Geweld op de Olympische Spelen: van de oude Grieken tot Atlanta

22 januari 2014Leestijd: 4 minuten

Islamistische terroristen uit de Kaukasus zien de Olympische Spelen in Sotsji als een uitstekende gelegenheid om met geweld aandacht te vragen voor hun onafhankelijkheidsstrijd. Ze zijn zeker niet de eerste. Een overzicht van veldslagen in het oude Griekenland tot aan de bomaanslag in Atlanta.

In het oude Griekenland kregen mannen (ongeveer) eens in de vier jaar tijd de kans om aan hun oppergod Zeus te laten zien hoe goed zij waren in zaken als hardlopen, boksen, speerwerpen en worstelen.

De Olympische Spelen, vernoemd naar de plaats Olympia waar de sportwedstrijden werden gehouden, waren het belangrijkste en meest prestigieuze onderdeel van  de Panhelleense Spelen.

Om een vrije doortocht te garanderen voor alle atleten in het door conflicten verscheurde Griekenland werd afgesproken dat alle wapens werden opgeborgen zolang het heilige Olympische vuur brandde. Deze Olympische vrede is helaas, zowel in de oude als de nieuwe variant vanaf 1896, niet altijd gerespecteerd. Elsevier zet een aantal gewelddadige dieptepunten op een rij:


Oude Olympische Spelen

  • 388 v.Chr. Woede na toespraak – In het oude Griekenland werden sportevenementen al gebruikt voor politieke statements. Het was niet ongebruikelijk dat er tussen de wedstrijden door politieke toespraken werden gehouden. In 388 stookte de spreker Lysias het publiek op door kwalijke dingen over tiran Dionysios te vertellen. De toeschouwers werden zo boos dat zij het Olympisch dorp binnenvielen en de koninklijke tenten plunderden.
  • 364 v.Chr. Pisanen vs. Eliërs – De Pisanen bewoonden in de tiende eeuw voor christus het gebied rond Olympia. Zij kregen in die tijd bezoek van de Eliërs die zich permanent in het gebied zouden vestigen. Het boterde niet echt tussen deze bevolkingsgroepen. De vete uitte zich in het jaar 364 voor Christus in een veldslag tijdens het heilige sporttoernooi. Tijdens een worstelwedstrijd bestormden duizenden Eliërs de tot de nok toe gevulde arena. De Pisanen schoten met pijl en boog op de woedende menigte, maar dit hielp niet. De Eliërs drongen door tot de heilige arena waarna zich een grote veldslag ontpopte. Als we de geschiedschrijver Diodorus moeten geloven, vond het publiek het prachtig. Hij beschrijft hoe de toeschouwers in ‘feestelijke gewaden en met lauwerkransen en bloemen in het haar …   gespeend van alle partijdigheid de heldhaftige prestaties van beide kampen toejuichten’.
  • In het jaar 393 verbood keizer Theodosius I de heidense Olympische Spelen. Maar de ongehoorzame Grieken gingen stiekem gewoon door met het sportevenement. De toernooien gingen in de jaren erna met veel onrust gepaard.

Moderne Olympische Spelen

  • Onrust in 1900 – Frankrijk had in 1900 een klein foutje in de planning gemaakt. Het land had namelijk zowel de Olympische Spelen als de wereldtentoonstelling binnengehaald. Omdat het land niet genoeg geld had voor beiden, werden de evenementen samengevoegd. Dit zorgde voor veel onrust onder atleten en supporters. Toen de organisatie besloot om op nationale feestdag 14 juli alle activiteiten op te schorten en te verplaatsen naar een zondag kwamen de christelijke sporters in opstand. Zij weigerden op hun heilige rustdag in actie te komen. Meerdere sportevenementen werden de tweede editie van de moderne Olympische Spelen verstoord door rellen en opstootjes.
  • 1908 Vesuvius gooit roet in het eten – De Olympische Spelen van 1908 in Rome gingen niet door vanwege vulkanisch geweld. Op 7 april 1906 brak de Vesuvius uit waarbij de stad Napels onder lava werd bedolven. Italië had vervolgens geen geld meer voor het toernooi waarop de Spelen werden verplaatst naar Londen.
  • 1916 Eerste Wereldoorlog – De voorbereidingen voor de Olympische Spelen van 1916 in Berlijn gingen ondanks de uitgebroken oorlog gewoon door. Maar vanwege het aanhoudende geweld is uiteindelijk toch besloten het evenement af te blazen.
  • 1940/1944 Tweede Wereldoorlog – In 1936 gingen de Olympische Spelen in Berlijn, ondanks dreigende maar niet uitgevoerde boycot van deelnemende landen, gewoon door. Vier jaar later was dit door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog niet meer mogelijk. Ook vier jaar later werd het toernooi om bovengenoemde reden afgelast.
  • Studentenprotest en black power in 1968 – De Zomerspelen van 1968 in Mexico-Stad gaan gepaard met heftige studentenrevoltes in Mexico. De regering sloeg de opstanden hardhandig neer hetgeen uitliep op bloedbaden. Op het toernooi baarden daarnaast zwarte spelers opzien met hun protest tegen racisme. Twee atleten die tijdens een ceremonie hun hoofd omlaag deden en hun gebalde vuist in de lucht hielden, werden uit het Olympisch dorp gezet.
  • Gijzelingsdrama München in 1972 – Het dieptepunt van alle Olympische geweldsgebeurtenissen is voor velen het Olympisch toernooi van 1972 in München. Palestijnse terroristen van de groep Black September vielen op 5 september het Olympisch dorp binnen en schoten twee Israëliërs dood. De terroristen namen vervolgens negen Israëlische sporters in gijzeling. Na lang onderhandelen hadden de sporters moeten worden gered op een vliegveld. Maar de reddingsoperatie liep uit op een drama. Alle negen gijzelaars kwamen om het leven. Ondanks het dramatische dieptepunt ging het toernooi gewoon door. Vijf Nederlandse sporters besloten hoe dan ook het toernooi te verlaten.
  • Bom in Atlanta 1996 – Op 27 juli 1996 ontploft tijdens een concert in het Olympisch park een bom. Twee personen komen om het leven en meer dan honderd personen raken gewond. De Amerikaan Eric Robert Rudolph plaatste de bom omdat hij dacht dat met de Olympische Spelen het socialisme werd gepromoot. Rudolph werd in 2005 tot vier maal levenslang veroordeeld. De bomaanslag in Atlanta is het laatste grote geweldsincident tijdens een Olympisch toernooi. Russische veiligheidsdiensten doen er alles aan om dit voorlopig zo te houden.