Erkenning van Palestina brengt vrede niet dichterbij

Voedseldroppingen in Gaza

Tijdens de komende top van de Verenigde Naties willen een aantal landen de staat Palestina erkennen. Ook in Nederland gaan stemmen op om dat te doen. Zo noemde GroenLinks-PvdA-leider Timmermans erkenning onlangs ‘een noodzakelijke stap op weg naar vrede’. Een tragische misvatting, schrijft historicus Arne Tulner in een ingezonden opinie, omdat een ‘onafhankelijk Palestina’ een vreedzame oplossing juist enorm in de weg staat.

De oorzaak daarvan is dat een Palestijnse staat, die op basis van het ‘VN-verdelingsplan voor Palestina’ uit 1947 zowel de Westelijke Jordaanoever als de Gazastrook omvat, het kwetsbaar smalle Israël gevaarlijk in de tang zal kunnen nemen. Zeker als beide gebiedsdelen onderling door een corridor worden verbonden en daarmee Israël verder kunnen ‘afknijpen’.

Westelijke jordaanoever 1
De Palestijnse staat (roze).

Aangezien deze staat ‘Palestina’ bovendien in naam al aanspraak maakt op het hele gebied Palestina – inclusief Israël – dan zal deze Palestijnse staat nooit door Israël kunnen worden geaccepteerd. En zal vrede uitblijven.

Nieuw verdelingsplan

Hamas dacht veilig te zijn in Doha – Israël bewees het tegendeelStillbeeld uit AFPTV-beelden toont een man die toekijkt hoe rook opstijgt na explosies in de Qatarese hoofdstad Doha (Foto: ANP)

NAAR HET ARTIKEL
MEER VAN MATTHIJS VAN SCHIE

Dit betekent niet dat een Palestijnse staat onmogelijk is. Sterker nog, Palestijnse zelfstandigheid is – ook in Israëlisch belang – juist essentieel voor het bereiken van vrede.

Voorwaarde is alleen wel dat zo’n Palestijnse staat geen enkele bedreiging voor Israël oplevert. Het concept van een ‘onafhankelijk Palestina’ – resultaat van het verdelingsplan uit 1947 – moet daarom van tafel.

Westelijke jordaanoever 2
Huidige situatie (Palestijns gebied in roze)

In plaats daarvan zullen de Verenigde Naties met een nieuw verdelingsplan moeten komen waarbij een Palestijnse staat niet aan weerszijden van Israël, maar alleen op de relatief welvarende Westelijke Jordaanoever mag worden gesitueerd. De Palestijnse ‘omsingeling’ van Israël wordt daarmee opgeheven.

Bevolkingsruil voor stabilisering

Israëli’s en Palestijnen zouden daarbij een bevolkingsruil moeten overeenkomen, zoals die er eerder was tussen Turken en Grieken. Deze heeft sinds 1923 relatieve stabiliteit tussen hen opgeleverd. Nu de Gazastrook toch al onleefbaar is geworden, zouden de Palestijnen er dan ook goed aan doen om deze ‘openluchtgevangenis’ formeel aan Israël af te staan.

In ruil voor Gaza zal Israël de bezetting van de volledige Westelijke Jordaanoever moeten opgeven. Joodse kolonisten uit de ‘Westbank’ kunnen dan in de vrijgekomen Gazastrook worden ondergebracht, terwijl hun welvarende nederzettingen aan de Palestijnen toevallen.

De voedingsbodem van Hamas

Zodra een Palestijnse staat uitsluitend, maar wel geheel de Westelijke Jordaanoever omvat – en daarmee minder ‘Palestijns’ en meer ‘Jordaans’ wordt – hoeft Israël zich niet langer bedreigd te voelen.

Met het opheffen van de Gazastrook zal tevens het Hamas-radicalisme verdwijnen. Als de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever daadwerkelijk een levensvatbare staat verwerven, mag immers worden verwacht dat daarmee de Palestijnse onvrede zal opdrogen, en dus ook de voedingsbodem voor Hamas.

 Jordaanse Federatie

Deze gebiedsruil valt voor Israël alleen te accepteren wanneer het militaire gezag over de Westelijke Jordaanoever niet aan de Palestijnen zelf, maar aan het bevriende buurland Jordanië wordt overgedragen. Dit voorkomt dat militante Palestijnen alsnog het eigen grondgebied ‘from the river to the sea’ zouden kunnen uitbreiden.

Op hun beurt kunnen de Palestijnen – binnen Jordaanse grenzen – voortaan effectief tegen de huidige Israëlische agressie worden beschermd.

Van afstand naar federatie: historische erfenis of utopie?

Al eerder heeft Jordanië de Westelijke Jordaanoever in bezit gehad, maar het deed daarvan in 1988 formeel afstand ten gunste van een onafhankelijk Palestina.

De internationale gemeenschap zou deze erkenning niet moeten accepteren, maar daarvoor in de plaats een soevereine federatie van Jordaniërs en Palestijnen moeten afdwingen.

 

Westelijke jordaanoever 3
Nieuw verdelingsplan

Binnen deze ‘Jordaanse Federatie’ zullen de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever een verregaande vorm van zelfbestuur kunnen verkrijgen, die aansluit op hun internationaal erkende recht op zelfbeschikking. Alleen op militair gebied zal hun deelstaat ‘West-Jordanië’ afhankelijk zijn van de federale regering in Amman, wat het Israëlische recht op veiligheid waarborgt.

Zonder onafhankelijkheid worden de Palestijnse ‘West-Jordaniërs’ automatisch deelgenoot van de vreedzame betrekkingen die Jordanië al sinds 1994 met Israël onderhoudt. Deze vrede staat nu weliswaar onder druk, maar zal met een ‘Jordaanse Federatie’-oplossing sterker uit de strijd komen.

Abdullah

Met dit nieuwe VN-verdelingsplan zal tevens de ‘kwestie Jeruzalem’ kunnen worden opgelost. De aanspraak die zowel Israëli’s als Palestijnen nu nog op ‘hun’ beider hoofdstad maken, vervalt automatisch wanneer Jeruzalem als West-Jordaanse provincieplaats onder de federaal-Jordaanse hoofdstad Amman komt.

De alom gerespecteerde Jordaanse koning Abdullah kan dan voortaan niet alleen in naam, maar ook daadwerkelijk als ‘beschermer’ van het heilige Jeruzalem optreden.

Tel Aviv als hoofdstad

Israël zal dan weer Tel Aviv als hoofdstad kunnen aannemen, terwijl Ramallah de hoofdplaats blijft van Palestijns ‘West-Jordanië’. Hierbij dienen beide partijen zich de wijsheid van koning Salomo te herinneren: als je dierbaarste bezit door tweestrijd dreigt te worden vernietigd, is het maar beter om ervan afstand te doen.

Jordanië zelf zou ook kunnen profiteren van een federatie met de Palestijnen. Als het Palestijns-Israëlisch conflict door tussenkomst van de Jordaniërs wordt opgelost, dan zal dit politiek en economisch bepaald gunstig zijn voor Jordanië.

Tevens zal de onvrede onder Palestijnse vluchtelingen binnen Jordanië over de eigen stateloosheid kunnen afnemen wanneer er uitzicht is op een eigen deelstaat West-Jordanië.[2] Dit komt de interne stabiliteit van de Jordaanse samenleving ten goede.

Naar voorbeeld van Abdullah, die zelf met de Palestijnse Rania is getrouwd, zou dus ook het huidige Jordanië een ‘federatieve verbintenis’ moeten aangaan met de Palestijnse Westelijke Jordaanoever. Als de Palestijnen zo hun ‘eigen’ koningin krijgen, dan kan dat hun prille ‘West-Jordaanse’ identiteit versterken.

Water

Israël zou ook de in 1967 op Syrië veroverde Golan-hoogvlakte moeten teruggeven, maar de Israël-vijandige sfeer in Syrië maakt dat nu niet verstandig. Tijdelijke overdracht aan de relatief neutrale ‘Jordaanse Federatie’ behoort wel tot de mogelijkheden, totdat dit strategische gebied – als inzet voor een Israëlisch-Syrisch vredesverdrag – aan de rechtmatige eigenaar terug te geven is.

Bijkomend voordeel daarvan is dat de bronnen van de Jordaan op de Golan-hoogte zo voorlopig onder controle komen van de relatief neutrale Jordaanse Federatie komen. Een eerlijke verdeling van het schaarse water, bron van voortdurend internationaal geharrewar, wordt daarmee min of meer gegarandeerd.

Jordaanse federatie de sleutel tot vrede?

Doordat de kwetsbare Israëlische oostflank zo volledig door het verhoudingsgewijs neutrale Federaal-Jordanië wordt omgeven, zal het smalle Israël strategisch een stuk veiliger worden. Israëlische bezetting van Arabisch gebied kan dan voorgoed achterwege blijven.

De internationale gemeenschap zou de staat Palestina dus niet moeten erkennen. In plaats daarvan moet de aanstaande VN-top worden aangegrepen voor een nieuwe verdeling van de regio. Ten oosten van Israël zou dan een ‘Jordaanse Federatie’ kunnen komen, met een eigen deelstaat ‘West-Jordanië’ voor de Palestijnen.

Aangezien deze ‘West-Jordaanse’ staat levensvatbaar kan zijn en toch geen bedreiging voor Israël vormt, komt een vreedzame oplossing binnen handbereik.

Arne Tulner (1974) is als historicus internationale betrekkingen werkzaam bij het Netherlands Institute for International Affairs (NIIA). Hij bestudeert internationale conflictbeheersing, in het bijzonder de Oost-West-verhouding in hedendaags perspectief.