Waarom de Emiraten al een tijdje geen bommen meer gooien op IS

04 februari 2015Leestijd: 3 minuten

De Verenigde Arabische Emiraten worden gezien als een cruciale Arabische bondgenoot in de strijd tegen Islamitische Staat. Maar sinds december vorig jaar werpen de olierijke Emiraten geen bommen meer af op de terreurbeweging.

Dat schrijft The New York Times op basis van Amerikaanse overheidsfunctionarissen. Maar waarom stijgen de gevechtsvliegtuigen niet meer op?

Dat heeft alles te maken met de ontvoering van de Jordaanse piloot Moaz al-Kassasbeh, die in december uit de lucht werd geschoten, toen hij boven de Syrische stad Raqqa – de ‘hoofdstad’ van IS – tegen de terroristen vocht. De piloot is intussen niet meer in leven: in een gruwelijke video die werd verspreid door de terreurbeweging is te zien hoe Al-Kassasbeh in een kooi levend werd verbrand. Dat gebeurde hoogstwaarschijnlijk begin januari al, meldde de Jordaanse staats-tv, nadat het nieuws dinsdagavond bekend werd.

Redding

De Verenigde Arabische Emiraten zijn, naar aanleiding van de gevangengenomen Jordaanse piloot, bezorgd over de veiligheid van de vliegers en hebben daarom besloten de luchtaanvallen te staken. De Emiraten eisen dat het Pentagon – het Amerikaanse ministerie van Defensie – de reddingsoperaties verbetert.

Pas als het V-22 Osprey-toestel – dat vaak wordt ingezet bij reddingsacties – niet meer in Kuweit wordt gestationeerd, maar in Noord-Irak, worden de luchtaanvallen weer hervat, klinkt het in Abu Dhabi.

Maar hoge Amerikaanse militairen wijzen erop dat, in het geval van het neerstorten van de Jordaanse vlieger, een redding nauwelijks mogelijk was: de IS-terroristen grepen Al-Kassasbeh binnen een paar minuten. Er was geen tijd om echt iets te kunnen betekenen voor de piloot, aldus een hooggeplaatste militair. Naar verluidt had er wel degelijk een (mislukte) reddingsmissie plaats.

Stokebrand

Er zouden de laatste tijd vaker ruzies zijn geweest tussen de Amerikanen en de Emiraten. De inzet van dat conflict: de groeiende rol van Iran bij de campagne tegen IS. De Amerikanen zouden dat toestaan, en dat is tegen het zere been van het soennitische bewind in Abu Dhabi. Net als buurland Saudi-Arabië zien zij de sjiitische Islamitische Republiek als stokebrand in de regio, en vooral als rivaal om de macht in het Midden-Oosten

De Verenigde Arabische Emiraten maken sinds september deel uit van de door Amerika geleide anti-IS-coalitie, samen met nog negen Arabische landen. Washington hoopt dat met de deelname van deze regionale partners de terreurorganisatie kan worden verslagen.

Bommen

De bombardementen op IS-doelen in zowel in Irak als Syrië lijken succesvol. Rond de Noord-Syrische stad Kobani zorgden de almaar vallende bommen ervoor dat de Koerdische milities op de grond het IS-terreurleger konden verslaan.

Er zijn overigens ook sterke vermoedens dat landen als de Emiraten en Qatar, in ieder geval voor hun toegezegde steun aan de anti-IS-coalitie, de soennitische terroristen miljarden dollars en wapens hebben gegeven, om tegenstand te bieden aan de Syrische president Bashar al-Assad. Dit werd eerder ook gesuggereerd door de Amerikaanse vicepresident Joe Biden – een opmerking die hij later weer introk.