Minister-president Mark Rutte (VVD) is op bezoek in Indonesië. Dat hij de handelsmissie maar wat graag wil laten slagen, blijkt wel uit de moeite die Rutte voor de voormalige kolonie van Nederland doet.
De minister-president, die vorige week een officieel bezoek bracht aan Volksrepubliek China, vloog eerst terug naar Nederland – zo’n 7.800 kilometer – om vervolgens vanuit Den Haag 11.000 kilometer af te leggen naar de Indonesische hoofdstad Jakarta, meldt de NOS woensdag.
Onbeleefd
Hij had er natuurlijk ook voor kunnen kiezen om de veel kortere afstand tussen China en Indonesië te overbruggen. Maar dat geldt in diplomatieke kringen als onbeleefd: een leider van een belangrijke missie moet de indruk wekken dat de komst naar dat ene gastland speciaal is.
Nog niet eerder bracht Rutte een bezoek aan het land. Op de eerste dag van de missie, sprak hij zijn bewondering uit voor de groei van de Indonesische economie, die per jaar met meer dan 6 procent groeit.
Nederland kan daar van profiteren, omdat het binnen de Europese Unie de tweede handelspartner van het Aziatische land is. Het zijn juist de buitenlandse investeringen die zorgen voor de hoge economische groei van Indonesië.
Gevoeligheden
De verhoudingen tussen beide landen – die lang zijn gekenmerkt door gevoeligheden rond het koloniale tijdperk – zijn de afgelopen jaren iets verbeterd. Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot (CDA) speelde daarbij een belangrijke rol.
Hij bracht een bezoek aan Indonesië op 17 augustus 2005, de dag dat de oud-kolonie de zestigjarige onafhankelijkheid van Nederland vierde. Nederland ging lange tijd niet akkoord met die datum, omdat het uitging van de officiële machtsoverdracht op 21 augustus 1949.