Zo proberen hackers internetters geld te ontfutselen

06 augustus 2015Leestijd: 2 minuten
'ANP'

Hackers verstuurden in jaren niet zo weinig spam, maar daarmee is de dreiging niet weg. Andere gevaren zijn in opkomst.

Het tijdperk van dubieuze e-mails lijkt ten einde. Internetbeveiligingsbedrijf Symantec maakte onlangs bekend dat minder dan de helft van alle e-mails die zijn verzonden, reclame voor Viagra, gewichtsverliestabletten of verzoeken om geld van Nigeriaanse hoogwaardigheidsbekleders zijn. In 2010 waren zulke hackers nog goed voor negen van de tien verzonden e-mails.

Internetbedrijven zijn steeds beter geworden in het bestrijden van spam. Zo blokkeert het spamfilter van Gmail volgens Google 99,99 procent van alle spam. Maar daarmee is de dreiging niet weg. Hackers stappen over op nieuwe manieren om internetters geld of persoonsgegevens te ontfutselen, concludeerde Symantec.

Facebook

Dit gaat steeds meer via sociale netwerken. Hackers nodigen mensen uit voor niet-bestaande events of groepen op Facebook en zeggen dan dat ze, om lid te mogen worden, eerst extra persoonsgegevens moeten verzenden.

Of ze verleiden internetters om op een link te klikken die niet naar de beloofde website gaat, maar in plaats daarvan een andere link deelt op hun Facebook-tijdlijn: voor hun vrienden lijkt dit vertrouwd, maar als ze op de link klikken, komen ze terecht op een website van de hacker.

Een vergelijkbare truc: hackers maken de ‘vind ik leuk’-knop na die overal op websites staat. Wanneer een internetter daarop klikt, wordt hij geleid naar de website van de hacker, die vervolgens spyware of ransomware zet op hun smartphone, tablet of laptop.

Hacker

Spyware spiedt op computers bijvoorbeeld naar welke wachtwoorden mensen gebruiken, en stuurt die door naar de auteur van de malicieuze software.

Ransomware ‘gijzelt’ het apparaat: de eigenaar kan het dan niet meer gebruiken tot hij een bedrag overmaakt ­aan de hacker. Na een forse daling in januari ten opzichte van 2014 is ransomware volgens Symantic de laatste maanden weer bezig aan een opmars.

Elsevier nummer 33, 15 augustus 2015