Hoe vrij is de vrijheid van meningsuiting nog in het VK?

Protest in 2023 voor gebouw van Oxford University, waar genderkritische feminist Kathleen Stock een lezing houdt

In de bakermat van de vrijheid van meningsuiting rukt (zelf)censuur razendsnel op. Keir Starmers Labour-regering speelt een bedenkelijke rol.

De man op de keukentrap geniet van de aandacht. Met de Bijbel in zijn hand en een cowboyhoed op zijn hoofd, probeert hij zijn gehoor te overtuigen van de boodschap die op zijn witte broek staat: Jesus is alive. Wanneer een vrouw met hoofddoek beweert niet in de Verlosser te geloven, roept hij: ‘She doesn’t ­understand. She belongs to my church.’‘No, I do not,’ werpt ze tegen. Een paar meter verderop staan Britse moslims hun geloof in Allah te verkon­digen, sprekend ­tegen mobiele telefoons die rusten op statieven. Vanaf gepaste afstand houden bobbies de religieuze twisten in de gaten.Dit is een typisch zondags tafereel op Speakers’ Corner, de uithoek in het Londense Hyde Park die is gereserveerd voor de vrijheid van meningsuiting. De cowboypredikant staat in een lange traditie van sprekers op deze plek.

Onder anderen Vladimir Lenin, George Orwell en Karl Marx bezigden hier het vrije woord , met het risico van tegenwerpingen vanuit hun gehoor. Rechter Ste­phen Sedley definieerde de ‘sprekershoek’ als een ruimte voor ‘het irritante, het controversiële, het excentrieke, het ketterse, het ongewenste en het provocerende, zolang dergelijke uitingen niet tot geweld leiden’.

Vrijheid van meningsuiting onder druk door nieuwe wetten

Terwijl Speakers’ Corner floreert, vooral op zon- en feestdagen, staat de vrijheid van meningsuiting in de rest van het Verenigd Koninkrijk onder druk.

Is free speech under threat? luidt de titel van een boek dat vorig jaar verscheen bij Penguin Books. ‘You are under ctrl’ (lees: control), waren onlangs de woorden op het omslag van weekblad The Spectator, refererend aan de zogenoemde Online Safety-wet. Uit een peiling kwam naar voren dat de helft van de Britten bang is om zich hardop uit te spreken over onderwerpen als racisme en immigratie.

Britse burgers ervaren ‘two-tier justice’

Tal van voorbeelden ondersteunen deze zorgen. Twee ouders werden gearresteerd en 10 uur lang vastgehouden in een politiecel, nadat ze in een WhatsApp-groep kritiek hadden geleverd op het wervingsbeleid van de directrice van de school van hun dochter.

Columnisten kregen een huisbezoek van de politie ­wegens tweets die niet strafbaar waren maar wel als beledigend werden ervaren, zogeheten non-crime hate incidents. De Joodse komieken Rachel Creeger en Philip Simon kregen te horen dat ze, bij nader ­inzien, niet welkom zijn op het festival van Edinburgh, de stad van de Schotse Verlichting.

Het debat over de vrijheid van meningsuiting heeft een politiek karakter. Op de achtergrond woedt een machtsstrijd tussen premier Sir Keir Starmer en zijn uitdager Nigel Farage. Diens rechts-conservatieve partij Reform UK staat ver voor in de peilingen.

De 61-jarige ­populist profiteert van een toenemend wantrouwen tegen het establishment: de ambtenarij, rechterlijke macht, universiteiten, publieke omroep en gevestigde politieke partijen. De sociale media zijn een belangrijk wapen van de fara­gisten, net als de vier jaar oude ­tv-zender GB News.

De moord op drie meisjes in Southport, ruim een jaar geleden, heeft het ­debat op scherp gezet. Tientallen Britten zijn, ondanks een cellentekort, naar de gevangenis gestuurd wegens anti-immigratie-uitingen op sociale media.

Een moeder, Lucy Connolly, die in een op­ruiende tweet had beweerd dat asiel­hotels wat haar aangaat mogen afbranden – een tweet die ze na ophef verwijderde – kreeg na het bekennen van schuld 31 maanden cel.

Daarentegen sprak een jury een Labour-raadslid vrij dat in het openbaar opriep om de kelen door te snijden van anti-immigratie-­demonstranten – met bijbehorend handgebaar.

Deze uiteenlopende gevallen ­suggereren dat gewone Britten meer waarde ­hechten aan de vrijheid van expressie dan de autoriteiten, zelfs wanneer het gaat om onaangename uitingen. Ook versterken deze voorbeelden de indruk dat er sprake is van ‘two-tier justice’ – het meten met twee gerechtelijke maten. Dat is een gevoelig onderwerp.

Eerder dit jaar ontsloeg Preston College een docent die op Facebook onder meer schreef dat Connolly’s tweet ‘duidelijk verkeerd’ was, maar dat ze slachtoffer is van ’two-tier justice’. De maatregel volgde op een klacht van de onderwijsvakbond.

Cancelcultuur treft docenten en kunstenaars

Hoezeer docenten op hun woorden moeten letten, ervoer ook Martin Speake. Het leven van deze 67-jarige saxofonist en muziekdocent veranderde anderhalf jaar geleden drastisch, nadat de collegevoorzitter van Trinity Laban, een conservatorium in Greenwich, een mail had rondgestuurd waarin hij de stelling had geponeerd dat er sprake is van systematisch racisme in de Britse jazzwereld

‘Hij vroeg om feedback,’ zei Speake in een interview. ‘En ik mailde terug dat er in mijn jarenlange ervaring geen sprake van is, maar dat er wel sprake is van positieve discriminatie. De gevolgen had ik niet voorzien.’

Nadat de mail in handen kwam van studenten, barstte de bom. Lessen van Speake werden opgeschort, collega’s ­lieten hem vallen en studenten liepen met een boog, soms letterlijk, om hem heen. Hij verloor zijn werk bij twee andere Londense conservatoria, concerten werden afgelast en zijn platenmaatschappij zette de samenwerking stop.

Uiteindelijk zag hij zich gedwongen ontslag te nemen. ‘Het ironische is dat de muziekschool waar ik doceerde, zichzelf profileerde als een safe space, een veilige werkplek. Maar wee je gebeente als je vraagtekens zet bij de heersende opinie. Dan ben je vogelvrij.’

Speakes ervaring staat niet op zichzelf. Door de jaren heen zijn er talrijke voorbeelden van docenten en studenten die problemen kregen nadat ze iets onwelgevalligs hadden gezegd.

In Exeter sprak de universiteitsleiding student Robert Ivinson bestraffend toe, nadat hij aan de telefoon in zijn studentenkamer op de campus zei dat veganisten dom zijn en dat genderideologie belachelijk is.

Cambridge University adviseerde studenten de politie te bellen als ze te maken krijgen met een ‘micro-agressie’. De Amerikaanse Oxford-filosoof Jeff McMahan zei dat ‘iedereen bang en bezorgd is iets verkeerds te zeggen’.

Ook zijn academische lezingen, zoals van feminist Germaine Greer, onder druk van studenten afgelast. Op de universiteit van Sussex werd feminist Kathleen Stock weggepest door trans­activisten.

Onderwijswaakhond en Free Speech Union slaan terug

Inmiddels heeft de universiteit, vanwege het gebrek aan steun voor Stock, een boete van 585.000 pond gekregen van ­Office for Students. Deze boete wordt gezien als een teken dat het tij kerende is. Drijvende kracht van deze onderwijswaakhond is Cambridge-filosoof Arif Ahmed, die al jaren strijdt voor het herstel van de academische vrijheid.

De eerste voorzitter van de in 2018 ­opgezette Office for Students was Toby Young. Vanwege controversiële tweets uit het verleden werd de aanstelling van deze conservatieve journalist binnen een dag ongedaan gemaakt. Zo’n twee jaar ­later richtte Young de Free Speech Union op, een organisatie die strijdt tegen vrijheidsbeperkende wetgeving en slachtoffers van de ‘cancelcultuur’ juridisch bijstaat.

De vakbond heeft al vierduizend zaken behandeld. Onlangs hielp de organisatie een brandweerman die tijdens het ontbijt te maken kreeg met een politie-­inval, nadat hij in een besloten Facebook-groep commentaar uitte op de leiding. Hij werd op borg vrijgelaten, op voorwaarde dat hij tegen niemand zou spreken over de arrestatie.Deze zaak toont aan hoe fragiel de vrijheid is in het land van de ‘Freeborn Englishman’.

Historicus Tombs: Britse vrijheid is een illusie

Dat idee vormt het hart van de nationale identiteit, maar histo­ricus Robert Tombs (76) wijst erop dat de Britten in feite weinig bescherming hebben tegen autoritair gedrag.

Er is geen geschreven grondwet met een Eerste Amendement dat de vrijheid van ­meningsuiting beschermt, zoals in de Verenigde Staten, noch een equivalent van de Franse Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger uit 1789.

Tombs zegt dat de Speakers’ Corner geen bewijs is van vrijheid van meningsuiting, maar eerder een toegestane uitzondering. ‘Onze vrijheid van menings­uiting berust op de hiaten in de wet, op wat niet is verboden,’ zegt Tombs. ‘Ze is gevoelig voor een verandering in culturele normen, ideologische modes en ­politiek opportunisme.’

Volgens de his­toricus hangt deze vrijheid af van willekeurige wetgeving en interpretatie van rechters. Zo leidde de opheffing van het publicatieverbod van D.H. Lawrence’ erotische roman Lady Chatterley’s Lover in 1963, dankzij een rechtbankjury, tot meer vrijheid van expressie.

In Tombs’ ogen kwam dit korte gouden tijdperk eind jaren tachtig ten einde met de fatwa tegen schrijver Salman Rushdie wegens zijn Duivelsverzen. Ge­leidelijk is de vrijheid van publicatie en meningsuiting, zo beweert hij, verminderd. Eerst door angst en later ook door conformisme.

In 2021 kreeg het Verenigd Koninkrijk te maken met een nieuwe ‘Rushdie’-­affaire. Een godsdienstdocent op een school moest wegens doodsbedreigingen onderduiken, nadat hij in de klas karikaturen had getoond van de profeet Mohammed. De leraar verblijft nog steeds op een geheime locatie. Tot dusver wist de politie geen arrestaties te verrichten.

Een adviescommissie van de regering buigt zich momenteel over een nieuwe definitie van ‘islamofobie’, en de vrees bestaat dat de in 2008 afgeschafte blasfemiewetgeving via de achterdeur opnieuw in het wetboek belandt. In dat kader was eerder dit jaar een rechtszaak van belang tegen de seculiere Koerd Hamit Coskun.

Hij werd veroordeeld wegens het verbranden van zijn eigen exemplaar van de Koran bij het Turkse consulaat. De rechter stelde dat Coskun, gesteund door de Free Speech Union, aanstoot had gegeven. Het bewijs daarvoor, zo luidde het vonnis, was dat een passant hem in elkaar had geslagen.

Nieuwe dreiging door Online Safety Act

Een andere bedreiging van de vrijheid van meningsuiting blijkt de Online Safety-act. Deze wet, opgesteld door de Conservatieven en uitgevoerd door ­Labour, heeft als nobele doel om jongeren te beschermen tegen geweld, pornografie en zelfverminking. Grote techbedrijven krijgen torenhoge boetes als ze niet handhaven.

Het gevolg is dat podia als X, YouTube en Facebook hypervoorzichtig zijn geworden met het doorzetten van video’s. Zo haalde X een Lagerhuis-toespraak weg waarin het Conservatieve parlementslid Katie Lam gedetailleerd spreekt over de werkwijze van Brits-Pakistaanse seksbendes.

Daar bleef het niet bij. YouTube haalde video’s weg waarin premier Keir Starmer op satirische wijze werd bezongen, evenals een blog over het nieuws dat de babynaam ‘Keir’ met uitsterven wordt ­bedreigd. Ook berichtgeving over de oorlogen in Oekraïne en Gaza verdween, ­omdat de beelden te schokkend zouden zijn voor minderjarigen.

Beelden van de politie die een anti-immigratie­demonstrant arresteert bij een asielhotel in Leeds, verdwenen eveneens voor de Britse internetgebruiker. Steeds meer Britten vragen een VPN aan, een maas in de wet die mogelijk zal worden gesloten.

Politie en elite-eenheden monitoren sociale media

Recent berichtten Britse media dat de politie een elite-eenheid heeft gevormd die berichten op sociale media gaat onderzoeken op anti-immigratiesentimenten die kunnen leiden tot maatschappelijke onrust. Zo’n eenheid was ook al actief tijdens de covidpandemie.

Namens burgerrechtenorganisatie Big Brother Watch constateerde Madeleine Stone dat de eenheid ‘een nieuw voorbeeld is van de obsessie van deze regering met censuur, en dat het op een griezelige manier doet denken aan de anti-desinformatie-eenheden uit het covid-tijdperk’.

Met een nieuwe arbeidswet wordt de strijd nu verlegd naar wat George Orwell eens omschreef als ‘het hart van de Engelse cultuur’: de pub. Het wetsvoorstel behelst dat werkgevers hun personeel moeten vrijwaren van kwetsend gedrag.

Dat kan ertoe leiden dat kroegbazen moeten voorkomen dat barpersoneel wordt geconfronteerd met ‘foute’ opmerkingen en borrelpraat van stamgasten. De wet is daarom omgedoopt tot de Pub Banter Ban, het ‘kroegpretverbod’. Hiermee lijkt de Labour-regering oppositieleider Farage in de kaart te spelen, de politicus voor wie ‘elke pub een parlement’ is.

Zelfs Speakers’ Corner niet meer veilig

Frappant genoeg lijken conservatieven de erfgenamen te zijn van John Stuart Mill, die juist gold als aartsvader van de progres­sief-­liberalen. De negentiende-eeuwse ­filosoof stelde dat de vrijheid van meningsuiting zich uitstrekt tot impopulaire of aanstootgevende ideeën. Hatun Tash ondervond dat deze theorie niet altijd met de praktijk overeenkomt.

De tot het christendom bekeerde ex-moslima werd in 2021 neergestoken op Speakers’ Corner. Een jaar later werd ze daar gearresteerd toen ze in een Charlie Heb­do-shirt met een portret van Mohammed het evangelie stond te prediken. Uiteindelijk ontving de 43-jarige activist, dankzij tussenkomst van de Free Speech Uni­­on, een schadevergoeding.

Zelfs de vrijplaats van het Britse debat bleek niet meer veilig.