Artikel 147 op het verbod op smalende godslastering kan uit het wetboek van strafrecht worden geschrapt. Maar enige bescherming voor personen die zich gekwetst voelen wanneer ze in hun geloof beledigd worden, moet door de wet worden gegarandeerd.
Dat vindt een meerderheid in de Eerste Kamer.
Volgende week stemt de senaat naar verwachting in met het voorstel om artikel 147 op godslastering uit het wetboek te schrappen. Maar de VVD, PvdA, CDA, SP en D66 vinden dat daar tegenover moet staan dat een ander artikel wordt aangepast.
De partijen dienden dinsdag een motie in om artikel 137 aan te passen. In artikel 137c staat nu:
Bescherming
De senatoren willen het artikel zo aanpassen dat het ‘genoegzame bescherming’ kan bieden aan gelovigen. Volgende week zal er op verzoek van de ChristenUnie hoofdelijk over het voorstel gestemd.
In Nederland wordt al een eeuw lang gediscussieerd over het omstreden verbod op het kwaadspreken of bespotten van een god of godsdienstige traditie.
Blasfemie
Na de moord op Theo van Gogh laaide die discussie weer op. Mohammed B. was immers van mening dat hij het recht had om Van Gogh te doden omdat die zich beledigend had uitgelaten over de islam.
De toenmalige minister van Justitie Piet-Hein Donner (CDA) pleitte toen voor het ‘afstoffen’ van de blasfemie-wet die in feite nauwelijks meer werd toegepast.
Dat ‘afstoffen’ heeft er tien jaar later voor gezorgd dat het artikel helemaal uit het strafboek zal verdwijnen.