Feature

Dit zeggen politieke partijen over cultuur in hun verkiezingsprogramma’s

Van een nieuw Paleis voor Volksvlijt tot een Europese museumkaart: de verkiezingsprogramma’s staan vol verrassende cultuurplannen. EW selecteerde de opmerkelijkste ideeën.

Echt onderscheidend zijn de cultuurparagrafen in de meeste verkiezingsprogramma’s niet. Maar er zijn behoorlijk wat culturele plannen die partijen van links tot rechts omarmen in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober.

Zo schrijven nagenoeg alle partijen in hun verkiezingsprogramma dat het Fries (Frysk) en andere streektalen serieus moeten worden genomen. En de meeste partijen pleiten voor een betere regionale (lees: minder Randstad-gerichte) spreiding van cultuursubsidies.

Toch zijn er ook afwijkende ideeën. Er is bijvoorbeeld een partij die een plan heeft om te voorkomen dat voetbalclubs ‘speelbal’ worden van buitenlandse investeerders. Een andere partij wil een nieuw Paleis voor Volksvlijt bouwen, en weer een ander pleit voor een museumkaart die geldig is in alle Europese musea.

Dit zijn de opmerkelijkste cultuurplannen:

PVV: tegen excuses en niet-westerse teksten in cultuurbeleid

  • De PVV heeft weinig op met de verontschuldigingen die Nederland aanbood voor het slavernijverleden (in 2022) en de politionele acties in Indonesië (in 2020). De PVV pleit voor onmiddellijke intrekking van de excuses. Niet nieuw, wel duidelijk.
  • Ook niet nieuw is het door de partij van Geert Wilders gewenste verbod op Arabische en andere niet-westerse teksten in de (winkel)straten.

CDA: hervorming van cultuursubsidies en steun aan regionale kunst

  • De partij van politiek leider Henri Bontenbal heeft weinig revolutionaire culturele plannen. Met als uitzondering een forse herziening van het subsidiestelsel in de culturele sector. Het CDA acht de tijd rijp om kleine en regionale subsidieverstrekkers en fondsen samen te voegen.
  • Tegelijk moet het cultuurplan – waarin onder meer is vastgelegd welke instellingen subsidies verdienen – van vier naar acht jaar. Daarin moet bovendien meer aandacht komen voor kunstuitingen door mensen met een beperking.

GroenLinks-Partij van de Arbeid: hogere investeringsplicht voor streamingdiensten en gratis bibliotheken

  • Grote internationale bedrijven die hier veel geld verdienen dienen ook bij te dragen aan ‘onze cultuur’, vindt GroenLinks-PvdA. Dat moet volgens de partij via verhoging van de investeringsplicht voor buitenlandse streamingdiensten en andere grote techbedrijven. Een bedrijf als Netflix moet nu minimaal 5 procent van zijn (Nederlandse) jaaromzet investeren in Nederlandse films of series, maar dat percentage moet volgens GroenLinks-PvdA omhoog.
  • Zoals veel andere partijen (deels) willen, pleit GroenLinks/PvdA voor gratis bibliotheekabonnementen. Ook wil de partij zzp’ers in de cultuursector toegang geven tot een collectieve verzekering en pensioen.

VVD: trots op Nederlandse kunst en minder regeldruk in cultuursector

  • De VVD, die op de laatste pagina van het verkiezingsprogramma een paar ideeën over cultuur ontvouwt, pleit in algemene zin voor ‘kunst en cultuur waar Nederland trots op kan zijn’.
  • Dat moet onder meer gebeuren door artistiek ondernemerschap te stimuleren via nieuwe verdienmodellen en samenwerking met marktpartijen.
  • Ook vindt de VVD dat er te veel kunstobjecten in de depots van musea liggen. Door tijdelijke uitleen of verhuur van deze kunst te stimuleren ‘kunnen meer mensen ervan genieten’. De Rijksoverheid kan daarbij deels garant staan voor schade en diefstal.
  • Net als veel andere partijen hoopt de VVD de regeldruk en de onzekerheid bij culturele instellingen te verminderen door de looptijd van cultuursubsidies te verlengen van vier naar acht jaar.

D66: vaste subsidies voor culturele instellingen en nationale feestdagen

  • D66 wil culturele instellingen met een bewezen waarde meer zekerheid geven. Instellingen die ‘al jaren’ in de basisinfrastructuur zitten (lees: al jaren rijkssubsidie ontvangen) moeten ‘een vaste subsidierelatie’ krijgen.
  • En, zo vindt de partij van lijsttrekker Rob Jetten, zowel Keti Koti (1 juli) als Bevrijdingsdag (5 mei) moet een nationale feestdag worden.

JA21: meer private financiering van kunst en cultuur

  • In haar tamelijk summiere cultuurplannen meldt JA21 voorstander te zijn van een overgang naar een minder publieke en meer private financiering van de cultuursector. Oftewel: minder structurele subsidies en meer commerciële initiatieven.

SP: gratis musea en bescherming van Nederlands voetbal

  • Rode draad door de cultuurparagraaf van de SP is het in alle opzichten toegankelijker maken van kunst, cultuur en sport.
  • Omdat ‘Rembrandt en Van Gogh’ van ons allemaal zijn, moeten rijksmusea en regionale musea minimaal één dag per week gratis toegankelijk worden.
  • De partij is – evenals NSC – voorstander van een Nationaal Historisch Museum. In 2006 werd al eens besloten tot de bouw van zo’n museum, maar na jarenlang gesteggel over de locatie werd het project alsnog afgeblazen. In het Nationaal Historisch Museum moet volgens de SP nadruk liggen op de ontstaansgeschiedenis van het land, ‘de strijd van gewone mensen’, de rechtsstaat en sociale verzorgingsstaat, maar ook aandacht zijn voor ‘de zwarte bladzijden uit onze geschiedenis’.
  • Verder wil de SP dat er een einde komt aan de doorverkoop van tickets voor concerten, festivals en sportevenementen. De partij wil maatregelen tegen de ‘woekerwinsten’ die worden gemaakt.
  • De SP vreest dat het Nederlandse voetbal ‘speelbal wordt van buitenlandse investeerders en speculanten’. De partij wil daarom een ‘50+1’- eigendomsmodel invoeren, waarin zeggenschap door leden en supporters is gewaarborgd.

BBB: meer cultuurgeld naar de regio, steun voor streekcultuur

  • Veel partijen willen meer waardering van cultuur buiten de Randstad en buiten de grote steden. Als een van de weinige partijen kwantificeert BBB die wens. De partij vindt dat 50 procent van het cultuurbudget naar initiatieven buiten de grote steden moet gaan, vooral naar de regio’s buiten de Randstad.
  • BBB wil steun voor de streekcultuur (‘fanfares, bloemen- en fruitcorso’s, varend erfgoed, trekkertrek en carnaval’). Als het aan BBB ligt, wordt bij de toekenning van cultuursubsidies meer gekeken naar laagdrempeligheid. Projecten met weinig publiek en zonder maatschappelijke meerwaarde verdienen geen subsidie. Want: ‘Kunst mag schuren, maar moet niet vervreemden.’

Partij voor de Dieren: gratis musea voor studenten en diversiteit op de radio

  • De partij van Esther Ouwehand verlangt blijkens het verkiezingsprogramma naar een diverser muziekaanbod op de radio. Er moet voortaan ook jazz, wereldmuziek en nieuwe muziek van Nederlandse makers te horen zijn.
  • En waar enkele andere partijen ervoor pleiten dat (rijks)musea een dag per week gratis toegankelijk zijn, wil de Partij voor de Dieren dat museumbezoek altijd gratis wordt voor studenten en mensen met een laag inkomen.

Volt: papierloos subsidiëren en een Europese museumkaart

  • Om van de ‘papieren drempels uit het systeem’ af te komen, lanceert Volt het plan Papierloos Subsidiëren. Daarin komt geld vrij voor allerlei experimentele alternatieven voor formulieren, documenten en ander papierwerk.
  • In alle raden, commissies en inspraakorganen die zich bezighouden met cultuurgelden, moeten jongeren een plek hebben.
  • Ook wil Volt een Europese museumkaart invoeren: daarmee krijgen EU-burgers tegen een vaste prijs toegang tot alle musea binnen de Europese Unie.
  • Wat betreft ‘geroofde kunst en erfgoed’ staat Volt een zeer ruimhartige houding voor. Die objecten moeten proactief worden aangeboden aan de rechtmatige eigenaren. Wie de kunst toch wil tentoonstellen op de huidige locatie, mag dat alleen met toestemming van de rechtmatige eigenaar. En als die eigenaar de kunst terug wil, dan kan in Nederland pas een replica worden tentoongesteld als de eigenaar daarmee instemt.

FVD: nationaal trots met nieuw Paleis voor Volksvlijt

  • Evenals de PVV wil FVD dat Nederland de excuses voor het slavernijverleden intrekt. De partij wil überhaupt af van het maken van excuses en eventuele smartengelden.
  • Iedere Nederlander, zo schrijft FVD, moet trots zijn op (semi)overheidsgebouwen. Die moeten daarom verplicht ‘architectonisch mooi en indrukwekkend’ zijn.
  • Een voorbeeld daarvan is een nieuw Paleis voor de Volksvlijt, als opvolger van het in 1929 afgebrande gebouw in Amsterdam. Dit ‘nationale symbool van trots en culturele grandeur’ moet terugkeren ‘in het hart van onze hoofdstad’.
  • Om de Nederlandse cultuur wereldwijd zichtbaar te maken, pleit FVD voor het internationaal verspreiden van vertaalde Nederlandse literatuur en documentaires over de Nederlandse geschiedenis.