De feiten: Motie verbod Antifa haalt meerderheid
Op donderdag 18 september nam de Tweede Kamer een motie aan om de extreem-linkse actiegroep Antifa op de terreurlijst te plaatsen. Het voorstel van de kersverse lijsttrekker van Forum voor Democratie Lidewij de Vos kreeg steun van BBB, JA21, SGP, PVV en de VVD.
De indieners wijzen erop dat de Verenigde Staten Antifa als terroristische organisatie willen aanmerken. Ook in Nederland zouden volgens hen Antifa-cellen actief zijn ‘die politici bedreigen, bijeenkomsten verstoren, studenten en journalisten intimideren en er niet voor terugdeinzen geweld te gebruiken’.
Motie over Samidoun ook aangenomen
Het is niet de eerste keer dat Kamerleden een verbod op een radicale organisatie bepleiten. Eerder gebeurde dat rond de pro-Palestijnse organisatie Samidoun. Maar het verbieden van een organisatie is in Nederland juridisch ingewikkeld.
Er bestaan twee routes. Als het puur gaat om ontbinding, gaat dit via een civielrechtelijke procedure, waarbij het Openbaar Ministerie naar de rechter stapt. Alleen als het doel of de werkzaamheden van de organisatie in strijd zijn met de openbare orde, kan de rechter tot ontbinding besluiten.
De tweede optie is — en daar gaat de motie-De Vos over — plaatsing op de nationale terreurlijst. Dat is een bestuurlijke maatregel waarbij ministers in overleg met Justitie, een organisatie kunnen aanmerken als terreurorganisatie.
Daarvoor is de (zwaarwegende) onderbouwing nodig van bijvoorbeeld de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst of de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. In de praktijk gaat het om groepen als de Taliban, Islamitische Staat en Al-Qa’ida. De kans dat Antifa in die categorie belandt, is heel gering.
Antifa is meer een idee dan een organisatie
Antifa is een extreem-linkse beweging met een lange geschiedenis, vooral in de Verenigde Staten en Duitsland. De naam staat voor ‘antifascistische actie’. Het gaat niet om één vereniging of overkoepelende organisatie, maar om een los netwerk van autonome groepen en lokale initiatieven.
Antifa is herkenbaar aan de zwart-rode vlag met het opschrift Antifascist Action. Lokaal organiseren de groepen vaak tegendemonstraties tegen radicaal- en extreem-rechtse groeperingen. Daarbij kwam het geregeld tot gewelddadige confrontaties, zowel met tegenstanders als met de politie. Maar het blijft lastig om precies vast te stellen wie of wat ‘Antifa’ is, omdat er geen formele rechtspersoon of bestuur bestaat. Antifa is zodoende meer een idee dan een organisatie.
De lijst van acties waarbij Antifa opdook is lang, maar de decentrale structuur maakt de beweging moeilijk te identificeren.
EW's visie: Politici begrijpen niet hoe de rechtsstaat werkt
Door: Nard Lodewijk, redacteur defensie en nationale veiligheidSinds de moord op de Amerikaanse conservatieve commentator Charlie Kirk op 10 september, klinkt in de Verenigde Staten de roep om hard op te treden tegen linkse groeperingen. Enigszins begrijpelijk in de Amerikaanse context, maar het betekent niet dat Nederland dat moet kopiëren. Een verbod op Antifa is in hier onbegonnen werk en vergezocht.
Antifa is niet groot in Nederland
De laatste keer dat er in Nederland een serieuze dreiging uitging van iemand die was aangesloten bij Antifa, was bij de aanslag op Thierry Baudet op 20 november 2023. In een Gronings café werd de FVD-leider geslagen met een bierfles. De minderjarige dader verklaarde ‘lid’ te zijn van Antifa, en werd als individu — terecht — veroordeeld tot 109 dagen cel en 80 uur taakstraf.
Voor de rest hoor je in Nederland niet veel van Antifa. Natuurlijk duiken er bij demonstraties wel eens onherkenbare demonstranten op in hoodies, met Antifa-vlaggen, maar een prominente rol spelen ze hier niet. Dat maakt een eventueel verbod nog ingewikkelder.
Desondanks nam de Kamer donderdag 18 september de motie aan om Antifa te verbieden. Daarmee negeren politici een fundamenteel punt, namelijk dat het niet aan de Kamer is om organisaties te verbieden. Daar bestaan juridische procedures voor, zoals eerder bleek in de slepende discussie rond Samidoun.
Het ontbreekt politici aan juridische kennis
De motie lijkt vooral gedreven door electoraal gewin en om de achterban te bedienen. Het indienen en de steun maken een gebrek aan juridische kennis zichtbaar, zoals ook duidelijk werd bij JA21-leider Joost Eerdmans, die maandag 16 september de uitspraken van punkband Bob Vylan vergeleek met de antisemitische projecties op de Erasmusbrug tijdens de jaarwisseling van 2023.
Dat is juridisch een merkwaardige vergelijking: in het eerste geval doet het OM nog onderzoek, in het tweede is er al een veroordeling wegens behoorlijk heftige feiten.
Haatzaaien en terreurverheerlijking wordt strafbaar
De Nederlandse rechtsstaat kent genoeg instrumenten om te vervolgen. Daarbij is er wetgeving in de maak die het tonen van vlaggen van terroristische organisaties of verheerlijken van terrorisme of terroristische aanslagen, strafbaar stelt. Daar maken genoeg demonstranten zich schuldig aan. Die kun je dus prima vervolgen — maar wel altijd achteraf.
Het zou politici sieren als zij bestaande procedures respecteren, in plaats van goede sier proberen te maken met onuitvoerbare plannen, waar ze bovendien niet over gaan.
Verdere verdieping: Wat verbied je eigenlijk?
Antifa is een sterk gedecentraliseerde beweging. Er bestaat geen rechtspersoon, bestuur of formele organisatie die verantwoordelijk kan worden gehouden voor acties. Dat is op zich geen criterium voor een verbod, maar de juridische beoordeling wordt overzichtelijker als er wel een structuur bestaat.
Johnson Molenaar
De vraag blijft dan ook: wat verbied je precies, mocht het toch zover komen dat het OM of een ander juridisch traject wordt ingezet? Onderzoeker Berrie Hanselman waarschuwt al langer dat het ontbinden van organisaties vaak weinig zin heeft, omdat ze onder een andere naam verder gaan.
De geschiedenis biedt een treffend voorbeeld. Tijdens de Vietnamoorlog werden in Nederland bij demonstraties borden met ‘Johnson Moordenaar’ verboden omdat hiermee een bevriend staatshoofd, de Amerikaanse president, Lyndon Johnson, werd beledigd. Een dag later stonden de demonstranten er weer, ditmaal met borden waarop ‘Johnson Molenaar’ stond.