Jihadistenbolwerk: rebellen in Oost-Ghouta in het nauw

08 maart 2018Leestijd: 2 minuten
De Syrische president Bashar al-Assad Bron: ANP

Het Syrische leger heeft het rebellenbolwerk Oost-Ghouta vrijwel in tweeën gesplitst. Een bevelhebber uit het regeringsleger zei dat de strook die het noordelijke en het zuidelijke deel van de enclave met elkaar verbindt nog maar 1 kilometer breed is.

Ook liet hij weten dat de verbindingsstrook binnen schootsafstand van het leger ligt. Bij het begin van het Syrische offensief op 18 februari was het jihadistenbolwerk ruim 60 vierkante kilometer groot. Nu is dat nog hooguit 30 vierkante kilometer.

Een rebellenwoordvoerder ontkende dat de enclave bijna in twee delen uiteen is gevallen. De opdeling van Oost-Ghouta zou een zware slag voor de rebellen zijn, omdat Syrische troepen ze dan steeds verder kunnen insluiten.

Rusland geeft families vrijgeleide

Rusland, bondgenoot van de Syrische president Bashar al-Assad, heeft de rebellen gezegd dat ze met hun familie naar een ander gebied kunnen gaan dat onder controle van opstandelingen staat. Ze mogen zelfs lichte wapens meenemen.

Waarom Turkije goede zaken doet in Syrië: lees de column van Arend Jan Boekestijn

In Oost-Ghouta, vlak bij hoofdstad Damascus in het zuidwesten van Syrië, verschansen zich rebellen van het Vrije Syrische Leger dat strijdt tegen Assad en wordt gesteund door Turkije. Assads troepen bombarderen er veel woonwijken, onder meer met Russische bommenwerpers. De gevechten in Oost-Ghouta gingen gewoon door ondanks het dertigdagenbestand waartoe de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties had opgeroepen en de dagelijkse gevechtspauzes die Rusland had ingesteld.

Praten met terroristen onwenselijk

Het is in Oost-Ghouta een ‘hel op aarde’, zei António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN), eerder. Ook de Amerikaanse VN-ambassadeur Nikki Haley riep het ‘barbaarse’ regime van Assad op te stoppen met bombarderen.

Rusland noemde het voorstel ‘onrealistisch’, omdat het Syrische regeringsleger met steun van Moskou en Iran vecht tegen de aan terreurgroep Al-Qa’ida gelieerde rebellen. Volgens de VN-Veiligheidsraad is praten of onderhandelen met terroristen van Al-Qa’ida en Islamitische Staat (IS) onwenselijk.