaten die met rode veiligheidshesjes over hun camouflagepakken zwerfvuil verwijderen de vraag op of het echt zo slecht gesteld is in Amerika’s hoofdstad.

Het publiek heeft zo zijn twijfels: volgens een enquête van de gerenommeerde Quinnipiac University is slechts 41 procent van de kiezers het met Trumps beslissing eens.

Daarnaast lijkt Trump met sommige vormen van criminaliteit in Washington juist geen moeite te hebben: kort na zijn inauguratie liet hij bijna 1.600 veroordeelde aanhangers via een presidentieel pardon vrij, die 0p 6 januari 2021 het Capitool in zijn naam bestormden om de benoeming van zijn politieke tegenstander Joe Biden tot president met geweld te voorkomen.

Tegelijk kreeg het gros van de betrokken aanklagers ontslag of een demotie.

Bovendien klinkt Trumps beschrijving van Washington als een stad die is ‘overgenomen door bloeddorstige criminelen’ op zijn minst selectief: in steden als Memphis, Tennessee en Jackson, Mississippi ligt het moordcijfer twee tot vier keer hoger.

Ook elders in het land wekt Trump, die zich ondanks zijn strafblad’s lands chief law enforcement officer noemt, de indruk dat criminaliteit wat hem betreft vooral een probleem is in Democratische staten.

Eerder dit jaar stuurde hij het leger al naar Los Angeles, nadat er rellen waren uitgebroken tegen het optreden van ICE-agenten in de stad. Een federale rechter bestempelde die actie als illegaal.

Daarnaast heeft Trump het voornemen uitgesproken om de nationale garde in te zetten in het ‘moordveld’ Chicago, waar, anders dan hij beweert, de gewelddadige criminaliteit afgelopen jaar ook fors is gedaald.

Staatsschuld stijgt ondanks beloofde bezuinigingen

Liefst 2.000 miljard dollar. Dat is wat Trump bij monde van techmiljardair en mega-donateur Elon Musk beloofde te snoeien in het 6.750 miljard dollar bedragende jaarbudget van de federale overheid, die op het punt zou staan te be­zwijken onder ‘fraude, verspilling en misbruik’.Elon Musk in het Witte Huis

Het daarvoor opgerichte Departement van Overheidsefficiëntie (DOGE) beëindigde naar eigen zeggen meer dan 10.000 overheidscontracten en verwacht het federale ambtenarenapparaat eind dit jaar te hebben teruggebracht van 2,4 miljoen naar 2,1 miljoen mensen.

Dat levert volgens berekeningen van nieuwsorganisaties als Politico, CNN en NPR hooguit enkele tientallen miljarden aan besparingen op – bij een begrotingstekort van 1.800 miljard dollar per jaar een druppel op een gloeiende plaat.

Daarnaast lijkt Trump er geen moeite mee te hebben om de federale overheid nog dieper in het rood te steken. Zijn in juli ondertekende One Big Beautiful Bill zal de staatsschuld van zo’n 37.000 miljard dollar naar verwachting met pakweg 10 procent verhogen – reden voor Musk om DOGE met slaande deuren te verlaten.

Bovendien is het vanwege de grillige manier waarop Trump zijn wereldwijde importheffingen heeft ingesteld voor de Verenigde Staten duurder geworden om te lenen. De rente op een staatsobligatie met een looptijd van tien jaar bedraagt inmiddels 4,3 procent, bijna 1,5 procentpunt hoger dan die van Nederland.

One Big Beautiful Bill kort op zorg en energie

Geen Amerikaanse president in de geschiedenis regeert zo veel per decreet als Trump in zijn tweede termijn. De pakweg tweehonderd executive orders die hij tot nu toe heeft ondertekend (variërend van het uitvaardigen van importheffingen en het openstellen van Alaska voor oliewinning tot het hernoemen van de Golf van Mexico tot Golf van Amerika en het promoten van plastic rietjes) behoeven geen toestemming van het parlement, en een opvolger kan ze met één pennenstreek weer ongedaan maken.

Dat ligt anders bij de zogenoemde One Big Beautiful Bill, een van de weinige wetten die hij samen met het door Republikeinen gedomineerde Congres wist door te drukken.

De liefst 940 pagina’s omvattende ‘Grote Mooie Wet’ werd met een flinterdunne marge aangenomen in het Huis van Afgevaardigden, en in de Senaat pas na ingrijpen door vicepresident JD Vance – die als voorzitter de beslissende stem uitbracht.

De wet bevat dan ook forse ingrepen die ook sommige Trump-stemmers hard raken. Zo wordt het voedselbonnen-programma SNAP, waarvan 42 miljoen mensen gebruikmaken, jaarlijks met bijna 20 miljard dollar gekort, en zullen door ­bezuinigingen op Medicaid, het medische vangnet voor de allerarmsten, de komende tien jaar circa twaalf miljoen Amerikanen hun zorgverzekering verliezen.

De wet maakt daarnaast voor bijna 500 miljard dollar aan subsidies voor groene energie ongedaan.

Dat de staatsschuld ondanks de voorspelde besparingen van een slordige 1.700 miljard dollar de komende tien jaar naar verwachting toch met 3.700 miljard dollar zal stijgen, komt voornamelijk door een belastingverlaging van 4.500 miljard dollar, waarvan vooral Amerika’s allerrijksten zullen profiteren.

Daarnaast krijgen defensie en grenscontrole er respectievelijk 150 en 129 miljard dollar bij.

Anders dan de naam suggereert, geniet de One Big Beautiful Bill volgens een recente enquête van het Pew Research Center dan ook slechts de steun van 32 procent van het publiek. Reden voor Trump om de woorden ‘groot’ en ‘mooi’ niet meer te gebruiken. ‘Die waren goed om de wet erdoorheen te krijgen,’ zei hij in een recente kabinetsvergadering. ‘Maar niet om aan mensen uit te ­leggen waar hij om draait.’ Daarvoor gebruikt hij nu het woord ‘belastingverlaging’.

Trump voert cultuurstrijd tegen woke en universiteiten

Een decreet om te bepalen dat er slechts twee ‘onveranderlijke’ seksen (man en vrouw) zijn, het weren van transgenders uit het leger, het stopzetten van diversiteits- en inclusie-initiatieven in de federale overheid en haar toeleveranciers: Trump heeft zijn verkiezingsbelofte om alles wat woke is uit te bannen meer dan waargemaakt.

Dat neemt soms potsierlijke vormen aan: zo werd een foto van de Enola Gay, de naar de moeder van piloot Paul Tibbets vernoemde B-29-bommenwerper die in 1945 een atoombom op Hiroshima gooide, uit de database van het ministerie van Defensie verwijderd, kennelijk vanwege het woordje gay, dat ook homoseksueel kan betekenen.

Van serieuzer aard is het gevecht dat de president is aangegaan met zo’n zestig universiteiten en hogescholen, die tijdens de pro-Palestina-demonstraties van vorig jaar een onveilige omgeving voor Joodse studenten op de campus zouden hebben gecreëerd.

Om die beschuldiging kracht bij te zetten, bevroor het Witte Huis miljarden dollars aan federale onderzoeksgelden die het Congres al had goedgekeurd. Onrechtmatig, oordeelde een federale rechter vorige week in een zaak die Harvard had aangespannen.

Trump betichtte elite-universiteiten als Harvard, Brown en Columbia ook van racisme bij het werven van studenten, waarbij zwarte gegadigden makkelijker toegang zouden hebben dan witte en Aziatische.

Hij wordt daarin bijgestaan door het Hooggerechtshof, dat positieve discriminatie in het toelatingsbeleid van onderwijsinstellingen eerder al ongrondwettelijk had genoemd. Inmiddels hebben het particuliere Brown en Columbia op beide punten beterschap beloofd en een schikking van respectievelijk 50 en 200 miljoen dollar getroffen.

Trump heeft zijn cultuurstrijd sindsdien uitgebreid naar de musea die onder de federale overheid vallen. Zo verwijt hij het Smithsonian in Washington, dat onder meer het Nationale Museum van Afrikaans-Amerikaanse Geschiedenis en Cultuur omvat, van het verspreiden van ‘een anti-Amerikaanse ideologie’, ‘waar­­in alleen maar wordt besproken hoe vreselijk ons land is, hoe slecht slavernij was en hoe weinig de onderdrukten hebben bereikt’.

Trumps duizelingwekkende beleid neemt het publiek hem niet bepaald in dank af: volgens een peilingsgemiddelde van RealClearPolitics is zijn populariteit gedaald van bijna 49 procent bij zijn inauguratie in januari naar 45,5 procent begin deze maand. Toch is dat is nog altijd hoger dan de 38,5 procent waarop hij begin september 2017 was beland.

En vergeleken met zijn voorgangers doet Trump het verrassend goed: zo genoot George W. Bush (2001-2009) op hetzelfde punt in zijn tweede termijn nog maar de steun van 44 procent van het electoraat, en was die voor Obama (2009-2017) afgebrokkeld tot 43,8 procent.