Om onze herbewapening te laten slagen, moeten Europese ministers van Defensie nu miljarden uittrekken om China’s almacht over de grondstoffen te breken, betoogt veiligheidsexpert Joris Teer in dit ingezonden opiniestuk.
‘Door gebrek aan een nagel kon het hoefijzer niet worden gezet; door gebrek aan een hoefijzer ontbrak een paard; door gebrek aan een paard verloor men de veldslag. Door de verloren veldslag viel het koninkrijk. En dat allemaal vanwege het gebrek aan een hoefijzernagel.’
De boodschap van dit eeuwenoude gedicht is onverminderd relevant: het afschrikken van een steeds agressiever Rusland (desnoods zonder de Amerikanen) vereist dat Europa snel wapensystemen en munitie kan bijbouwen en toevoegen.
Onze achilleshiel: 35 jaar hypermondialisering maakte onze krijgsmacht afhankelijk van Peking. China delft en/of verwerkt meer dan 50 procent van meer dan de helft van de grondstoffen die de Europese Commissie aanduidt als essentieel. Voor verscheidene defensiematerialen is de afhankelijkheid (bijna) 100 procent.
Waarom is China zo machtig in de grondstoffenketen?
Om onze herbewapening te laten slagen, moeten Europese ministers van Defensie nu miljarden uittrekken om China’s houdgreep op de grondstoffen te breken. Japanse en Amerikaanse belastingbetalers dragen allang bij aan dit doel.
Grondstoffen vormen het skelet van onze maakindustrie. Zonder grondstoffen geen satellieten, radarsystemen, tanks, batterijen, artilleriemunitie, straaljagers, drones, fregatten, of MRI-scanners.
Europese bedrijven en overheden prioriteerden decennialang kostenefficiëntie en just-in-time-toeleveringsketens. Mijnbouw was uit: geen business case, te veel overlast voor omwonenden en te veel CO2-uitstoot.
In jaar één van de COVID-pandemie riep president Xi op om ‘de afhankelijkheid van internationale productieketens van China verder te verdiepen.
Peking daarentegen vergrootte decennialang zijn controle over economisch laagwaardige, maar strategisch onmisbare industrieën. Geen toeval. In jaar één van de COVID-pandemie riep president Xi op om ‘de afhankelijkheid van internationale productieketens van China verder te verdiepen’.
China’s staatssteun drukte concurrenten uit de markt. In reactie op het Amerikaanse afknijpen van de technologie-export en Trumps importheffingen eist Peking nu exportlicenties voor steeds meer grondstoffen.
Hoe kwetsbaar is Europa bij een Chinese exportstop?
De kans is klein dat Europa de dans ontspringt als Peking de uitvoer naar Amerika daadwerkelijk afknijpt, bijvoorbeeld om de druk in de handelsoorlog op te voeren. China’s magneten zijn essentiële onderdelen van Amerikaanse wapensystemen, waaronder straaljagers, die ook wij gebruiken.
Daarnaast acht Peking een gerichte boycot tegen alleen de Verenigde Staten mogelijk niet effectief. Chinese grondstoffen zouden Amerikaanse defensiebedrijven alsnog via derde landen bereiken. Dit geeft China een reden om de grondstoffenexport aan vrijwel alle landen stop te zetten.
Slechts een vermindering van China’s grondstoffenaanvoer kan dus al leiden tot gevaarlijke tekorten.
Minister Ruben Brekelmans (VVD) geeft aan dat het überhaupt moeilijk is om 2 procent aan defensie uit te geven. De reden: het duurt ‘jaren voordat nieuwe wapensystemen worden geleverd’. Slechts een vermindering van China’s grondstoffenaanvoer kan dus al leiden tot gevaarlijke tekorten.
Defensiebudgetten inzetten is nodig om grondstoffenproductie buiten China rendabel te maken. De Verenigde Staten laten zien hoe dit moet. In 2010 investeerde het Pentagon in de heropening van een mijn. Deze delft nu alweer 12 procent van alle zeldzame aarde wereldwijd.
Het Pentagon kondigt aan in 2027 een volledige magneetproductieketen te zullen hebben opgezet. Deze moet de volledige behoefte van de Amerikaanse krijgsmacht dekken. Onder meer General Motors dient eind 2025 deze magneten in gebruik te nemen. Met defensiegeld komt grondstoffenproductie op gang en afname door private bedrijven houdt deze in stand.
Wat moet Europa nu doen om minder afhankelijk te worden?
De Europese plannen om weer zeldzame aardmetalen te delven, werpen helaas pas medio jaren dertig echt vruchten af. Op het gebied van verwerking en magneetproductie zijn eerste stappen gezet, maar er zijn ook nog achttien andere door China gedomineerde grondstoffen. Ons dilemma: de Amerikanen zijn beter gepositioneerd om grondstoffen veilig te stellen, maar we vertrouwen ze steeds minder.
Gelukkig investeren ook andere partners. De Japanse overheid steunt met succes de grondstoffenproductie in Australië en elders. Japanse bedrijven produceren weer permanente magneten. Die worden nauwelijks afgenomen, omdat kopers, zoals de Europese producenten van windturbines en elektrische auto’s, liever gebruikmaken van goedkope gesubsidieerde Chinese magneten. Zo blijft onze verslaving in stand tot het fout gaat.
Europees defensiegeld kan de Japanners helpen het tij op korte termijn te keren. Als we nu investeren kan daarna ook de Europese grondstoffen- en magneetproductie weer op gang komen. We kunnen dit proces versnellen door ons te committeren aan duurdere Japanse en Europese magneten voor de productie van Europese wapensystemen.
Zonder overheidsinvesteringen dreigt het nieuwe Brusselse defensiemantra ‘Koop Europees!’ binnenkort ‘Koop helemaal niks!’ te worden. Totdat Europa dit probleem adresseert, is één ding zeker: China kan op elk moment het tapijt onder onze herbewapening wegtrekken.
Joris Teer (1994) is analist Economische Veiligheid en Technologie aan het EU Instituut voor Veiligheidsstudies (EUISS), Brussel.