Wantrouw de politici die alles heel erg zeker weten

26 juni 2013Leestijd: 2 minuten

In deze tijd van grote onzekerheden, doen politici alsof ze alles zeker weten. Wat zou het mooi zijn als er een politicus opstaat en zegt: ik weet het ook allemaal niet.

Tegenwoordig weten we alles zeker bij D66‘ – dat was de kop van een opiniestuk van Bob de Ruiter in de Volkskrant vorige week.

Hij vergeleek zijn partij met een telecombedrijf, ‘een marketingmachinerie met slechts één boodschap: wij zijn heel erg leuk en aardig en hebben de allerbeste oplossing voor u in huis.’

De Ruiter dacht terug aan een van de oprichters van D66: Hans van Mierlo. Die durfde te twijfelen. Die durfde te zeggen dat hij geen standpunt had. Ik denk dat hij iets bij de kladden heeft.

John Leerdam

Politici van links tot rechts weten alles zeker. Iets niet weten, wordt als een teken van zwakte gezien. Ik denk weleens aan John Leerdam, die volledig meeging met een interviewer die hem bevroeg over de fictieve straatterrorist Jablabla.

De PvdA-politicus durfde niet toe te geven dat hij geen idee had wie dat was, maar kletste erover alsof hij er alles van wist.

Terug naar D66. Onder Van Mierlo was het een intellectuele partij. De oprichter zelf liet zich omringen door filosofen, schrijvers en kunstenaars.

Verademing

In het onvolprezen campagnefilmpje uit 1966 zien we Van Mierlo mijmerend over de grachten lopen. Hij dacht na: over het ‘geharrewar’ in de politiek. ‘We wilden er zo graag wat aan doen, maar we wisten niet hoe.’ De laatste zin is helemaal tekenend: ‘Ik moet proberen het goed te vertellen.’

Wat een verademing. Iemand die het niet weet. Iemand die twijfelt. Over zichzelf. Over de partij. Over het doel. Wie herkent zich daar niet in?

Zeker in deze tijd van grote onzekerheden, doen politici net of ze alles zeker weten. Twijfel bestaat niet.

Kleuters

D66 bestaat nu vooral uit consultants en diplomaten. Aardige mensen. Intelligente mensen. Maar nagedacht wordt er niet meer. Wie Pechtold volgt, ziet vooral cynisme. Hoewel hij programmatisch dicht bij dit kabinet moet zitten, zie je hem alles afzeiken.

Dat doet hij zuchtend. Kreunend. Dan sluit hij zijn ogen en zie je dat snaveltje maar ratelen. Alsof Rutte en Samsom kleuters zijn die verstoppertje spelen.

De boodschap is duidelijk: Pechtold weet het beter. Altijd. Wat zou het mooi zijn als er een politicus opstaat en zegt: ik weet het ook allemaal niet.