Met geld uit Nederland renoveert en fraudeert Italië erop los

11 februari 2022Leestijd: 3 minuten
Bouwvakker in Milaan. Foto: ANP

Om Italië economisch overeind te houden en de eurozone te redden, krijgt Italië ruim 200 miljard euro van andere EU-landen. Het geld wordt onder meer gebruikt om gebouwen energiezuiniger te maken. Met de zogeheten Superbonus 110 kunnen eigenaren renovaties doorvoeren die voor 110 procent worden betaald met onder meer Nederlands belastinggeld. Uiteraard is het een puinhoop, schrijft Jelte Wiersma.

1.Wat is de Superbonus 110?

De Superbonus 110 klinkt als een gokspel, maar houdt in dat eigenaren van huizen en flats deze gratis kunnen laten renoveren om zo minder energie te gebruiken en over te kunnen schakelen op duurzaam opgewekte stroom. De subsidie vraagt van eigenaren geen enkele bijdrage. Sterker nog, 110 procent van de kosten worden vergoed. De eigenaar kan dus winst maken, al verdwijnt die in de praktijk in bureaucratische kosten.

Het gaat om het vervangen van ramen, installeren van elektrische verwarming, isolatie en andere energiebesparende maatregelen. Maar ook wie een airco wil en bijvoorbeeld zonnepanelen en een oplaadpaal voor een elektrische auto, kan dat ‘gratis’ aanschaffen. Zo’n 30 miljard euro is beschikbaar, de helft is al uitgegeven.

Lees verder onder de tweet

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

2. Wie betaalt dit?

De Superbonus 110 is in mei 2020 geïntroduceerd en wordt mede gefinancierd uit het coronaherstelfonds van de Europese Unie, ruim 800 miljard euro groot. Italië krijgt daarvan ruim 200 miljard, waarvan 90 miljard als gift en de rest als voordelige lening.

Het coronaherstelfonds was een voorstel van de toenmalige Duitse bondskanselier Angela Merkel (CDU) en de Franse president Emmanuel Macron (En Marche!) uit het voorjaar van 2020. De Europese Commissie heeft het geld geleend en die leningen moeten worden terugbetaald door de lidstaten. In de praktijk betalen negen van de 27 EU-landen meer dan ze krijgen. Nederland is netto zeker 20 miljard euro kwijt. Italië krijgt verreweg het meeste geld uit het coronaherstelfonds.

Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.

Bekijk de mogelijkheden voor een (digitaal) abonnement hier

Het fonds was ook bedoeld om vooral Italië een economische impuls te geven nadat het als eerste EU-land zwaar werd getroffen door corona en het land in lockdown ging. De al problematische staatsschuld (nu: 155 procent van het nationaal inkomen) liep daardoor nog verder op. Zonder steun zal het land op termijn mogelijk de staatsleningen niet meer terug kunnen betalen en uit de euro moeten, zo redeneerden Merkel en Macron.

Door de steun zou Italië economisch kunnen gaan groeien en zo wordt de staatsschuld relatief lager, althans in theorie. In ruil voor geld uit het coronaherstelfonds moet Italië wel hervormen, zo dwong premier Mark Rutte (VVD) af in 2020. Maar daarvan komt niets terecht. Het uitgeven van het geld intussen lukt wel soepeltjes. Nederlandse belastingbetalers draaien daar mede voor op.

3.Wat zijn de gevolgen?

Zoals alle subsidies heeft de Superbonus 110 perverse effecten. Alleen vastgoedbezitters profiteren. De Italiaan Luca Dellanna – gevestigd in Singapore – twitterde: ‘Mijn grootmoeders appartement is gewaardeerd op 95.000 euro. De Italiaanse overheid schenkt 81.000 euro om de energie-efficiëntie te vergroten. Dat is 85 procent van de vastgoedwaarde. Onze kosten: 650 euro. Het is een nationaal programma. Succes met het afbouwen van de staatsschuld.’

Door de enorme populariteit van de Superbonus 110 zijn bouwbedrijven, installateurs en architecten overvraagd en bouwmaterialen peperduur geworden. Ondanks de hoge werkloosheid (zo’n 10 procent) en lage arbeidsparticipatie (zo’n 60 procent, in Nederland bijna 80) zijn er onvoldoende bouwvakkers en installateurs te vinden in Italië om al het werk te doen. Werkloze Italianen hebben geen zin om de steiger op te gaan.

Uiteraard wordt ook grootschalig gefraudeerd. Huiseigenaren kunnen hun subsidie doorverkopen aan bouwbedrijven en die op hun beurt weer aan banken. Dat is een uitnodiging voor gerommel, zoals witwassen. Ook kunnen de kosten hoger worden voorgesteld dan ze zijn, waarna de huiseigenaar en het bouwbedrijf het verschil delen en in eigen zak steken. Er is al voor bijna een miljard euro aan fraude ontdekt.

Ook laten huiseigenaren allerlei onzinnige verbeteringen uitvoeren. Relatief nieuwe ramen worden bijvoorbeeld vervangen en isolatie wordt aangebracht die alleen op papier de energie-efficiëntie verbetert.

4. Hoe nu verder?

De subsidies lopen nog door tot en met de zomer van 2023. Hoeveel huizen en gebouwen dan zullen zijn verbeterd, is nog onbekend.