Jonge hbo’ers en academici hebben genoeg van tijdelijke contracten. Ze willen een vaste baan en kans op een hypotheek, blijkt uit de jaarlijkse enquête van Elsevier en SEO Economisch Onderzoek.
Auteurs: Ruud Deijkers en Arthur van Leeuwen
Driekwart van de pas afgestudeerde hbo’ers en academici wil een vaste baan. Slecht nieuws voor de meesten van hen: die krijgen ze niet. Waarom eigenlijk niet? En wat kun je doen als je zekerheid wilt? Elsevier vroeg het aan starters die wél een vast contract kregen.
Eén op de vier hoogopgeleiden heeft binnen anderhalf jaar na afstuderen een contract voor onbepaalde tijd. Dat is veel minder dan in 2003, toen nog 62 procent van de jonge hbo’ers en 45 procent van de academici een vaste aanstelling had.
Opmerkelijk is dat starters juist meer dan ooit hechten aan baanzekerheid. Dat blijkt uit het onderzoek Studie & Werk 2015 van Elsevier en SEO Economisch Onderzoek.
Driekwart van de zesduizend ondervraagde hbo’ers en academici vindt een vast contract belangrijk. Want, zo zegt bijna de helft van hen, een vast contract beschermt je tegen plotseling ontslag. Even belangrijk: een vast contract is een vereiste om een hypotheek te krijgen.
Ze hebben goed in de gaten dat de huizenmarkt nog altijd is ingericht op mensen met vast werk. Banken geven pas krediet als het vaste contract op tafel ligt. Zelfs verhuurders vragen er vaak naar.
Economen en politici beweren graag dat een vast contract niet meer van deze tijd is, en dat ‘flex’ de maat is. Sterker, jonge honden afkomstig van de hogeschool of universiteit zouden liever bij verschillende werkgevers rondsnuffelen dan dat ze zich binden aan één baas. Dat klinkt wel hip, maar starters denken daar volgens het onderzoek Studie & Werk duidelijk anders over.
Hier tekent zich een lastig dilemma af: starters willen snel zekerheid, werkgevers werken liever met flexibele werknemers, en anders zijn ze in elk geval voorzichtig met het geven van dure, vaste contracten. Om een harde kern van vaste werknemers zit vaak een dikke schil van tijdelijke krachten. Daarin komen ook de meeste hoogopgeleide starters terecht.
Drie van de vier pas afgestudeerden werken anderhalf jaar na het behalen van het diploma in loondienst, meestal met een tijdelijke aanstelling, blijkt uit het onderzoek.
Slechts een klein deel werkt als uitzendkracht, het aandeel zelfstandigen zonder personeel (zzp) is bijzonder laag, rond 5 procent. Dat zijn dan doorgaans afgestudeerden die op projectbasis werken, zoals de creatives van de kunstacademie, of de tandartsen en verloskundigen met een eigen praktijk.
Garantie
‘Vast wordt minder vast, en tijdelijk steeds tijdelijker. Die kanteling is al lang zichtbaar. De enige garantie die je hebt, is dat je geen garantie hebt,’ zegt Gusta Timmermans (45), hoofd recruitment van ING.
Maar een geschikte opleiding maakt wel degelijk verschil, ook bij ING. ‘Veel baliewerk wordt overgenomen door computers. De automatisering gaat ten koste van banen. Door diezelfde ontwikkeling hebben we wel behoefte aan afgestudeerde ICT’ers. Zij krijgen sneller een vast contract.’
De les voor pas afgestudeerden is klip en klaar: weet wat een werkgever daadwerkelijk voor je kan en wil betekenen. Er is nog zo’n les: ken de wettelijke regelingen die van belang zijn. Vanaf 1 juli geldt namelijk de nieuwe Wet werk en zekerheid, met implicaties voor werknemers met tijdelijke contracten.
Werkgevers mogen dan maximaal drie tijdelijke contracten geven, maar ook moeten zij al na twee jaar overgaan tot een vaste aanstelling. Stuurt de werkgever zijn werknemers in vaste of tijdelijke dienst na twee jaar weg, dan moet hij hun een ‘transitievergoeding’ betalen.
Het gevolg laat zich raden: de kans is dat veel starters al binnen twee jaar de bons krijgen, en dat de werkgever vrolijk nieuwe, goedkope, tijdelijke krachten aanneemt. De wet geeft dus geen enkele garantie, dat kan alleen de werkgever doen.
Toch hoeven starters die hunkeren naar vastigheid de moed niet op te geven. Dat bewijzen de vier jonge hoogopgeleiden op deze pagina’s. Zij kregen in korte tijd een vaste baan. Hun ervaringen lopen uiteen, maar bevatten allicht tips.
De eerste is evident: sommige opleidingen geven een voorsprong op de arbeidsmarkt, omdat er nu eenmaal veel vraag is naar die afgestudeerden: een maritiem officier komt altijd aan de slag. Volg je een minder gewilde opleiding, omdat je dat een mooi vak lijkt bijvoorbeeld, onderscheid je dan met bestuurswerk, interessante bijvakken – minors– of met een praktische masteropleiding. Kies vooral zorgvuldig een goede stageplek. Als je in de smaak valt, kun je misschien blijven.
Kijk om je heen, vraag rond, bestudeer websites, weet waar je solliciteert. Sommige werkgevers werken wel degelijk liever met een stabiel team van vaste werknemers. Dat geldt bijvoorbeeld voor een bedrijf als Additive Industries. Deze start-up ontwikkelt industriële 3D-metaalprinters, en werft onder anderen technici van de Technische Universiteit Eindhoven via stages.
‘We hebben 22 werknemers op de loonlijst. Op piekmomenten werken hier 25 extra technici van partnerbedrijven,’ zegt mede-oprichter en CEO Daan Kersten (45). ‘Nu komen we mensen tekort, maar in een rustige periode gaan onze mensen bij andere bedrijven aan de slag. Niet bij de concurrentie uiteraard.’ Deze constructie maakt het voor de partners aantrekkelijker om vaste contracten te bieden.
Martijn van der Valk (30) weet wat schaarste waard is. Hij studeerde theoretische wiskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘In juni 2011 studeerde ik af, maar een half jaar eerder begonnen werkgevers al aan me te trekken.
‘Als je bij een sollicitatie zegt dat je theoretische wiskunde hebt gestudeerd, sta je meteen 1-0 voor op de rest. Tijdens mijn studie had ik graag meer geleerd over solliciteren en onderhandelen over arbeidsvoorwaarden. Met een gewilde studie mag je op je strepen staan.’
Van der Valk beoordeelt ‘risicomodellen’ die actuarissen opstellen bij verzekeraar Achmea. Niet voor niets is de beste startersfunctie die van actuaris – veelal econometristen en wiskundigen – blijkt uit Studie & Werk. Zij krijgen snel een vaste baan, verdienen een dik salaris en geven hun werk een hoog rapportcijfer.
Zelfs met een van de minst gewilde opleidingen maak je kans, mits je een stap extra zet. Anouk Ronkaars (23) studeerde creatieve therapie aan de Hogeschool Zuyd. ‘Op de open dag werd al verteld dat banen niet voor het oprapen liggen. Toch zat ik geen dag zonder werk.’
Na haar stage hield ze het contact met collega’s van stageplekken warm. ‘Ik stuurde af en toe een interessant artikel door. Naast mijn studie werkte ik ook een jaar vrijwillig bij een organisatie. Daar kon ik na mijn diploma meteen aan de slag. Tip: zorg dat je bij werkgevers aan tafel komt, zodat je kunt laten zíen dat je enthousiast bent. In een sollicitatiebrief is dat lastig.’
Ronkaars had al uitzicht op een vaste baan, maar koos voor een andere werkgever. Met opnieuw een grote kans op vast werk. Zo is het, vaste banen zijn en blijven schaars. Voor wie echt wil: ken je kansen, en sla toe.
Elsevier nummer 24, 13 juni 2015