Minister Asscher: situatie Roma en Sinti in Nederland zorgelijk

02 december 2013Leestijd: 2 minuten

De situatie van Roma en Sinti in Nederland is nog steeds zorgelijk, blijkt uit onderzoek. Er bestaat een ‘te grote kloof tussen de leefwerelden en de opvattingen van sommige groepen Roma en Sinti en andere groepen in Nederland’.

Dat blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van minister Lodewijk Asscher (PvdA, Sociale Zaken). In een brief aan de Tweede Kamer bespreekt Asscher de resultaten.

Achterstanden

Volgens de Monitor Inclusie: Nulmeting heeft een aanzienlijk deel van de Roma en Sinti Nederlandse kernwaarden ‘niet verinnerlijkt’. Hierdoor gaat het inlopen van achterstanden van deze groepen langzaam.

Hoewel steeds meer Roma en Sinti kinderen naar school gaan, is het schooluitval vanaf vijftien en zestien jaar groot. ‘Het traditionele rolpatroon is nog sterk aanwezig: meisjes bereiden zich veelal voor op de rol van huisvrouw.’

Jongens hebben bovendien weinig perspectief op de arbeidsmarkt. Vaak is het ontbreken van een diploma hiervan de oorzaak. Ook komen er nog steeds veel tienerzwangerschappen voor onder Roma en Sinti.

Ruzies

Huwelijksdwang en verstoting komen nog steeds vaak voor, schrijft Asscher. Uit het onderzoek blijkt dat Roma en Sinti zich vaak niet gehoord voelen door de politie als het gaat om ruzies tussen verschillende families. De twee groepen ervaren de Nederlandse samenleving niet als toegankelijk.

Asscher schrijft ten slotte dat de problematiek vanaf 1 januari kan toenemen als vanuit Roemenië en Bulgarije mensen met een Roma-achtergrond naar Nederland komen. In deze landen leven Roma veelal onder slechte omstandigheden.