De nieuwe huurwet moest wonen betaalbaar maken, maar doet volgens critici precies het tegenovergestelde. Toch blijft GroenLinks-PvdA’er Habtamu de Hoop strijden tegen vermeende ‘huisjesmelkers’ – een strijd die steeds meer op politiek theater lijkt, schrijft Maarten de Gruyter.
Niet gehinderd door enige kennis van zaken stond Habtamu de Hoop van vreugde te dansen toen de Wet betaalbare huur in de zomer van 2024 werd aangenomen. Hij was hier ‘ontzettend blij mee’.
Dat vele onafhankelijke instituten, zoals De Nederlandsche Bank (DNB) en de Raad van State, waarschuwden voor de negatieve effecten van deze wet en dat het juist het aanbod en de betaalbaarheid negatief zou beïnvloeden, waren bij Habtamu aan dovemansoren besteed.
Inmiddels spreken alle data voor zich en zijn alle door marktpartijen en onafhankelijke raadgevers voorspelde doemscenario’s uitgekomen. DNB-president Klaas Knot adviseerde de huurwet terug te draaien onder de letterlijke woorden: ‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.’
De jacht op de ‘profiteur’
Zoals het populistische politici doorgaans betaamt, treden ze niet op hun schreden terug maar gaan onverstoord verder met het jagen op onzichtbare vijanden. ‘Samen’ is de slogan van GroenLinks-PvdA. Met als ondertitel: ‘In plaats van stilstand en verdeeldheid, gaan wij samen vooruit’.

Van die gemeenschapszin van de socialisten blijft weinig over als het om investeerders of verhuurders gaat. Deze groep is door de nieuwe partij tot dogmatische vijand uitgeroepen.
In zijn Herman Höften Lezing zette Habtamu met de woorden: ‘Waarom stoppen we niet met accepteren dat verhuurders zich gedragen als profiteurs in plaats van huisvesters?’ alle verhuurders weg als profiteurs.
Dat het gros van de institutionele en particuliere beleggers genoegen neemt met bruto rendementen van rond de 5 procent – nauwelijks hoger dan een spaarrente van 3 procent, maar met aanzienlijk meer risico – lijkt dit Kamerlid te ontgaan, al vermoed ik eerder dat hij het bewust negeert.
Populistische symboliek in plaats van feiten
Op weg naar de verkiezingen krijgen leegstaande woningen en het volgens hem perverse winstbejag dat hierachter zit, extra aandacht. Habtamu pleit voor een leegstandsheffing en zette dit kracht bij met een bericht op X, waarin hij stelt dat het niet uit te leggen is dat tienduizenden woningen leegstaan en dat ‘profiteurs van de woningmarkt dit bewust doen’.
Ter illustratie plaatste hij hierbij een foto van een woning in Zwolle die al tien jaar leegstaat. Dat het hem om het effect gaat en niet om de inhoud, wordt duidelijk wanneer je het verhaal achter de foto kent. Dit huis aan de Kleine Veerweg blijft leeg doordat de eigenaar een dispuut heeft met de gemeente over de bestemming.
De mythe van massale leegstand
De zoon van de eigenaar wil er intrekken, maar door een bezwaarprocedure van een buurman mag dit huis niet worden bewoond. Geen speculatieve profiteur dus, maar een door regels gefrustreerde Zwollenaar.
De tweet is illustratief voor het populistische karakter van de jacht op leegstand. Voor veel mensen zal het idee van bewuste leegstand om op een later moment (veel) meer huur te kunnen vangen tot terechte wrevel leiden.
Maar als je de cijfers nader bekijkt, blijkt het probleem minimaal. Volgens het CBS staan in Nederland circa 35.000 woningen leeg terwijl ze wel bewoonbaar zijn, zogenoemde ‘langdurige leegstaande woningen’.
Selectieve verontwaardiging
Dat is minder dan een half procent van de totale woningvoorraad. Daarbij moeten we bovendien beseffen dat veel van deze woningen niet bewust worden leeggehouden. Ze staan bijvoorbeeld in gebieden waar de vraag naar woningen minimaal is. Een leegstandsheffing voor deze eigenaren zou dus bijzonder wrang en onrechtvaardig zijn.
Amsterdam, waar de vraag het aanbod uiteraard ver overstijgt, telt circa 7.000 woningen die langdurig leegstaan en dat zijn er absoluut 7.000 te veel. Maar opvallend genoeg hoor je niemand vanuit de rood-groene hoek over de circa 25.000 sociale huurhuizen die in Amsterdam worden bewoond door personen die er geen recht op hebben, zogenoemde ‘scheefwoners’.
Dat deze groep profiteurs geen aandacht krijgt van GroenLinks-PvdA is vreemd, maar niet verrassend. ‘Samen’ is voor GroenLinks-PvdA vooral ‘wij tegen de anderen’. Puur populisme.