Afghanistan blijft een open wond. Wrange keuzes achtervolgen Nederland nog altijd, na twintig jaar strijd, schrijft Robbert de Witt.
Ook onder landen heb je pechvogels. Neem nu Afghanistan, dat de afgelopen decennia oorlog na oorlog onderging. Altijd bloedige strijd. In de jaren tachtig viel de Sovjet-Unie binnen, in de jaren negentig vochten islamisten tegen nationalisten, waarna de Amerikanen vanaf 11 september 2001 probeerden met geweld de moslimextremistische Al-Qa’ida en de Taliban te verjagen.
In augustus 2021 namen de Taliban de macht weer over. Met de staart tussen de benen ontvluchtten westerse militairen het land. Vernederend was het. En dramatisch, omdat een waaier aan hulporganisaties in hun kielzog moest vertrekken.
Afghanistan verdwijnt uit beeld, maar lijdt des te meer
Twee jaar later brak een hongersnood uit, want onder de Taliban raakte het land geïsoleerd en werd het nog armer dan het al was. Onlangs was er een zware aardbeving in het oosten van het land die meer dan tweeduizend doden veroorzaakte, plus duizenden gewonden.

Groot nieuws was het hier niet – bij nieuws draait het nu eenmaal vaak meer om emotionele betrokkenheid dan om het aantal slachtoffers. Daarom was er ook op deze rampdag voor de Afghanen meer aandacht voor Gaza en het Palestijnse leed.
Terwijl juist de westerling die zich bekommert om de kwetsbaren en onschuldigen zich bijzonder zou moeten bekommeren om Afghanistan. Niet alleen vanwege de hoge slachtofferaantallen, maar ook omdat vrouwen en meisjes extra hard worden geraakt door de beving en de nasleep ervan.
‘In Nederland moet de nacht worden opgeëist door vrouwen, in Afghanistan eerst de dag nog’
Volgens verslaggevers ter plaatse werden vrouwelijke artsen en hulpverleners weggestuurd van de rampplek. Omdat mannelijke hulpverleners geen vreemde vrouwen mogen aanraken, zei een Afghaanse vrouw tegen The New York Times, werden gewonde vrouwen dan maar achtergelaten tussen het puin.
Andere vrouwen en meisjes werden niet behandeld in ziekenhuizen, want zij mogen alleen worden geholpen door vrouwelijke artsen. Maar die zijn er steeds minder, omdat onderwijs voor vrouwen de laatste jaren werd afgeschaft.
In Nederland moet de nacht worden opgeëist door vrouwen, in Afghanistan eerst de dag nog.
Uruzgan en Kunduz: breekpunten in Den Haag
Buitenlandse hulp komt maar mondjesmaat op gang, en helaas is dat begrijpelijk. Door geld, voedsel en medicijnen naar Kabul te sturen, houd je indirect het vreselijke, vrouwonvriendelijke Taliban-regime in stand.
Wel of niet helpen is net zo’n dilemma als de lastige kwestie-Afghanistan tussen 2001 en 2021: moet je als westers land militairen sturen om te proberen van Afghanistan een beter land te maken? Bij veel linkse partijen in Europa – ook in Nederland – bestond grote weerzin tegen meedoen aan de Amerikaanse militaire strijd in Afghanistan.
In 2010 stapte de PvdA uit de regering, omdat ze de missie in Uruzgan niet wilde verlengen. Een jaar later was GroenLinks diep verdeeld over steun voor een missie in Kunduz – die mocht vooral niet ‘te militair’ worden.
Mooie idealen vragen soms om inzet van wapens
Het vechten tegen de Taliban in Afghanistan was twintig jaar lang een gebed zonder eind. Maar die miljoenen vrouwen en meisjes hadden die twee decennia wel een vrijer bestaan, dankzij de inspanningen van westerse militairen.
Na de inname van Kabul in 2021 sloten de Taliban de meisjes en vrouwen weer op. ‘Afghanistan’ is pijnlijk voor linkse tegenstanders, omdat duidelijk werd dat mooie idealen soms alleen kunnen worden bereikt met wapens.
En voor rechtse voorstanders van ingrijpen daar, omdat de grenzen van de westerse macht zichtbaar werden. De Taliban zijn weer de baas in Kabul, het Westen is niet (meer) in staat om ze te verjagen.
Sluit het beschamende hoofdstuk Afghanistan
Eén pijnpunt is er nog. Tot heden laat Nederland zich van zijn meest benepen kant zien door te weigeren de enkele tientallen Afghaanse bewakers en hun families naar Nederland te halen. Zij werden destijds ingehuurd voor de veiligheid van Nederlands personeel daar.
Maar in de chaos van augustus 2021 bleven zij achter. Nog altijd wordt gevreesd voor hun levens, want uiteraard hebben de Taliban geen sympathie voor landgenoten die westerlingen hielpen.
Vorige week oordeelde de rechter in Den Haag ‘dat de Staat zijn zorgplicht tegenover de bewakers niet voldoende heeft nageleefd’. Dus is Nederland aansprakelijk voor de schade die de bewakers hebben geleden en moeten de 42 bewakers en hun families naar Nederland komen. Haal ze op, en sluit het beschamende hoofdstuk Afghanistan.