Nederland baken voor religieuze vrijheid van anderen

29 mei 2017Leestijd: 4 minuten
De Amerikaanse Constitutie. Foto: Wikimedia

Protest tegen harde hand van gouverneur Peter Stuyvesant – flushing remonstrance – basis Amerikaanse godsdienstvrijheid.

Dit artikel verscheen begin 2009 in ‘Ons Amerika’, een speciale editie van Elsevier Weekblad.

Het is weinig bekend dat Nieuw-Nederland zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in de godsdienstvrijheid die nog steeds een van de pijlers is onder de ideologie van de Verenigde Staten.

Vaak wordt gezegd dat de Pilgrim Fathers, Engelsen die hadden gebroken met de staatskerk, voor deze vrijheid in Amerika de basis hebben gelegd. De werkelijkheid is anders.

Geëmigreerd uit angst voor godsdienstvrijheid

De Pilgrim Fathers trokken, na ruim tien jaar in ballingschap in Nederland te hebben geleefd, in 1620 met hun schip de Mayflower naar de nieuwe wereld om daar in vrijheid hun godsdienst te kunnen beleven. Maar de reden om Nederland te ontvluchten was niet dat ze werden vervolgd. In het zeventiende-eeuwse Nederland gold een grote mate van godsdienstvrijheid en uit heel Europa trokken religieuze asielzoekers naar de republiek: hugenoten uit Frankrijk, joden uit Spanje en Portugal.

schermafbeelding-2017-05-29-om-15-27-39
De Pilgrim Fathers wilden hun geloof ‘zuiver’ belijden.

Reden voor de Pilgrim Fathers om te vertrekken uit Nederland, was de angst dat al die andere religies hun eigen geloof zouden beïnvloeden. Ze wilden dat graag zuiver houden. Eenmaal in Amerika gearriveerd verjoegen ze iedereen die net een tikkeltje anders tegen God aankeek dan zij. Niets vrijheid van godsdienst – alleen hun eigen puriteinse geloof gold als de waarheid.

In Nieuw-Nederland bestond, net als in het moederland, daarentegen wel een zekere mate van vrijheid van godsdienst. Dat wil zeggen dat naast de protestantse staatsgodsdienst andere geloven werden getolereerd. Zo vestigden de eerste joden zich in 1654 op Manhattan.

Idealisme of pragmatisme?

peter_stuyvesant_gravure
Portret Peter Stuyvesant. Foto: Wikimedia

De reden voor deze tolerante houding was vooral praktisch van aard. De kolonie had haar bewoners niet echt voor het uitkiezen. Slechts een enkeling wilde het moederland verlaten. Daar heerste een grote welvaart en was voor iedereen voldoende werk. Door de vrijheid die er heerste, was er ook geen politieke of religieuze noodzaak om te emigreren. Zo heette de kolonie wel Nieuw-Nederland, maar werd ze bevolkt door Fransen, Duitsers, Scandinaviërs, Engelsen. En allemaal met hun eigen geloof.

Daarbij was Nieuw-Nederland vooral een handelsmissie. Als je het geloof van je leveranciers en afnemers niet op de koop toe neemt, blijven er weinigen over om handel mee te drijven. Dus werd er in de praktijk nauwelijks onderscheid gemaakt naar geloof. Maar af en toe ging het mis. Gouverneur Peter Stuyvesant had het niet zo op de quakers, of kwakers, zoals ze in het Nederlands ook wel worden genoemd. Hij stond daarin niet alleen, want het waren destijds nogal fanatiek gelovigen die hun geloof luidkeels aan de man brachten.

Flushing (‘Vlishing’) is niet gesticht door Vlissingers

Flushing is een wijk in Queens, een van de vijf stadsdelen van New York. Er wonen zo’n zestigduizend mensen en het is vooral bekend van het daar gehouden tennistoernooi US Open.

Oorspronkelijk heette het Vlissingen, een van de vroegste Europese nederzettingen op Long Island, destijds het ‘Lange Eiland’ genaamd. De West-Indische Compagnie maakte het in 1645, na afloop van de oorlog met de indianen, een officiële nederzetting. Pas in 1898 ging het deel uitmaken van New York.

De veronderstelling dat Flushing (de Engelse naam voor Vlissingen) wel gesticht zal zijn door inwoners uit de Zeeuwse havenplaats, is onjuist. Het was vanaf het begin een nederzetting van Engelse kolonisten die vanwege het puriteinse regime in New Eng­land naar het zuiden waren getrokken. Ze noemden hun wijkplaats Vlissingen, als eerbetoon aan de Zeeuwse stad die hun al eerder een veilig onderkomen had geboden toen ze Engeland vanwege hun geloof ontvluchtten, aldus Henry D. Waller in zijn History of Flushing (1899). Door het gebied stroomde overigens een rivier die bekend stond als ‘flushing Creek’.

Stuyvesant trad hard op tegen de quakers. Zo liet hij eind 1657 de 23-jarige Robert Hodgson in het openbaar pijnigen. Dit bleef niet zonder gevolgen. Edward Hart, de klerk van Vlissingen (Flushing) op het nabij gelegen Lange Eiland (Long Island) schreef een protestbrief, een zogeheten remonstrantie, die hij op 27 december 1657 door 29 inwoners van zijn dorp liet ondertekenen.

Verzet

Hart verwees in zijn brief onder meer naar het artikel over gewetensvrijheid dat in de statuten van Vlissingen was opgenomen toen het in 1645 een officiële nederzetting van Nieuw-Nederland werd.

Een opmerkelijke actie, aangezien het verhaal wil dat niet één van de ondertekenaars zelf een quaker was. Ze kwamen dus op voor de vrijheid van godsdienst van anderen, terwijl ze wisten dat ze tegen het regime van de gouverneur ingingen.

Stuyvesant reageerde onmiddellijk en liet Hart en enkele metgezellen gevangenzetten. De zaak escaleerde en een paar rebellen werden verbannen naar Nederland. Geen handige zet van Stuyvesant, want daar bepleitten ze hun zaak bij de West-Indische Compagnie (WIC). En die steunde de onder­tekenaars van wat is gaan heten de Flushing Remonstrance.

De 30 ondertekenaars

Tobias Feake, William Noble, William Thorne Sr., William Thorne Jr., Edward Tarne, John Store, Nathaniel Hefferd, Benjamin Hubbard, William Pidgion, George Clere, Elias Doughtie, Antonie Feild, Richard Stocton, Edward Griffine, John Townesend, Nathaniell Tue, Nicholas Blackford, Micah Tue, Philip Ud, Robert Field Sr., Robert Field Jr., Nich Colas Parsell, Michael Milner, Henry Townsend, George Wright, John Foard, Henry Semtell, Edward Hart, John Mastine, Edward Farrington.

Nederlandse tolerantie

De WIC bepaalt op 1663 in een instructie aan Stuyvesant dat de religie van de quakers weliswaar een ‘abominabel’ geloof is, maar dat iedereen in de kolonie de vrijheid moet hebben zijn eigen religie te belijden.

Zo werd tolerantie van godsdienst een wet in de kolonie en zo hebben de Flushing Remonstrance en de WIC-instructie bijgedragen aan de godsdienstvrijheid in de Amerikaanse Constitutie.