Obamacare: van pronkstuk tot kopzorg

10 maart 2017Leestijd: 4 minuten
Obamacare op computer. Foto: AFP

Diederik van Hoogstraten schreef in 2013 over de invoering van Obamcare. De Republikeinse partij is sinds Trumps presidentschap druk bezig het zorgstelsel te veranderen.

‘DMV’: het is een gevreesde afkorting onder Amerikanen. Bij het Department for Motorvehicles, oftewel DMV, moet je zijn voor rijbewijzen en nummerplaten. De sfeer is er doorgaans grimmig, de rijen zijn lang en de medewerkers kortaf. Als schoolvoorbeeld van inefficiëntie wekt DMV vooral wrevel, afschuw zelfs.

Toen de nieuwe regels voor de gezondheidszorg (‘ObamaCare’) vorige maand ingingen, was al snel duidelijk dat die invoering problematisch was. De aanmeldingswebsite werkte trager dan een modemgestuurde site in pakweg 1999, en de verwarring was groot over wat verplicht was en wat niet. Maar pas toen patiënten, artsen, media en politici het nieuwe systeem met DMV gingen vergelijken, werd echt duidelijk dat de Amerikaanse regering een probleem van formaat heeft.

Eindelijk toestemming van het Hooggerechtshof

President Barack Obama heeft de Affordable Care Act (ACA, de ‘betaalbare-zorgwet’) vanaf 2009 zijn eerste prioriteit genoemd: de prestatie waarom hij wil worden herinnerd en waarop hij wil worden afgerekend. Het doel was om tientallen miljoenen Amerikanen die geen zorgverzekering hebben een polis te geven. Om zo te voorkomen dat consumenten die een ziekte hebben nog langer een verzekering wordt geweigerd, en om de zorgsector te hervormen en de kosten omlaag te brengen. In 2010 werd ObamaCare aangenomen door het Congres. In 2012 gaf ook het Hooggerechtshof zijn zegen.

Hoewel de zorg ingewikkelde materie is, verwachtten de meeste Amerikanen – na ruim drie jaar voorbereidingstijd – een soepele introductie. Temeer omdat de wet slechts betrekking heeft op 20 procent van de bevolking; de overige 80 procent was al verzekerd via de werkgever of ontvangt ouderenzorg van de staat.

Maar de verwachtingen bleken te hooggespannen. De ACA lijdt onder twee mankementen. Enerzijds is er de onbegrijpelijk amateuristische website, een ‘individuele marktplaats’ voor 5 procent van de ruim 300 miljoen Amerikanen, om te shoppen naar polissen van de overheid en private verzekeringen. Maar aanmelden bleek aanvankelijk praktisch onmogelijk. Pijnlijk, want healthcare.gov was juist met fanfare geïntroduceerd door een regering die zichzelf omschrijft als de meest technologisch georiënteerde ooit.

Vervallen polissen

Anderzijds blijkt ObamaCare een onbedoeld maar voorspelbaar bij-effect te hebben. Miljoenen Amerikanen krijgen ongevraagd afmeldingsbrieven van hun verzekeraar. Wegens nieuwe voorwaarden en kosten door ObamaCare worden de polissen eenzijdig beeindigd.

Toen Obama zich in 2008 en 2009 sterk maakte voor de ACA beloofde de president: ‘Als je zorgpolis je bevalt, kun je je zorgpolis houden. Punt uit. Wil je je arts houden, dan kun je je arts houden.’ President George H.W. Bush beloofde begin jaren negentig ‘geen nieuwe belastingen’ voordat hij de belastingen verhoogde. Zijn zoon George W. Bush kraaide victorie in Irak in 2003, voordat er nog jaren van strijd volgden. Nu heeft ook Obama ondubbelzinnige uitspraken gedaan die door de werkelijkheid ruw onderuit worden gehaald.

Tegenstanders zien de problemen als een bewijs van de fundamentele onrechtmatigheid van de wet. Volgens Democraten zijn het alleen oppervlakkige startproblemen. Dit onderliggende geschil draait om de vraag of de overheid alle burgers moet verplichten een zorgverzekering af te sluiten. Ja, betoogt Obama. Conservatieven menen dat de vrije markt geschikter is om de zorg in goede banen te leiden.

Geloofwaardigheid

Maar los van de discussie over grondbeginselen heeft de partij van Obama een probleem: geloofwaardigheid. Niet alleen ging mis wat er mis kon gaan, ook werd er gezwegen of zelfs gelogen door Obama’s woordvoerder en de minister van Volksgezondheid over wat er wanneer bekend was over de tegenvallers. Zo kregen de Democraten zelf voor elkaar wat de Republikeinen onlangs niet lukte – ObamaCare is het doelwit van veel boosheid in de media en onder consumenten.

Obama zegt dat de tijd zijn werk zal doen; het is allemaal een kwestie van wennen. Maar zijn pronkstuk verdeelt het land tot op het bot. In de overwegend linkse krant The New York Times klinkt instemming. Daar werd onlangs geschreven over de aan kanker lijdende vrachtwagenchauffeur Richard Streeter, die nu eindelijk betaalbare zorg kan krijgen: ‘Voor hem is de tragedie niet dat de lancering van ObamaCare vol fouten zat, maar dat de wet wellicht te laat komt om zijn leven te redden.’

Het conservatieve dagblad The Wall Street Journal plaatste daarentegen een artikel van Edie Littlefield Sundby uit de staat Californië. Ook zij heeft kanker. Haar zorgverzekeraar, United Healthcare, heeft jarenlang voor haar zorg betaald, maar maakt daar een einde aan – ‘gedwongen door ObamaCare’. Nu moet Sundby een andere, duurdere polis zoeken. ‘Als je de keuzemogelijkheid van medische dekking wegneemt, kunnen mensen wel eens overlijden,’ schreef zij. ‘Dat is ook een effectieve manier om de medische kosten in te perken.’