De onverteerbare vrijheid van Volkert van der Graaf

02 oktober 2013Leestijd: 2 minuten

Staatssecretaris Fred Teeven moet voor 14 oktober beslissen of Volkert van der Graaf met proefverlof mag. Van der Graafs vrijheid is onze beklemming.

Volkert van der Graaf komt gewoon vrij. Eerst gaat hij met proefverlof en volgend jaar mag hij gaan en staan waar hij wil. Hij heeft zijn straf uitgezeten.

Bizarre gedachte. Een vrije Volkert voelt als een dolksteek. Een eenling. Een veganist. Iemand die Fortuyn als ‘een gevaar voor de samenleving’ zag. Het Openbaar Ministerie schreef: ‘Hij zag voor zichzelf geen andere mogelijkheid om dat gevaar te stoppen dan door Fortuyn om het leven te brengen.’

Rillingen

Zo veel kou. Zo veel haat. Je krijgt er rillingen van. Daarna heeft hij niets meer gezegd. De neef van Pim heeft hem aan de telefoon gehad, maar verder was het stil.

Geen woord. Nooit berouw, nooit excuses. Het is bijna onverteerbaar dat hij straks weer vrolijk zijn biologische gazonnetje maait, terwijl de familie van Fortuyn eeuwig de leegte voelt.

6 mei

Volgend jaar is 6 mei 2002 actueler dan ook. Alles zal weer terugkomen. Ik zal weer denken aan waar ik was tijdens de moord. In Madrid.

Nadat ik sms’jes kreeg over de politieke moord, wilde ik de volgende dag een krant kopen. De kiosk op het grootste plein had tientallen kranten. Duitse, Engelse, Amerikaanse, Turkse. Allemaal hadden ze die ene foto van de vermoorde Pim op de voorkant, liggend op zijn rug, zijn armen naast zijn lichaam. Dood. Een overweldigend beeld, al die kranten met precies dezelfde foto.

Een aantal dagen daarna dook het fotootje van Volkert op. Hij kijkt kil in de camera.

Biertje

Als hij straks vrij is, komt dat allemaal weer terug. Foto’s zullen opduiken. Filmpjes zullen verschijnen. Volkert in het zonnetje. Volkert met een biertje op het terras.

Hij zal niets zeggen. Hoewel je graag wil weten welke explosies zich in zijn hoofd hebben plaatsgevonden, zal hij zwijgen. Hij zal ons aankijken met die ijskoude blik en denken: ik ben vrij. Doei.

Zijn vrijheid is onze beklemming. Wij zijn opgesloten in zijn zwijgen. Ik wil weten wat hij zegt, wat hij denkt, wat hij voelt.

Dat gezegd hebbende, misschien wil ik dat ook helemaal niet weten, voor mijn eigen gezondheid en bloeddruk.