Premium Lock Zeven oorzaken waardoor het magere jaren blijven

18 september 2018Leestijd: 9 minuten
Minister-president Mark Rutte wandelt telefonerend over het Buitenhof voorafgaande Prinsjesdag. Foto: ANP

Als je de kabinetten-Rutte moet geloven, is de crisis al meer dan twee jaar ‘voorbij’. Al minstens even lang beloven politici dat het tijd wordt dat de Nederlanders het ‘herstel’ ook gaan ‘voelen’. Maar ook in 2019 zal dat niet zo zijn. Áls de inkomens al stijgen, de prijzen stijgen sowieso.

Het komt goed van pas dat de minister-president een bijna niet kapot te krijgen humeur heeft. Al meer dan vijf jaar probeert Mark Rutte de Nederlanders op te peppen met goed nieuws. Aanvankelijk omdat hij dacht daarmee de economie een impuls te geven. En nu al weer enkele jaren omdat hij hoopt dat de burgers zijn kabinetten welgezind zullen zijn als ze de welvaart gaan voelen.

De analyses van Mark Rutte leunen nogal op zijn ‘gevoel’. Maar de harde werkelijkheid van 2013 was dat een groot deel van Nederland helemaal niet in staat was om een nieuw huis, een nieuwe auto of ijskast te kopen, omdat het besteedbaar inkomen al enkele jaren daalde. Dat was trouwens mede te wijten aan het beleid van de kabinetten-Rutte, die de belastingen verhoogden. Daardoor bleef de economie sukkelen en liepen de besteedbare inkomens terug.

In 2018 stuit Ruttes hoop op ‘gevoel’ nog steeds op harde cijfers. De economie mag dan groeien, veel burgers voelen dat niet, of nauwelijks. En als ze het wel voelen, komt het door eigen inspanning en eigen succes, niet door de overheid – die dan ook weinig dankbaarheid hoeft te verwachten. Onredelijk is dat niet eens, want de overheid groeit harder dan de welvaart van de burgers.

De Nederlandse welvaartsgroei belandt in 2018 en 2019 veelal niet in de portemonnee, maar verdwijnt in aanzienlijk hogere overheidsuitgaven, hogere lasten en hogere prijzen. Wat er overblijft, moet met meer mensen worden gedeeld, of verdwijnt naar het buitenland. Zeven oorzaken waardoor u de nieuwe welvaart nog niet ‘voelt’.

1. De crisisbelastingen ijlen na

Hoewel anders beloofd, is de lastendruk onder de kabinetten-Rutte niet afgenomen maar opgelopen. Belastingen en premies voor volks- en werknemersverzekeringen vormden in 2011 35,9 procent van het bruto binnenlands product, maar dat stijgt volgend jaar door naar 39,2. Een verschil van 27 miljard euro, dat deels wel aan burgers ten goede is gekomen (in de vorm van onderwijs en zorg, bijvoorbeeld), maar niet de portemonnee van de burgers heeft gehaald.

Premium Lock

Laden…

Premium Lock

Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock

Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock

Er ging iets fout

Premium Lock

Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw